door Jan Ligthart,
23
april
2024
|
14:26
Europe/Amsterdam

Hoe wordt de Caribische student geholpen?

In de afgelopen weken heeft Bron in een serie artikelen belicht waarom het studiesucces van Caribische studenten achterblijft bij dat van andere studenten. De problemen waar zij tegenaan lopen zijn inmiddels aan beide kanten van de oceaan wel bekend. Maar wat wordt er aan gedaan? Daarover gaat deze slotaflevering. 

Rasnaly Carti is decaan aan het 2College Cobbenhagenlyceum in Tilburg. Daarnaast begeleidt zij namens het Arubahuis (de officiële vertegenwoordiging van de Arubaanse regering in Nederland) Arubaanse studenten in het zuiden van Nederland. In totaal heeft zij zo’n zestig studenten onder haar hoede, waarvan de helft bij Fontys studeert.

Rasnali Carti“We vangen ze op bij aankomst op Schiphol, zorgen voor de eerste overnachting, helpen bij het vinden van woonruimte en steunen hen daar waar zij het nodig hebben”, legt Carti uit. “Daarnaast houden wij ook contact met de scholen, met hun ouders, met DUO, de gemeentes, banken.” Daarmee doet Aruba al heel wat meer dan de andere twee grote eilanden, Curaçao en Sint-Maarten. “Dat klopt. En van wat ik hoor missen veel van hun studenten die begeleiding ook wel.”

Los van alle praktische hulp organiseren Carti en haar collega’s van het Arubahuis ook nog allerlei activiteiten om de verbinding met en tussen de studenten in stand te houden. “Afgelopen jaar heb ik voor het eerst een kerstviering opgezet. Daar kwam meer dan de helft van de studenten op af, daar was ik heel blij mee. Overigens raad ik de studenten wel altijd aan om niet bij elkaar te blijven, maar tijdens de studie en daarbuiten ook veel op te trekken met niet-Arubaanse studenten.”

Engels
De cultuur, de taal, de studiekeuze en de financiën zijn de grootste obstakels voor Caribische studenten. Toch ligt ook dat weer anders per eiland. Zo ziet Carti dat het culturele – lees: zelfredzaamheid – probleem voor studenten van Curaçao groter is dan voor dat van Aruba. 

“De taal is wel echt een struikelblok voor alle Caribische studenten. Ook die van Aruba. Nederlands mag dan onze officiële taal zijn, de meesten spreken Papiaments. Doordat Aruba tegenwoordig vooral een grote bestemming is voor toeristen uit de VS, merk je ook dat er veel meer Engels wordt gesproken. Daarom kiezen de meesten ook voor een studie in het Engels, omdat dit hen makkelijker afgaat.”

Studiekeuze blijft altijd een moeilijk iets op zo’n grote afstand, al is het volgens Carti wel een stuk verbeterd met de online mogelijkheden en de manier waarop het hbo nu gezamenlijk optrekt bij de voorlichtingsmarkten. 

Financieel lopen de Arubaanse studenten wellicht echter zelfs grotere risico’s dan die van Curaçao. Zij kunnen namelijk zowel een Arubaanse als DUO-lening afsluiten. “Vanuit Aruba krijgen ze een startkapitaal mee van zo’n 7.000 euro. Daarnaast kunnen ze ook nog elf keer aanspraak maken op een extra lening van 1.500 euro elk.”

Waarmee ze dus een forse schuld op kunnen bouwen. Nog los van de vraag of ze hun studie zullen afmaken. “Van de huidige eerstejaars zijn er gelukkig slechts drie gestopt en één geswitcht tot nu toe. Maar ik zeg ook altijd: denk goed na, heb je dat geld ook écht nodig? Er wordt nu ook gekeken naar hoe die schulden aangepakt kunnen worden.”

Tevens wordt op Aruba overwogen om een regeling uit de vorige eeuw opnieuw in te voeren. “Ga je na je studie vijf jaar werken op Aruba? Dan krijg je x procent kwijtschelding van je schulden. Dat zou mooi zijn. Vooral ook omdat het een manier is om de studenten weer terug naar Aruba te krijgen. Daar worden ook gesprekken met hotels en andere werkgevers over gevoerd.” [Tekst loopt door onder foto]

Onwetendheid
En de medestudenten, hoort ze daar minder positieve geluiden over zoals de Caribische studenten die uitten in de vorige aflevering van deze serie? “Nee, niet echt. Wel dat er soms vreemde vragen gesteld worden inderdaad. Maar dat heeft vooral met onwetendheid te maken.”

“Ik zeg ook altijd tegen onze studenten: Nederlanders zijn nieuwsgierig, maar ze weten het gewoon niet. En met de bescheidenheid en verlegenheid die in onze natuur zit, ga je het hier niet redden. Dus zeg het gewoon als je bijvoorbeeld een grap niet begrijpt. En leg uit dat je wel Nederlands spreekt en verstaat, maar dat het niet je eerste taal is.”

