Eindhoven,
06
februari
2024
|
14:05
Europe/Amsterdam

"Onderwijsvernieuwing vraagt vooral meer samenwerking"

Samenwerken, veel meer samenwerken. Dat is de belangrijkste les die het Fontysbestuur trekt uit het onderzoek naar onderwijsvernieuwing binnen de instelling. Het bestuur onderschrijft de belangrijkste knelpunten die de onderzoekers noemen: niet altijd wordt iedereen op het juiste moment en op de juiste wijze betrokken bij die processen en er wordt te weinig gebruikgemaakt van de kennis die er elders intern al is.

De eindrapportage van het Team Audit dat in opdracht van het bestuur intern onderzoek deed naar onderwijsvernieuwing binnen Fontys, verscheen gisteren. De rapportage bevat tal van aanbevelingen, maar gaat kritiek op hoe op dit vlak processen binnen de instelling tot nu toe verliepen ook niet uit de weg. 

“Nee, maar dat is ook logisch”, stelt Houterman. “We hebben een jaar geleden al gezegd dat het op sommige plekken minder goed ging dan gehoopt. En dat we moesten leren van hoe het tot nu toe gegaan is. Dat is nu allemaal op een rij gezet. Kijk, onderwijsvernieuwing is de verantwoordelijkheid van de instituten. De keerzijdes daarvan worden nu ook duidelijk. Er is zoveel ervaring en kennis binnen Fontys die nu elders binnen onze organisatie niet wordt ingezet. En ja, dat geldt uiteraard voor veel zaken: bedrijfsvoering, AI, noem maar op. We moeten dit beter gaan benutten.”

Centralisatie
Houterman benoemt hoe bij de introductie van Fontys for Society al is benoemd dat de decentrale sturing wat meer moet worden losgelaten. Toch ziet hij in de rapportage over de onderwijsvernieuwing niet een reden om volledig op centralisatie over te gaan. “Dit gaat niet over meer of minder centralisatie. De kern van de conclusies is dat we naar veel meer samenwerking moeten.”

Joep Houterman“Het is een heel groot goed dat teams en opleidingen de primaire verantwoordelijkheid dragen voor vernieuwingen. Dat moeten we vasthouden, maar daarnaast moeten we ook elders dingen ophalen en zo leren van elkaar.” Maar in het rapport staat dat de directeuren nu de eindverantwoordelijkheid dragen, niet de teams en opleidingen. Wat moet daar dan aan veranderen? “Klopt, dat hebben we als bestuur destijds bij de directeuren belegd en dat blijft daar ook. Waar we nu wel op gaan sturen, is op het Fontysbreed meer met elkaar verbinden.”

Vraagstuk
En dat is ook meteen het grote vraagstuk voor het bestuur, stelt Houterman: hoe de verantwoordelijkheid bij de instituten te houden en ondertussen toch te verbinden.  Hij benoemt de wijze waarop TEO, de transitie van het educatieve onderwijs, sinds enkele jaren wordt vormgegeven. “Hoe onderwijsvernieuwing in het educatieve domein wordt opgezet, is wel een voorbeeld van hoe je dit kunt doen. Het is bewerkelijk en er zit behoorlijk wat regie op, zeker. Maar veel van de aanbevelingen die nu in deze rapportage staan worden daar in praktijk gebracht.”

Het uitvoeren van die aanbevelingen uit de rapportage, zo geeft de Fontysvoorzitter toe, zal sowieso veel tijd en kruim kosten. “Onderwijsvernieuwing gaat nu eenmaal niet van de een op de andere dag. Je moet het stap voor stap doen. Het is een heel ingewikkeld vraagstuk. Niet alles lukt altijd meteen en het is ook nooit klaar. Deze rapportage moet je zien als een routeplan waarbij je de aanbevelingen als instructies kunt zien waar je constant aan kunt refereren.”

