Eindhoven,
08
januari
2019
|
17:20
Europe/Amsterdam

Gymles is geen pauzenummer

Docent/onderzoekers over hun winnende Punt voor gym

Als ze willen, kunnen Fontys-docenten Lars Borghouts en Menno Slingerland elke week wel een workshop geven op een middelbare school. Die zitten echt te springen om een beter beoordelingssysteem voor het vak lichamelijke oefening, merken zij. De twee docenten/onderzoekers van de Sporthogeschool kregen maandag de Onderzoeksprijs 2019 voor Een punt voor gym, hun onderzoek dat helemaal aan dat beoordelingssysteem is gewijd. 

Het begon allemaal met een vraag die ze binnen het lectoraat Move To Be stelden: wat ervaren gymdocenten als een probleem, waarmee kunnen wij hen helpen? Degenen die ze daarnaar vroegen, hoefden niet lang na te denken: beoordelen. “En daarmee komt veel los”, vertelt Borghouts. “Want als je vraagt: hoe moet je de leerlingen beoordelen, vraag je ook naar de rol die het vak moet vervullen, binnen de school en in de ontwikkeling van de leerlingen.”

Motoriek
Dat was in 2012. Met behulp van een RAAK-subsidie deden ze een nulmeting: hoe staat de beoordeling van het vak in het Nederlands voortgezet onderwijs ervoor? Borghouts: “Om het heel grof samen te vatten: als je je best deed, kreeg je wel een zes.” Dat is enerzijds heel mooi, beamen de twee, want niet iedereen heeft evenveel fysieke vaardigheden. Het zou niet eerlijk zijn als jongeren met een goede motoriek, iets waar zij zelf weinig invloed op hebben, goede cijfers krijgen en anderen niet.

Anderzijds: erg motiverend is het ook niet. Je weet als leerling niet waar je je zes aan te danken hebt, of je je kunt verbeteren en of een andere docent je misschien anders zou beoordelen. Niet gek dat veel jongeren de gymles dan als een soort actief pauzenummer gaan zien.

“Het was een eye opener voor ons dat het er zo voor stond”, zegt Menno Slingerland. “En ook wel verklaarbaar: van oudsher zijn de Academies voor Lichamelijke Oefening, waar de sportleraren worden opgeleid, sportinstituten en minder onderwijsinstituten. De vraag hoe je goed onderwijs creëert, speelde daar minder.”

Natuurlijk ontwikkelt ook het vak lichamelijke oefening zich. Gewoontes als twee leerlingen een team laten kiezen, voor sommige volwassenen nog steeds een traumatische herinnering, zijn tegenwoordig taboe. Maar de gymles zou, ook voor leerlingen zonder uitgesproken sportieve aanleg, nog veel nuttiger kunnen zijn, zeggen Slingerland en Borghouts.

Fair play
Om te beginnen moeten er, net als bij andere vakken, leerdoelen zijn. En die moeten verder gaan dan ‘leren bewegen’. “Fair play is iets dat in die leerdoelen thuishoort bijvoorbeeld, maar ook een spelletje kunnen leiden en kennis en inzicht krijgen in je eigen voorkeuren als het gaat om sporten”, vertelt Slingerland. “Dat kun je heel concreet maken: als het gaat om samenwerken bijvoorbeeld, is het belangrijk om je tijdens een potje basketbal aanspeelbaar op te stellen.”

Vervolgens is het belangrijk dat de docent ook vertelt wat er van de leerling verwacht wordt. “Vaak blijft het nu bij een compliment na een goede actie. Het is beter om van te voren te vertellen wat het doel is van dat wedstrijdje basketbal, want dat is niet alleen winnen. Vertel ook alvast wat je over een aantal lessen van de leerling verwacht.”

Internationaal
Het onderzoek van de twee heeft al impact op middelbare scholen, vertellen zij. “Onze studenten lichamelijke oefening krijgen nu in het tweede jaar een lesblok beoordeling, dat duurt acht weken. Zij brengen dat direct in de praktijk op hun stage-adres. Dat leidt weleens tot onverwachte situaties: zij hebben immers al meer kennis van dit onderwerp dan de vaste docenten op hun school. Wij vragen ook aan onze studenten om de docenten te interviewen over dit onderwerp.”

Daarnaast hebben de docenten/onderzoekers afgelopen najaar een internationaal seminar gehouden, waar 73 docenten uit 20 landen op af kwamen. “Dit onderwerp blijkt overal te leven”, zegt Borghouts. De bijeenkomst leidde tot het opstellen van een ‘position statement’: een internationaal advies voor docenten en onderzoekers. Ook werken Borghouts en Slingerland nog aan een e-book met tips voor docenten.

Zijn er ook docenten die niet zitten te wachten op theorie en papierwerk, die vertrouwen op hun ervaring en intuïtie? “Dat komt wel voor”, zegt Slingerland. “Maar toch niet vaak. De meesten zijn blij met onze handreikingen. We merken wel dat het beter werkt als de schoolleiding zich erachter stelt. Maar over het algemeen zien docenten het als een kans om nog meer leerlingen de gymles als leuk en nuttig te laten ervaren.” [Debbie Langelaan]

De eerste prijs werd dit jaar aan twee projecten uitgedeeld. Naast Een Punt voor Gym kreeg ook De Ondernemende Binnenstad een eerste prijs. De derde prijs ging naar Kristel Alons en Guy Somers van Fontys Hogeschool Transport en Logistiek met het project SYN-ERGIE. Zie ook het artikel Docent van het Jaar Cyriel: “Erkenning voor wat je doet" voor de andere prijzen die tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van Fontys werden uitgereikt.

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.