Betrokkenheid
Hoe kijkt Carti aan tegen de begeleiding en steun die Fontys verschaft aan Arubaanse studenten? Is die voldoende? “Jazeker. Ik vind dat de studenten heel goed worden opgevangen. Ze kunnen altijd bij iemand aankloppen, er worden allerlei activiteiten georganiseerd. Zowel van onderop als van bovenaf is er veel betrokkenheid, dus ook van het Fontysbestuur.”

Over dat bestuur gesproken: Fontysvoorzitter Joep Houterman bezocht eerder deze maand Aruba en Curaçao, in een gezelschap geleid door minister Dijkgraaf dat precies om deze reden – hoe bevorder je het studiesucces en de kansengelijkheid van de Caribische studenten – daar op werkbezoek ging. [Tekst loopt door onder foto]

Dat deed Houterman in de nieuwe functie* die hij sinds eind vorig jaar bekleedt als voorzitter van de van de groep hogescholen die willen samenwerken om het succes van studenten uit de Cariben te vergroten. Hij herkent de factoren die de meeste (negatieve) invloed hebben en die eerder in deze serie aan bod kwamen: culturele verschillen, de taal, de studiekeuze, de financiën en administratieve rompslomp.

“De culturele verschillen zijn herkenbaar, ja. Al zullen die vast en zeker ook gelden voor andere culturen. En als het om zelfredzaamheid gaat, zijn er ook Nederlandse studenten die daarin nog grote stappen moeten maken.”

Ingewikkeld
“Wat taal betreft: voor de meeste Caribische studenten is Nederlands de tweede, derde of zelfs vierde taal. En dat wordt ingewikkeld op het moment dat zij hoger onderwijs in die taal gaan volgen. Waarbij aangetekend dat er grote verschillen zijn tussen de eilanden onderling, voortkomend uit hun verschillende historiën.”

Houterman haalt een treffend voorbeeld aan van tijdens zijn werkbezoek aan de eilanden. “Tijdens de conferentie op de slotdag begon ik mijn toespraak in het Nederlands, maar stapte toen het over taal ging over op Engels. Ik kreeg een luid applaus van de studenten, vanwege het feit dat ik daarmee erkende dat de taal een probleem is. En dat is het ook, voor deze studenten maar ook voor de ontvangende hogescholen. De aanname dat zij het Nederlands op hetzelfde niveau beheersen als uit Nederland afkomstige studenten, die klopt gewoon niet.”

De delegatie onder aanvoering van minister Dijkgraaf en hun lokale gesprekspartnersBinnen Fontys is al tijden een werkgroep bezig met het taalbeleid binnen de instelling. “Ik heb nu even niet scherp hoe dat er voorstaat. Maar het is complex en het heeft zeker onze aandacht. We willen iets doen aan Nederlandse taalbeheersing voor deze groep studenten. Maar dat willen we ook voor de internationale studenten. En óók voor de Nederlandse studenten. De taalbeheersing heeft over de hele linie wel een ‘opkrikker’ nodig. Maar dus niet voor iedereen op dezelfde wijze.”

Een studie kiezen
En dan de studiekeuze. Er worden al tal van, door de bezoekende scholieren zeer positief beoordeelde, specifiek op de Caribische studenten gerichte open dagen gehouden bij Fontys. Maar breder gezien is de vooruitgang die geboekt wordt misschien wel het beste zichtbaar aan het (groeiend) aantal Nederlandse hogescholen dat hierin sinds vorig jaar samen optrekt. 

Zoals duidelijk werd tijdens de laatste studiemarkten die op de eilanden werden gehouden. Daarbij stond niet zoals voorheen het winnen van zieltjes voor de eigen instelling centraal, maar hulp bij het kiezen van de juiste studie voor de scholieren die zich daar kwamen oriënteren.

Houterman: “Nederland is natuurlijk een belangrijke studiebestemming voor deze scholieren. Maar de afstand speelt een grote rol. Zowel naar Nederland, maar ook onderling tussen de eilanden. Hier in Nederland spreek ik de decanenkringen, maar dat is daar een stuk moeilijker te organiseren. Teams? Nou, daarmee kom je er niet. Het werkt veel beter om elkaar fysiek te ontmoeten. Ook daar is het SEA-programma voor bedoeld. Wat in elk geval duidelijk is, is dat er tevens op de eilanden zelf nog het nodige moet gebeuren. En dat we ook aandacht moeten hebben voor de decanen en hun rol daarin.”

Het vierde element, financiën, zit ook in het programma van de Strategic Education Alliance, kortweg SEA, een samenwerkingsprogramma tussen overheids- en onderwijsinstelling binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Al hebben Houterman en de hogescholen hierin een minder grote rol. Dit speelt zich immers meer op overheidsniveau af. Zoals eerder bleek uit de introductie van de Koninkrijksbeurs. Of de uitreiking door minister Dijkgraaf tijdens het werkbezoek deze maand van het allereerste BSN-nummer voor een toekomstig student.