“Zaak is om het vooral aan de voorkant goed in te richten. Als je ergens aan begint moet je op de allereerste plaats ervoor zorgen dat iedereen dezelfde ‘tools’ heeft. Benut alle stakeholders, perspectieven en kennis. Daarmee leg je de basis voor onderwijsvernieuwing. Is dat gemakkelijk? Nee. Is dat de beste weg om te bewandelen? Ja.”

Stimuleren
Houterman somt een aantal zaken op die in zijn ogen essentieel zijn om tot goede resultaten te komen. Elkaar bevragen, elkaar stimuleren, informatie ophalen binnen en buiten Fontys, alle belanghebbenden overal bij betrekken. En vooral, hij benadrukt het nog maar eens, samenwerken. “Dat is waar we als bestuur in elk geval nu vooral op inzetten: op het sturen en operationeel maken van die samenwerking.”

En voor kritische noten blijft zeker ruimte. Of zoals hij het namens het college van bestuur in het voorwoord van de rapportage schrijft: “We gaan frictiepunten en het ongemakkelijke gesprek niet uit de weg en maken duidelijk hoe we vervolgens tot bepaalde keuzes komen. Onderwijsvernieuwing is geen exacte wetenschap. Alleen door te doen, naar elkaar te luisteren en écht samen aan de slag te gaan, ontwikkelen we onderwijs dat zichzelf door continue feedback van docenten, studenten en werkveld bewijst.” 

Concreet zijn inmiddels ook de eerste stappen genomen, stelt Houterman. “Er zijn semipermanente teams opgericht die overal binnen Fontys hulp en ondersteuning kunnen bieden bij onderwijsvernieuwing. Die teams bevatten experts vanuit de diensten, maar ook vanuit de instituten en docententeams die hierover veel kennis hebben en ervaringen hebben opgedaan.” [Jan Ligthart]

Reageren kan hieronder. Eenmaal gepubliceerde reacties worden niet verwijderd

Reacties 1 - 3 (3)
Bedankt voor uw bericht.
Maurice Smeets
09
February
2024
Helemaal mee eens Henk, en dan in het bijzonder: 'Maar dan moet het CvB ook de koersbepalende principes ter discussie durven stellen, die naar mijn mening voor zoveel ellende hebben gezorgd. Ik durf de stelling aan dat de problemen die wij nu ervaren geen kinderziektes zijn die metertijd wel zullen verdwijnen, maar op punten fundamenteel verkeerde keuzes betreffen. Daar moeten we het over hebben!'.
Alexander van Dam
08
February
2024
Als ik terugkijk naar de onderwijsvernieuwingen en de daarmee samenhangende organisatiewijzigingen die bij ons instituut plaatsgevonden hebben, dan vind ik persoonlijk dat er een probleem groter was dan gebrek aan samenwerking: een gebrek aan sociale veiligheid en ECHTE aandacht voor de zorgen die mensen daarbij hadden.

In ons instituut veranderde in korte tijd heel erg veel:
- Vaste werkplekken verdwenen
- de teams gingen op de schop
- je ging van kleinere ruimten (klaslokalen, groepslokalen) naar grote open leerpleinen (OIL's, of hoe ze bij andere instituten ook mogen heten)
- Je kreeg in veel gevallen een andere teamleider
- De didactiek en/of inhoud veranderde, zonder dat je hier echt voor opgeleid werd (2x een workshop van een uur is geen opleiden wat mij betreft)

Een aantal collega's verwoorde het toen treffend: "Het lijkt wel alsof ik een nieuwe baan begonnen ben, alleen staat er nog hetzelfde bedrijf op mijn salarisstrook" en ook "Ik voel me als een nomade in mijn eigen baan." Vervolgens was de aanname wel dat je je daar als docent wel even aan zou kunnen aanpassen. Dat de verandering ook nog eens samenviel met de corona-tijd maakte het nog complexer. Als je dan ook nog eens een neurodiversiteit hebt als AD(H)D of ASS wordt het nog weer moeilijker. Helaas zijn gesprekken hiervoor vaak maar oppervlakkig gevoerd en is er (in de ogen van betrokkenen) te weinig opvolging aan gegeven, met alle gevolgen van dien voor vertrouwen en sociale veiligheid.

