Eindhoven,
21
april
2020
|
17:29
Europe/Amsterdam

Wat doet afstandsonderwijs met kinderen?

Inmiddels een vertrouwd beeld: ouders en kinderen die topografie oefenen in de keuken. Fontys-lector Anouke Bakx onderzoekt wat dit doet met kinderen en vraagt ouders om hun ervaringen te delen. “Sommige kinderen komen in een flow.”

“In het onderzoek kijken we expliciet naar verschillen tussen leerlingen. Kinderen met specifieke kenmerken als ADHD of hoogbegaafdheid reageren mogelijk anders op deze omstandigheden”, vertelt de lector van Fontys Hogeschool Kind en Educatie (FHKE).

De digitale vragenlijst die Bakx samen met andere partijen ‒ waaronder onderzoekswerkplaats POINT en het Nederlands Jeugdinstituut ‒ maakte kan worden ingevuld door ouders met kinderen in primair en voortgezet onderwijs.

De eerste respons is gLector Anouke Bakx - Foto: Bas Gijselhartoed: “De enquête staat uit vanaf 15 april en we hebben al ruim 350 ingevulde vragenlijsten. Toch hoop ik minimaal op een verdubbeling.”

Kleuren
Ze hoopt dat ouders er snel nog even voor gaan zitten. “De meivakantie komt eraan, waardoor de aandacht naar andere zaken gaat."

"Bovendien geeft het Kabinet wellicht vandaag (dinsdag) al uitsluitsel over heropening van de scholen. Dat perspectief heeft invloed op hoe de ouders kijken naar hun ervaringen met afstandsonderwijs.”

Die term gebruikt Bakx overigens liever dan het meer gangbare ‘thuisonderwijs’. “Dat laatste zien we ook buiten coronatijden als ouders ervoor kiezen hun kind buiten de school zelf te onderwijzen.”

Mailtjes
Het idee voor het onderzoek ontstond door de mailtjes die zij en haar collega’s ontvingen. “Ouders lieten spontaan weten hoe het hun kinderen verging.”

Dat gaat twee kanten op. “Een groep bloeit op omdat ze meer op eigen tempo en niveau werken. Andere kinderen hebben juist moeite omdat ze minder worden uitgedaagd dan anders en het sociale contact missen.”

Deze input kwam vooral uit kringen van hoogbegaafde kinderen, de doelgroep waarmee Anouke Bakx dagelijks werkt. Naast lector ‘Goed leraarschap, Goed leiderschap’ bij FHKE is ze bijzonder hoogleraar Begaafdheid aan de Nijmeegse Radboud Universiteit en coördinator van POINT, dat praktijkgericht onderzoek doet naar begaafdheid.“Maar we willen graag zo breed mogelijk kijken, dus naar alle leerlingen. Het is sowieso het onderzoeken waard wat deze bijzondere situatie voor kinderen betekent.”

Opzet
De enquête bevraagt verschillende aspecten, vertelt Bakx. “Bij ‘Kindkenmerken’ geven ouders aan of hun kind in een bijzondere groep valt, bijvoorbeeld dyslexie of kenmerken uit het autistisch spectrum. Verder polsen we hoe het kind zich voelt, vóór de crisis en nu, en gaan we in op algemene persoonlijkheidskenmerken en factoren als sfeer en aanwezige prikkels.”

De hoofdmoot gaat over motivatie, op basis van basisbehoeften van een leerling als ‘autonomie’, ‘relatie’ (interactie met anderen) en ‘competentie’. “Ook dit bevragen we vóór en na, dus hoe dat eerst ging op school en hoe dat nu thuis gaat.”

Wat gebeurt er straks met de resultaten? “Het leidt tot nieuwe inzichten die we kunnen toepassen in het FHKE-curriculum. Ik ben bijvoorbeeld benieuwd naar de data over basisbehoeften, zoals de autonomie van het kind. Daarop wordt in deze crisis misschien meer een beroep gedaan. Ook de informatie over de afwijkende relatie met leerkracht en medeleerling is interessant.”

Beklijven
Maar op die uitkomsten wil Bakx niet te veel vooruitlopen. Wel merkt ze dat sommige kinderen goed gedijen bij het onderwijs via digitale hulpprogramma’s als MS Teams. “Ook dit moeten we nader analyseren. En wie weet beklijft er straks iets van deze noodgreep, en dan op structurele basis.”

