Een goed gesprek of eindelijk echte discussie?
De Belgische professor. De Vlaming. Hoogleraar uit Leuven. Zomaar wat omschrijvingen van ‘de man wiens naam niet meer genoemd mag worden’. De goeroe was hier de afgelopen jaren kind aan huis om tijdens ‘inspiratiesessies’ te komen uitleggen hoe het onderwijs helemaal anders moet en hij wist zijn HILL methode succesvol te slijten. Ongetwijfeld tegen uurtarieven die voor een gemiddelde docent niet zijn weggelegd.
Maar toen werd hij veroordeeld voor een verkrachting en waren de rapen gaar en werd zijn naam in lijn met de huidige cancel culture uit de Fontys annalen geschrapt. Doet me een beetje denken aan het boek Nineteen Eighty-Four dat ik onlangs herlas. De hoofdpersoon werkt op het Ministry of Truth en zijn taak is het herschrijven van de geschiedenis en het aanpassen of verwijderen van zaken uit geschreven bronnen.
De affaire was voor Tina ten Bruggencate aanleiding om een kritisch opiniestuk - DownHILL met een veroordeelde hoogleraar - te schrijven over de HILL methodiek en de manier waarop die binnen Fontys omarmd is. In de reacties veel bijval van collega’s die zich eveneens zorgen maken om de uitholling en marginalisering van vakgericht onderwijs en kennis die met deze onderwijsvisie gepaard gaat.
Ook deelden ze ervaringen dat kritiek en tegenspraak op de visie veelal niet werden geduld en daarom werd er ook anoniem gereageerd, of er werd gesproken van een moedig of dapper stuk. Veelzeggende termen. Waarom zou er in een lerende organisatie ‘moed’ nodig zijn om je mening te geven? Van een open debatcultuur is binnen Fontys allerminst sprake gebleken. Wel van tunnelvisie.
Er volgde een reactie van voorzitter Joep Houterman: ‘Een onderwijsmethodiek met slechts voordelen bestaat niet’. Hierin stelt hij onder meer dat het feit waarvoor Dochy is veroordeeld geen aanleiding zou moeten zijn voor het ter discussie stellen van diens werkwijze (HILL). Maar de portee van Ten Bruggencate’s stuk was niet het vereenzelvigen van methodiek en dader; de affaire was slechts een trigger om de vraag te stellen waarom er zo weinig open discussie is geweest voorafgaand aan de implementatie van diens filosofie. En daar gaat Houterman helaas niet op in.
Het is mooi dat hij nu wel aanleiding ziet voor een goed gesprek over onze visie op onderwijs maar die opmerking lijkt tegenstrijdig aan de net genoemde stelling. Geen discussie over HILL maar wel een gesprek over onze visie? Die dingen zijn toch echt niet los van elkaar te zien.
Ook mogelijk is natuurlijk dat Houterman vindt dat een goed gesprek geen verdere discussie mag inhouden. En het punt blijft staan dat een echte inhoudelijke discussie met ruimte voor tegengeluiden – en zonder ze te diskwalificeren met de ultieme inhoudsloze dooddoener ‘niET mEer Van DeZe tiJd’ - al veel eerder vrijelijk gevoerd had moeten en kunnen worden. Of deze constatering de bestuurskamer echt is binnengedrongen blijft de vraag. Aan gespreksstof voorlopig geen gebrek.
Ewoud Jansen is docent Finance & Economics bij de opleiding International Business en auteur van diverse boeken en opiniestukken. Lees hier zijn eerdere columns voor Bron.
:(
Terwijl zo'n debatcultuur (naar mijn idee, ik maak het hier wekelijks tijdens de lokale fractievergaderingen mee) juist ervoor zorgt dat situaties zoals nu met "DowntheHILL" (mooi gevonden overigens) voorkomen kunnen worden. Of ben ik nu heel kort door de bocht?
In mijn ogen is het apart dat we inderdaad als medewerkers van een Hogeschool totaal niet weten wat nu willen of moeten doen. Is dat nu het gesprek, de discussie, een ontwerpsessie en dat komt volgens mij omdat we geen antwoord geven of krijgen op de 'en nu?' vraag.
In principe ben ik het met je eens dat doodzwijgen en dooddoeners geen zin hebben. Alleen snap ik ook niet dat we of jij in dit geval spreekt van 'onze visie' op onderwijs. In de kern vind ik dat we ons als Fontys medewerkers en/of als groep/instituut/team gedragen als iemand met 2 nationaliteiten. De ene keer komt het ons uit om ons te identificeren als X en de andere keer komt het ons beter uit om Y te zijn.
In alle verhalen, opiniestukken en meningen zie ik amper tot niet de STUDENT terugkomen. Dat is opvallend, toch? Immers wij doen ons werk voor en met de jongeren, en relatie tot context waarin zij later gaan werken en op een aardbol waar zij van betekenis gaan of willen zijn. We leggen zo enorm de nadruk op methoden, modellen, onderzoeken, theorieën en het halen van een ieder zijn gelijk dat het bijna schrijnend is om te zien dat we verder en verder af komen te staan van de kern waar een 'school' zich mee bezig moet houden.
Kortom terug naar de bedoeling, het gesprek voeren over de bedoeling en de bedoeling uitdragen met zijn allen dat is wat er in mijn ogen meer en meer verdwijnt.