Eindhoven,
08
mei
2018
|
17:22
Europe/Amsterdam

Zand als rode draad in Brabant

Fontys-docent schrijft mee aan essay over uitdagingen op het Brabantse platteland

Straatarme keuterboertjes die op de schrale Brabantse zandgrond vechten voor hun bestaan. Beeld uit een ver verleden? In het essay Brandend Zand  laat docent/onderzoeker Bart de Zwart (Fontys Hogeschool Management Economie en Recht) zien dat het zand nog steeds in het karakter van de Brabander zit: “De armoede leidde tot vindingrijkheid en de noodzaak om samen te werken. Aspecten die we terugzien in de Brabantse economie van vandaag.”

door Frank van den Nieuwenhuijzen
De Zwart ‒ docent Vastgoed en Makelaardij en onderzoeker bij het lectoraat De Ondernemende Regio ‒ kroop in de pen samen met Joks Janssen (directeur van BrabantKennis). Bart de ZwartHun essay verschijnt als aanjager bij de ontwerpwedstrijd ‘Brood en Spelen’ over de toekomst van het Nederlandse buitengebied. “Ruimtelijke ontwerpers en gebiedsplanners werken nog vaak top-down. Van bovenaf willen ze een visie opleggen. Wij draaien het om en denken bottom-up. Letterlijk, omdat we ons verhaal baseren op de Brabantse bodem.”

Zand is de motor
Het heldere betoog legt een sterke link tussen vroeger en nu. De zandgronden waarop hij leefde vormden de Brabander, iets wat doorwerkt tot de dag van vandaag. De Zwart: “Vindingrijkheid leidde er bijvoorbeeld toe dat de keuterboer zijn inkomen ging aanvullen door huisnijverheid. Innovaties daarin waren later weer een katalysator in de industriële ontwikkeling van onze provincie. Ook zochten de boeren bewust samenwerking: denk aan de oprichting van coöperaties als Rabobank en Boerenbond.” De harde strijd om het bestaan had ook schaduwkanten. “Brabanders dachten autonoom en keerden zich soms af van het gezag. Ook dit kun je doortrekken naar vandaag. Denk maar aan de omvang van de drugscriminaliteit hier.”

De schrijvers willen niet de hele Brabantse geschiedenis ophangen aan het zand. “Maar bij landschapsontwikkeling zie je dat de ondergrond (letterlijk en figuurlijk) essentieel is. Holland en Zeeland hebben het water, wij het zand. Het streven is eigenlijk om experts die oplossingen gaan bedenken voor de thema’s op het Brabantse platteland inzicht te bieden in de logica van deze provincie.”

Opgaven
Welke zijn de opgaven en uitdagingen waar we voor staan? De Zwart: “Door de enorme vlucht van de bio-industrie is het natuurlijke evenwicht zoek. Er worden de komende jaren zware eisen gesteld aan de veerkracht van het ecologisch systeem.” Een ander issue waarover toekomstige landschap-planners zich het hoofd kunnen breken is de vergrijzing van de provinciesteden. “Brabant telt veel middelgrote kernen als Oss, Roosendaal en Deurne. Van oudsher was daar maakindustrie gevestigd. Door de groei van de kennisindustrie zien we de jongeren wegtrekken. Dat leidt bijvoorbeeld tot winkelleegstand en een dalend voorzieningenniveau. Ook voor die leegloop moet een oplossing worden bedacht.”

Hoe ziet het Brabantse platteland er over (zeg) een eeuw uit? Is er dan nog steeds een link met het zand? “Zo’n vergezicht is lastig. Toch zie je al initiatieven waar we op kunnen voortborduren. Veel boeren zijn bijvoorbeeld bezig met de inzet van technologie als drones om de kwaliteit van hun gewassen te controleren. Of ze ontwikkelen initiatieven op het gebied van de circulaire economie. Ook daarbij haken ze dus weer aan bij de vindingrijkheid van hun voorouders.”

Lees hier het hele essay.

Foto’s Brabants platteland: Bas Gijselhart | BASE Photography