Eindhoven,
21
september
2020
|
16:33
Europe/Amsterdam

“Onze gasten op de zorgboerderij kregen een klap”

Voor de rubriek ‘Eerste Stappen’ portretteerde Bron - tot de coronapandemie begon - Fontys-alumni over hun eerste baan. Nu interviewen wij een aantal van hen opnieuw. Hoe is het ze sindsdien vergaan? Zorgcoördinator Lisa Beijers heeft haar prioriteiten inmiddels verlegd.

We spraken de oud-studente Toegepaste Gerontologie aan Fontys Hogeschool Mens en Gezondheid in april 2019. “Dit is mijn droombaan”, zei Lisa (31) toen, over haar werk op de het bedrijf van haar ouders. “Bovendien heb ik een mooi toekomstperspectief, wie weet wil ik de zorgboerderij ooit overnemen.” Hoe is dat nu?

Sneltreinvaart
“Er is het nodige veranderd”, vertelt Lisa. Toen we in juni weer open konden, zagen we veel verloop onder onze gasten. De mensen die niet langer thuis wonen, en in de voorbije maanden naar een instelling zijn gegaan, komen niet meer hier.”

Voor veel mantelzorgers werd de thuissituatie te zwaar, weet Lisa uit de reacties die ze krijgt. “Dat raakte door corona in sneltreinvaart. Daarbij komt Foto's: Ton Toemen.waarschijnlijk dat de wachtlijsten in de ouderenzorg snel krompen door het grote aantal overlijdens daar. Mensen kunnen dus makkelijker geplaatst worden.”

Met name ook voor mantelzorgers betekende de lockdown een last. “Door de opvang van hun hulpbehoevende familielid bieden we hen een paar dagen per week adempauze. Die externe ondersteuning werd ineens volop gemist.”

“Hetzelfde geldt natuurlijk voor onze gasten. We horen vaak dat zij een klap kregen doordat ze de prikkels en de structuur van even naar buiten misten. Dat ze daardoor sneller achteruitgingen.”

Contact op afstand
Toen in de loop van maart duidelijk werd dat Op de Mózik (het bedrijf is vernoemd naar het gehucht Moostdijk, in dialect ‘Mózik’, red.) tijdelijk dicht moest, werd snel geschakeld.

“We gingen
nadenken over vervangende zorg. Niet alleen vanwege de formele zorgplicht die we hebben, maar ook omdat je zo’n hechte band opbouwt met ouderen die dagelijks bij ons in huis zijn, en je elkaar gewoon mist.”

Lisa en haar collega’s maakten vlogs, waarin bijvoorbeeld de boerderijdieren en de aanleg van een nieuwe moestuin op de voet werden gevolgd. Ook belden ze bijna dagelijks met de ouderen en hun mantelzorgers. “Op die manier konden we ons zorghart toch laten spreken.”

Geen financiële zorgen
Overigens heeft het bedrijf geen acute financiële zorgen. “Al vroeg werd duidelijk dat de budgetten voor mensen met een zorgindicatie voorlopig doorbetaald werden. Dat biedt in onze sector dus verlichting.”

Inmiddels is de zorgboerderij weer open. “Omdat we werken met dementerende ouderen, is die anderhalve meter een voortdurende uitdaging. Mensen blijven elkaar opzoeken en aanraken... Juist om de regels goed in acht te kunnen nemen, werken we bewust met minder gasten dan zou mogen.”

Maar er is ook humor. ‘Afstand houden, zeg ik steeds, denk aan het coronavirus!’ -Is die vervelende vent nog steeds hier?, hoor je dan roepen.”

Toekomstperspectief
Lisa erkent dat haar toekomstperspectief is verschoven, maar dat komt niet alleen door corona. “Rond Kerst ben ik moeder geworden van een zoon. Toen ik terugkwam van zwangerschapsverlof, zaten we hier midden in de lockdown.”

“Ik ben een dag minder gaan werken, en ja, de prioriteiten liggen anders. Vorig jaar gaf ik aan dat ik het bedrijf misschien ooit wilde overnemen. Overigens is dat idee nog lang niet concreet, omdat mijn ouders relatief jong zijn en nog wel een tijdje doorwerken.”

“Maar soms twijfel ik of ik überhaupt wil ondernemen. Het kost je veel meer dan 40 uur in de week, en er komt soms de nodige onzekerheid bij, zoals deze crisis. Nu ik moeder ben geworden, weet ik niet of ik die inspanning en die druk aan wil.”

Ben je tevreden? - standaard de laatste vraag in de rubriek bij ‘Eerste Stappen’. “Toch wel…”, antwoordt Lisa. “Ik ben blij dat we er weer kunnen zijn voor de gasten. Het is deels behelpen, maar de blije gezichten zijn terug.”Over de toegevoegde waarde van haar werk voor de bezoekende ouderen hoeft ze allerminst te twijfelen. “Als we ze belden zeiden sommige ouderen: Ik mis thuis… Daarmee bedoelden ze dan onze boerderij.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.