Eindhoven,
28
september
2018
|
12:44
Europe/Amsterdam

'Arbeidsmigranten verdienen fatsoenlijk onderkomen'

Lector Cees-Jan Pen betrokken bij advies aan provincie

Tijdens het interview benadrukt Cees-Jan Pen tot vier keer toe dat arbeidsmigranten een ‘fatsoenlijk’ onderkomen verdienen. Het geeft aan dat het de Fontys-lector aan het hart gaat wat er momenteel in Nederland gebeurt. In een mede door hem opgesteld advies aan de provincie Noord-Brabant komen oplossingen aan de orde.

Het huisvesten van arbeidsmigranten en met name de erbarmelijke manier waarop dat in sommige plaatsen gebeurt, is een heet hangijzer. Het woord ‘Polenhotel’ duikt regelmatig op in krantenkoppen en gemeenten worstelen ermee om te voorkomen dat zulke concentratiegebieden op hun grondgebied ontstaan. Dat bewees de soap in de Zuid-Hollandse gemeente Westland onlangs nog.

Explosie
Nederland heeft inmiddels een halve eeuw ervaring met de instroom van arbeidsmigranten. In de jaren zeventig betrof het vooral Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen, maar inmiddels is het aantal landen van herkomst geëxplodeerd. In 2017 ging het volgens onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) om mensen uit liefst 223 landen.

Onder hen zijn veel ‘Oostblokkers’: bij de geleidelijke openstelling van de Europese arbeidsmarkt op 1 januari 2007 kregen Polen zonder vergunning toegang Cees-Jan Pentot die van Nederland. Zeven jaar later werden zij gevolgd door Roemenen en Bulgaren. Een constante stroom, zeker nu de vraag naar arbeidskrachten uit het buitenland groter wordt door de vele vacatures in de zorg, techniek, ICT en tuinbouw. Inmiddels telt Nederland meer dan 150.000 inwoners van Poolse herkomst, volgens de WRR een vervijfvoudiging ten opzichte van het begin van de eeuw.

Schande
Lector Cees-Jan Pen, het gezicht van het Fontys-lectoraat De Ondernemende Regio, spreekt openlijk schande van de manier waarop voor een deel van deze mensen een onderkomen wordt gezocht. In een tweet spreekt hij van ‘bestuurlijk struisvogelgedrag’.

Maar gaat dit alleen bestuurders aan? De Leidse hoogleraar Leo Lucassen wees deze maand in het Reformatorisch Dagblad met de beschuldigende vinger naar werkgevers. Die nemen in zijn ogen onvoldoende hun verantwoordelijkheid om de huisvesting van arbeidsmigranten lokaal in goede banen te leiden: ‘Samen met de overheid zouden zij voorop moeten lopen om voor faciliterend beleid te zorgen, waardoor overlast door grote concentraties, overbewoning en huisjesmelkerij in (oude) wijken wordt tegengegaan.’

Het moet en kan ook anders, aldus Pen. “Natuurlijk moet je arbeidsmigranten niet allemaal in één straat onderbrengen. Maar je kunt gebruikmaken van losse, leegstaande panden. De manier waarop Bergen op Zoom het doet, is interessant. Daar kijken ze naar fatsoenlijke huisvesting, verspreid over de gemeente.” Volgens Pen zijn het eigenlijk gewoon woningzoekenden en moet je ze ook zo behandelen, vindt hij. “Ze wegstoppen op plekken waar het eigenlijk niet mag of niemand wil wonen, vind ik een rare manier van doen.”

Advies provincie
Als expert in leegstandsproblematiek, ziet Pen kansen. Er zijn volgens de lector veel leegstaande gebouwen die schreeuwen om nieuwe functies. Op die wijze kun je arbeidsmigranten gespreid aan een onderkomen helpen. Het advies aan de provincie – Pen is hierbij betrokken als lid van de Sociaal Economische Raad (SER) Brabant – is om de leegstand te inventariseren: “Bekijk of leegstaande zorg-, onderwijs-, erfgoed-, leisure- en militaire accommodaties voor dit doel geschikt te maken zijn als woonruimte.“

Feit is dat overlast van arbeidsmigranten met enige regelmaat het nieuws haalt. De lector ergert zich aan de stigmatiserende manier waarop er over hen wordt gesproken, maar erkent dat er iets gedaan moet worden aan imagoverbetering: “Vanuit economische partijen als werkgevers is dat zeker nodig. Maar misschien ook vanuit bestuurders. Nu krijgt vooral de negatieve kant aandacht, terwijl arbeidsmigranten voor een belangrijk deel de Brabantse economie in stand houden. Heel gek dat het steeds weer wordt geframed in de overlastsfeer.” [Tim Durlinger]