Het rapport geeft op dit punt wat mij betreft ook een treffende aanbeveling: "Houd in het ontwerp, ontwikkeling en uitvoering van onderwijsvernieuwingen rekening met potentieel onveilige situaties voor studenten, docenten en overige medewerkers. Denk hierbij aan groepswerk en peerfeedback bij studenten, begeleiding en coaching voor medewerkers en (midden)management en Fontysbrede samenwerking rondom dit thema."

Ik vind het oprecht heel jammer dat in de reactie van het CvB dit aspect helemaal niet aan bod lijkt te komen. Ik zou het CvB dan ook willen oproepen om te gaan van "Onderwijsvernieuwing vraagt vooral meer samenwerking" naar "Onderwijsvernieuwing vraagt vooral meer sociale veiligheid" en hier kennis die we binnen Fontys hebben pro-actief en in een vroeg stadium te betrekken. Denk daarbij aan de ADHD community, Autisme ambassade, pride community en tal van andere initiatieven die we binnen Fontys hebben. Dan komt die samenwerking ook vanzelf.
Henk Verhoeven
07
February
2024
De wereld verandert, zo stelt het CvB in het voorwoord van het rapport van het interne auditteam van Fontys. Dat is onmiskenbaar waar (hoewel evengoed beweerd kan worden dat het meeste in de wereld ongeveer hetzelfde blijft), en dit betekent dat WAT er in het onderwijs aan bod moet komen, ook moet mee veranderen. Was ChatGPT een paar jaar terug een onbekend begrip; tegenwoordig zou het van slecht onderwijs getuigen als daar géén aandacht aan geschonken werd. Dat het WAT verandert, betekent echter niet dat het HOE daarmee ook meteen moet veranderen. De manier waarop mensen leren, cognitieve processen verlopen, emoties en sociale verbanden functioneren of de wijze waarop identiteitsvorming plaatsvindt en informatie wordt verwerkt, dat is de laatste duizenden jaren amper tot niet veranderd (evolutie gaat niet zo snel). Dat betekent niet dat het onderwijs van laten we zeggen vijftig jaar terug perfect aansloot op wat we weten over leerpsychologie, studiemotivatie en de identiteitsontwikkeling van jongeren, maar het rechtvaardigt evenmin bewezen methoden zomaar bij het grofvuil te zetten. Iets waar Fontys de laatste jaren nogal een handje van heeft.

Het CvB zegt een open dialoog te willen aangaan, samenwerking te stimuleren en faciliteren zodat onderdelen van Fontys van elkaar leren. Dit klinkt bemoedigend. Maar dan moet het CvB ook de koersbepalende principes ter discussie durven stellen, die naar mijn mening voor zoveel ellende hebben gezorgd. Ik durf de stelling aan dat de problemen die wij nu ervaren geen kinderziektes zijn die metertijd wel zullen verdwijnen, maar op punten fundamenteel verkeerde keuzes betreffen. Daar moeten we het over hebben!

En om alvast maar een voorzetje te doen. Kunnen we echt Talentgericht onderwijs verzorgen? Of leiden we mensen op voor een vak waarin altijd elementen voorkomen die minder bij jouw profiel passen? Urgentie? Of behandelen wij onderwerpen die dermate complex en genuanceerd zijn dat ze juist rust, tijd en bezinning vragen en niet met een flitscollege in te vullen zijn? Student eigenaar van zijn leerproces? Of accepteren we dat de student de weg ook niet weet en (terecht) verwacht dat de docent hem daarin richting en sturing geeft en pas loslaat als hij daar aan toe is? Leren in een authentieke leeromgeving? Of beseffen dat daar nadrukkelijk stapsgewijs naar toegewerkt moet worden en dat noch student, noch werkveld noch Fontys erbij gebaat zijn als mensen voorbarig met uitdagingen geconfronteerd worden die ze niet aan kunnen?
Hugo Gruijters
07
February
2024
Prima reactie Henk. Helemaal met je eens.