Eindhoven,
24
april
2018
|
17:11
Europe/Amsterdam

Stoepranden is zo gek nog niet

De bewegingsvaardigheid van basisschool-leerlingen verslechtert. ALO Nederland ‒ een koepel van gymnastiekopleidingen waarbij ook Fontys is aangesloten ‒ pleit voor een vakleerkracht bewegingsonderwijs op elke basisschool. Lars Borghouts van Fontys Sporthogeschool nuanceert: “Ik begrijp die wens van de Academies van Lichamelijke Opvoeding, maar weet niet of dit direct de oplossing is.”

door Frank van den Nieuwenhuijzen
Borghouts, naast ALO-docent ook onderzoeker met als expertise bewegingsonderwijs, wijst op een wereldwijde trend: bewegingsarmoede. “Overal zie je dat kinderen minder bewegen. Buitenspelen is ingeruild voor binnen gamen.” Dat draai je volgens hem niet om met extra docenten. “Bovendien blijkt dat het buitenschoolse sporten juist toeneemt. Kinderen zijn bijvoorbeeld volop actief in sportverenigingen.”

Kwaliteit van bewegen
De oproep van ALO Nederland komt voort uit de recent gepubliceerde Peil.Bewegingsonderwijs 2016-2017. De Onderwijsinspectie onderzocht de motorische en bewegingsvaardigheden van jonge kinderen op aspecten als balansvaardigheid, balvaardigheid, rennen en springen. “Op vijf van de acht testjes scoren kinderen slechter dan een aantal jaren terug. Opvallend is dan weer dat de prestaties op de Shuttlerun (waarbij deelnemers steeds sneller een bepaalde afstand moeten afleggen, red.) beter zijn geworden. Met het uithoudingsvermogen zit het dus wel goed.”

Lars Borghouts vindt het positief dat de Peil.Bewegingsonderwijs ook veel aandacht heeft voor motoriek en de kwaliteit van bewegen. “Bij bewegingsarmoede draait het vaak om effecten als overgewicht en gevaren voor de gezondheid. Maar ook de motoriek lijdt eronder.” Volgens Borghouts kan dat bijvoorbeeld gevolgen hebben voor de Lars Borghoutstopsportcultuur in ons land: over tien jaar zien we mogelijk minder Epke Zonderlands en Arjen Robbens. “Maatschappelijk gezien misschien nog belangrijker: wellicht constateren we straks een toename van het aantal huis-, tuin- en keukenongevallen. Het is echt wel meegenomen als je goed je evenwicht weet te houden op een ladder.”

Pauzegedrag
Wat kunnen we doen om de trend te keren en bewegingsvaardigheden van kinderen te verbeteren? “Er is op dat gebied veel onderzoek gedaan, ook door ons. Op scholen dragen kleine ingrepen al bij. Kijk bijvoorbeeld naar het ‘pauzegedrag’ van kinderen. Geef ze materialen (bijvoorbeeld ballen en springtouwen) waarmee ze zich kunnen uitleven. Of breng belijningen aan op de speelplaats. Vaak blijkt dat kinderen dan vanzelf in beweging komen.”

Bestrijding van bewegingsarmoede zit hem (soms) in kleine dingen. En het is niet alleen een taak van school. “Vorige week kwam Jantje Beton al met het nieuws dat kinderen steeds minder buiten spelen. In steden als Den Haag zijn er al wijken waar kinderen niet langer leren fietsen. Dat heeft misschien te maken met je culturele achtergrond. Maar het kan ook komen door ouders die er al te makkelijk voor kiezen om de kinderen ‘even’ met de auto naar school te brengen. Of ze houden kinderen bewust binnen omdat het op straat te druk zou zijn.”

En dat terwijl 75 procent van de kinderen juist aangeeft ‘blij’ te worden van buiten spelen. Borghouts: “Ik ben 46 en in mijn jeugd was dat nog een vanzelfsprekendheid. Wij zijn onder meer opgegroeid met stoepranden. Een prima spel als je het hebt over de ontwikkeling van de motoriek.”