Eindhoven,
17
april
2020
|
11:15
Europe/Amsterdam

Praktijklessen op afstand, kan dat?

Niet al het onderwijs binnen Fontys Hogescholen kan via de digitale weg doorgaan, nu de school door het coronavirus dicht is. Voor sommige opleidingen zijn praktijklessen in speciale ruimtes met specifieke apparatuur een essentieel onderdeel van het curriculum. Daarvoor is nog niet altijd zo snel een oplossing gevonden.

Trainen in een circushal is bijvoorbeeld lastig online of bij de studenten thuis te doen. Daarom hoopt John van Riemsdijk, managing director van Fontys Academy of Circus and Performance Art in Tilburg, dat op termijn Fontys-werkplaatsen zoals die van zijn opleiding toch weer open mogen.

“Uiteraard alle begrip voor John van Riemsdijkhet huidige standpunt hierover, maar als we ook na 1 juni geen praktijklessen kunnen geven, maak ik wel echt zorgen.”

Jongleerders en trapezeartiesten
Momenteel is de situatie nog behapbaar, zegt Van Riemsdijk. “Naast online lessen bieden we inspiratievideo’s, een wekelijkse nieuwsbrief en gesprekken met studieloopbaanbegeleiders aan om studenten te ondersteunen. Wat betreft de fysieke onderdelen van onze opleiding hebben we verschillende trainingsprogramma’s voor thuis gemaakt."

"Maar we hebben ongeveer twintig verschillende disciplines in huis: een jongleerder kan prima in of rond huis aan de gang, voor een trapezeartiest is dat een stuk lastiger.”

Hij benadrukt dat het voor studenten ‘ten strengste verboden’ is om zelf thuis constructies op te hangen of te bouwen. “Dat kan echt niet vanwege de veiligheid. Tegelijkertijd is het wel belangrijk dat alle studenten blijven oefenen, anders gaan ontwikkelde skills weer verloren."

"Daarom is het voor de volgende fase van het grootste belang dat we weer in onze hal op campus Stappegoor in Tilburg terechtkunnen. Natuurlijk met kleinere groepen, vanwege de anderhalve meter afstand waarmee we rekening moeten houden. Daar hebben we al over nagedacht en komen we wel uit.”

Digitaal laboratorium
Bij Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen (FHTNW) kunnen ze met een andere oplossing nog redelijk Loes van Bavelvooruit. “Wij zijn 15 april live gegaan met Labster, een digitaal laboratorium waarin practica gesimuleerd worden”, vertelt projectleider Loes van Bavel.

“Het werkt een beetje zoals het spel The Sims. Helaas kunnen we hier niet het fingerspitzengefühl uithalen zoals in een echt lab, maar het biedt wel goede mogelijkheden om praktijkonderdelen en de protocollen die daarbij horen door te laten lopen.”

In het kader van onderwijsvernieuwing hadden collega’s dit programma al sinds de zomer op het oog. “Vanwege de situatie door corona zijn we extra snel overgegaan op de aanschaf. Binnen 24 uur werd het door alle benodigde partijen binnen Fontys goedgekeurd, iedereen ging mee."

"De studenten zijn sowieso al soepel overgegaan op het digitale onderwijs dat we in een weekend op poten hebben gezet, al geven die wel aan dat ze het liefst naar school willen”, aldus Van Bavel. “Zelf staan we natuurlijk ook veel liever op het lab, maar iets is beter dan niets. We hebben er gemengde gevoelens over.”

Heetste hangijzer
Bovendien biedt Labster geen soelaas voor het heetste hangijzer voor FHTNW. “Dat is het projectonderwijs in samenwerking met bedrijven. Daarvoor moet op locatie toegepast onderzoek gedaan worden en dat ligt nu helemaal stil. Net als alle stages en afstudeeronderzoeken. Onze grote hoop is dan ook dat vanaf 1 juni onze eigen labs weer open mogen, maar dat is nu Laboratoriumonderzoek bij Fontysecht nog koffiedik kijken. Zoals vast voor meer opleidingen zal gelden, denk ik.”

Inderdaad doet ook Ed van der Honing, teamleider labs bij Fontys Hogeschool Engineering, diezelfde uitspraak. “We weten niet wat we kunnen verwachten, dus dat maakt het moeilijk om op de korte termijn te schakelen. Sowieso vallen er al onderwijsonderdelen weg, zoals lessen voor de opleiding Werktuigbouwkunde waarvoor draai- en freesbanken nodig zijn. "

"Of projecten die, nu we in het derde kwartaal zitten, aan het maakproces zijn toegekomen. De ideeën die studenten de vorige kwartalen hebben bedacht en uitgewerkt, kunnen nu niet gerealiseerd worden.”

3D-printers
Dat betekent niet dat ze bij Engineering met de armen over elkaar zitten. “Bijvoorbeeld voor de lessen die normaal in het Objexlab, een ruimte met 3D-printers, plaatsvinden, hebben we het voorstel gedaan om daar dagelijks één persoon toe te laten."

"StudentenEd van Honing sturen hun printopdrachten dan van buitenaf, die persoon zet de printers aan en komt dan de volgende dag terug om de geprinte objecten weer op te halen. Zulke opties bespreken we nu.”

Op de langere termijn ziet Van der Honing wel meer ‘interessante mogelijkheden’. “In tijden van schaarste wordt men creatief hè, dus wij zien ook mooie kansen voor de toekomstige anderhalvemetersamenleving, hoe lang die ook zal duren."

Zoals gebruik van labs op afspraak, of online veiligheidscursussen in plaats van in praktijklokalen. "Er ontstaan allerlei ideeën om zoveel mogelijk tijd en ruimte te winnen in labs. Voor ons is dit ook een leerproces en da’s nooit verkeerd.”

Efficiënter samenwerken
Voor de studenten ziet hij daarin nog andere winst: “Juist vanwege die afstand zullen ze hun projecten, waarvoor ze in groepen samenwerken, veel efficiënter aan moeten pakken. Slimmer communiceren, taken beter verdelen. Nu zie ik ze weleens met z’n drieën aan hetzelfde moertje draaien, dus daar is wel verbetering mogelijk”, zegt hij lachend.

“Gelukkig spelen studenten graag in op nieuwe dingen, dus dat komt wel goed, verwacht ik.” [Anke Langelaan]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.