“Het zou kunnen dat blended learning-toepassingen ‒ die we nu al zien in het hoger onderwijs ‒ ook landen op de middelbare school. Voor de basisscholen lijkt leren op afstand me lastiger als het gaat om heel jonge leerlingen.”

Leervoorsprong
Uit een enquête van consumentenprogramma Kassa blijkt dat 40 procent van de ouders met kinderen in het primair onderwijs bang is dat hun kind momenteel een leerachterstand opbouwt.

“Ik kijk liever niet naar kinderen in termen van ‘leerachterstand’, zegt Bakx. “We moeten in deze bijzondere omstandigheden vooral blijven letten op hun welbevinden.”

Ze benadrukt dat deze periode kinderen ook in staat stelt om veel andere dingen te leren. “Bijvoorbeeld over gezondheid(zorg); het omgaan met emoties zoals angst, maar mogelijk ook vaardigheden als eten koken.”

Dat deze tijd inspireert blijkt wel uit een mailtje dat ze ontving. “Ouders van een kind in groep 2 meldden dat hun kleuter inmiddels het lezen machtig is. Ik snap de zorg voor een potentiële leerachterstand, maar volgens mij zijn er evengoed kinderen die in een flow terecht zijn gekomen.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]

Reacties 1 - 3 (3)
Bedankt voor uw bericht.
Saskia jonk
04
June
2020
Hoi,
Ik had graag meegedaan met t onderzoek
Ik was ook al halverwege, toen moest ik helpen met iets voor school en moest ik de vragenlijst verlaten.
Ben erg benieuwd naar de resultaten. Ook omdat mijn zoon zegt liever thuis te zijn dan op school. En hij is ook wat treurig op school...

Sinds de start met 2 dagen had hij ook veel moeite met t ritme.

Nu hoest ie en mag hij nog niet naar school.

Omdat hij erg gevoelig is en veel prikkels opvangt vondt ik deze enquête zo interessant.

Mocht ik nog ergens mee kunnen doen met n enquête hieromtrent, jou ik me aanbevolen

Vriendelijke groet

Saskia jonk
Moeder van 2 kinderen
7 en 9 jaar
Irene Triebels
25
April
2020
Wat mooi dat je middels dit onderzoek wat diepgaander naar deze voor ons allen geheel nieuwe situatie gaat kijken Anouke.
Ik ben benieuwd naar de uitkomsten en mogelijke implicaties voor het Pabocurriculum
Mattie Wethlij
22
April
2020
Anouke,

"Elk nadeel heb zijn voordeel", zei een groot filosoof eens. Wat mooi dat je dit nu aangrijpt voor een onderzoek. Ik zou ook liever niet willen spreken over leerachterstanden, maar van een nieuwe beginsituatie :). Hoe wel ik me wel zorgen maak over sommige kinderen met specifieke kenmerken of uit specifieke thuissituaties.
Als oud-rekendocent kan ik het niet laten om ook cijfermatig te kijken naar de ontstane situatie.

Als ik ervan uitga dat een kind van zijn 4e tot zijn 18e jaar (dus 14 jaar) onderwijs geniet, dan zijn dat 14 X 40 = 560 weken. Als ik er verder van uit ga dat dit afstandsonderwijs een effectiviteit heeft van 50% (dat is een aanname zoals er zoveel zijn in deze tijd). Dan zou 11 weken thuisonderwijs overeenkomen met 5,5 weken afstandsonderwijs. Dat betekent dat er 1% onderwijstijd "verloren" gaat. Dat komt dan weer overeen met een kwartier per week gedurende de hele schoolloopbaan. Volgens mij had Rutte de scholen dicht kunnen laten tot na de zomer :).

Groet, Mattie (je weet vast nog wel wie ik ben).
Geertje
22
April
2020
Oh heerlijk Mattie, ik hou van cijfertjes! Dank je wel. Ik ga dit meenemen in iedere 'discussie' die ik nu nog hoor over 'achterstanden en voorsprongen'.
En Anouke, ik ga de vragenlijst invullen!

Groetjes,
Geertje