's-Hertogenbosch,
22
november
2017
|
22:57
Europe/Amsterdam

Deze methodiek maakt geschiedenisles een stuk leuker

Fontys-docent wil historisch tijdsbesef bij kinderen verbeteren

Geschiedenislessen op basisscholen kunnen veel leuker en kinderen kunnen meer aan dan docenten vaak denken. Dat vindt Fontys-docent Marjan de Groot-Reuvekamp al langer, maar haar onderzoek onderbouwt dat nu. Donderdag promoveert ze. Daarbij introduceert ze ook een nieuwe lesmethode: TIJDWIJS.

Hoe krijgen leerlingen nu geschiedenisles?
“Basisscholen gebruiken prachtige methodes, met mooie boeken. De leerlingen krijgen meestal opdracht de tekst te lezen, vaak met leesbeurten, en daarna mogen ze de vragen in het werkboek beantwoorden. Maar in de praktijk is dat niet erg motiverend voor hen. Ze vinden het vaak saai. Bovendien blijkt uit Cito-toetsen dat veel leerlingen de gebeurtenissen niet goed in de tijd kunnen plaatsen. Ik wilde daarom onderzoeken hoe het historische tijdsbesef verbeterd kan worden.”

Wat maakt uw methodiek TIJDWIJS zo anders?
“Het belangrijkste zijn de tijdbalk en het gebruik van beeldend materiaal. De klassieke tijdbalk aan de muur die altijd zichtbaar is, is essentieel. Daarnaast kan ook een digitale vorm worden gebruik, bijvoorbeeld via het digibord. De docent vertelt verhalen, laat filmpjes en beelden zien. De leerlingen plaatsen die vervolgens zelf op de tijdbalk. Zo ontwikkelen zij historisch tijdsbesef. Ze begrijpen beter hoe de gebeurtenissen elkaar opvolgden. Deze methodiek kun je op alle niveaus toepassen, de doelen zijn afhankelijk van de leeftijd. Lang werd gedacht dat kinderen pas na groep vier toe zijn aan dit tijdsbesef. Dat ze eerst de klok moeten kunnen lezen en begrijpen wat de dagen van de week en een kalender inhouden. Mijn onderzoek wijst uit dat dit niet zo is.”

Hoe heeft u dat onderzocht?
“Ik heb onder meer literatuuronderzoek gedaan. Eigenlijk was eind vorige eeuw al bekend dat ook kleine kinderen al in staat zijn gebeurtenissen in de tijd te plaatsen. Geef je ze plaatjes van bijvoorbeeld een stoomtrein en paard en wagen dan snappen ze wat eerder was. Er is nog steeds een groep docenten die dat niet gelooft. Ik hoor dat terug van onze stagiaires die op hun stageschool mijn methodiek willen gebruiken. In Engeland en de Verenigde Staten is geschiedenisonderwijs aan jonge leerlingen heel gewoon.”

Wat vinden de leerlingen van uw methodiek?
“We hebben die op grote groepen leerlingen getest en het bleek dat de groep die TIJDWIJS gebruikte, significant beter scoorde. Daarmee is aangetoond dat de methodiek effectief is voor het verbeteren van het historisch tijdsbesef. Waar ik ook heel blij mee ben, is dat zowel de docenten als de leerlingen het erg leuk vinden om met de tijdbalk te werken. Kinderen zijn heel erg geïnteresseerd in geschiedenis. Ze gaan vaker naar musea, omdat die meer dan vroeger speciale programma voor leerlingen aanbieden. Ook in games en films zien ze historische onderwerpen. Ze hebben daar vragen over.”

Wat gaat er nu verder met uw onderzoek en methode gebeuren?
“De beurs die ik van NWO (De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, red.) kreeg om te promoveren is op, maar ik ga nog zelf een dag per week verder met mijn onderzoek, naast de vier dagen die ik lesgeef. Het is mijn drijfveer om het historisch tijdsbesef van leerlingen te verbeteren. De inzichten van het onderzoek worden nu al gebruikt voor Fontys-pabo’s en hopelijk gaan ook andere pabo’s in Nederland dat doen. Het is ook verwerkt in het laatste lesboek dat ik schreef. Bij de verdere uitwerking van de methodiek ga ik ook kijken hoe de tijdbalk kan worden ingepast bij het thematische lesgeven, waarbij vakken worden geïntegreerd.” [Petra Merkx]

Marjan de Groot-Reuvekamp gaat haar proefschrift TIMEWISE. Improving pupils’ understanding of historical time in primary school, op 23 november verdedigen aan de Universiteit van Amsterdam. De Groot-Reuvekamp is docent aan de Fontys Hogeschool Kind en Educatie in ’s-Hertogenbosch.