Dat speelt zich buiten de bevoegdheden van de onderwijsinstellingen af. Houterman: “Al kunnen wij soms wel aangeven: regel dat nou eens. En ja, ook dan gaat het soms nog langzaam. Maar het is voor een aantal zaken ook ingewikkeld en loopt het over vele schijven.”

Los hiervan zijn er volgens Houterman nog legio andere onderwerpen waar zij mee aan de slag willen gaan. “Gezamenlijk onderwijsaanbod, samen onderzoek doen, digitalisering: er staat nog genoeg op de rol. Maar waar het vooral om gaat is dat we meer en beter samenwerken en hoe we dat doen. Allemaal om het studiesucces van deze jongeren te verbeteren. En dat is trouwens ook goed voor ons eigen onderwijs.” [Tekst loopt door onder foto]

Besef
Leonie Holleman is een van de medewerkers bij Studentvoorzieningen die zich nadrukkelijk bezighoudt met de Caribische studenten. Ook zij was eerder deze maand aanwezig bij het werkbezoek van minister Dijkgraaf, voorzitter Houterman en anderen. Wat haar vooral weer opviel:  “Ik denk dat nu eindelijk het besef heel breed is doorgedrongen dat er gezamenlijk iets aan het studiesucces van de Caribische jongeren gedaan moet worden.”

Volgens Holleman maken deze jongeren nog steeds geen eerlijke kans om te slagen. “Daarvoor is het nodig om hen een goede start te geven. Zowel hier bij Fontys en de andere Nederlandse instellingen, maar ook daar op de scholen. Daarvoor moet het beter georganiseerd zijn. Ik sprak daar mensen die zeiden: ik heb ooit in Nederland gestudeerd en zie dat het nu dertig jaar later nog steeds niet goed geregeld is.”

Dat heeft volgens haar ook te maken met de status van de studenten/scholieren uit dat deel van het koninkrijk. “Het blijft toch een gedoe. Aan de ene kant zijn het Nederlanders en aan de andere kant worden ze vaak toch weer neergezet als internationals. Of dan wordt het weer als een te kleine groep gezien om er speciaal iets voor te doen. Zo trekken ze altijd een het kortste eind. Dat blijft wel een gesprek.”

Verbeteringen
Toch ziet Holleman ook verbeteringen. “Neem bijvoorbeeld de geïntegreerde onderwijsprogramma's. En er zijn al stappen gemaakt met de Caribean Academic Foundation Year, waarbij aankomende studenten voor slechts 500 euro een oriëntatiejaar in hun eigen vertrouwde omgeving kunnen volgen. Andere voorbeelden zijn de Koninkrijksbeurs en het akkoord dat nu is bereikt waarbij de Universiteit Utrecht en de Haagse Hogeschool samen met de universiteiten van Aruba en Curaçao een deeltijdopleiding bestuurskunde aanbieden.”

Maar bovenal merkte zij tijdens het werkbezoek dat de wil er écht is van overheden en onderwijsinstellingen aan beide kanten van de oceaan om samen eindelijk de zaken goed te gaan organiseren. “De mensen daar zijn zo bevlogen. Alleen: er is gewoon te weinig ruimte voor substantiële actie."

Neem de decanen. Zoals eerder al in deze Bron-serie is aangehaald: zij hebben nauwelijks de uren die nodig zijn voor goede begeleiding en studieoriëntatie. "Dat klopt. En die taken horen ook niet alleen bij hen te liggen. Dat is wel een hoofdthema daar. Maar ik zie en merk wel dat dit nu ook echt is doorgedrongen. Zoals ik ook merk dat het bezoek meer begrip en inzicht heeft gebracht bij de leden van de Nederlandse delegatie."

 

Dit was de laatste aflevering van de serie over de Caribische student.
Lees ook de eerdere afleveringen in deze serie
 # aflevering 1: De moeizame reis van de Antilliaanse student
# aflevering 2: De koude douche die de overgang naar Nederland is
# aflevering 3: De taal als enorm struikelblok
# aflevering 4: Moeilijk kiezen: een studie op 8.000 kilometer van huis
# aflevering 5: Als je studieschuld de rest van je leven bepaalt
# aflevering 6: ‘Wonen jullie in hutjes?’

Boilerplate

*Het samenvallen van deze Bron-serie en de aanstelling van Joep Houterman als voorzitter van de groep hogescholen die op dit terrein samenwerken, berust op toeval. Op het moment dat Bron deze serie in de steigers zette, had Houterman deze functie nog niet. 

Reageren kan hieronder. Eenmaal gepubliceerde reacties worden niet verwijderd

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.