's-Hertogenbosch,
12
november
2020
|
09:48
Europe/Amsterdam

Fontys-lector heeft 2 extra verbetervoorstellen voor passend onderwijs

Fontys-lector Linda van den Bergh is niet negatief over de 25 verbetervoorstellen die minister Slob heeft gedaan voor het ‘passend onderwijs’. In deze opiniebijdrage stelt zij echter dat één punt ‘venijnig’ is én ze voegt twee voorstellen toe: nummer 26 en 27.

Op 4 november presenteerde minister Slob de kamerbrief met 25 verbetervoorstellen om een nieuwe weg in te slaan met passend onderwijs. Het doel van de voorstellen is met name het geven van meer houvast in het stapsgewijs bereiken van ‘inclusiever onderwijs’.

De minister heeft veel oog voor de leerlingen en hun ouders, die beter geïnformeerd en gehoord moeten worden. Er komen heldere procedures voor situaties waarin school, leerling en ouders er samen niet uitkomen, een landelijke norm voor de Linda van den Bergh - foto: Bas Gijselhartbasisondersteuning en toezicht hierop door de inspectie.

Juiste voorwaarden
Ook voor de samenwerkingsverbanden en besturen zijn voorstellen geformuleerd in de vorm van helderheid over eisen en verantwoordelijkheden, governance en bekostiging. Al deze maatregelen zijn gericht op het scheppen van de juiste voorwaarden voor de plek waar het moet gebeuren: de school, de klas en in samenspraak met ouders en leerlingen.

Op LinkedIn zien we de eerste reacties in de trant van: ‘Oh nee, toch niet weer 25 regeltjes erbij!?’ Dat blijkt gelukkig niet het geval. Op verschillende manieren probeert de minister de leraren juist te ondersteunen door betere voorwaarden te scheppen en door administratiedruk terug te dringen.

Grote klassen blijft probleem
Aanpak van het lerarentekort en de werkdruk, meer duidelijkheid over eisen en verwachtingen en dit alles gepaard met een handreiking over de eigen professionele ruimte van leraren. Ik vind het mooi en zinvol, alleen is één specifieke zin in het rapport wel venijnig: Leraren kunnen beter geëquipeerd en vooral ondersteund worden, ook omdat de klassen niet zomaar kleiner zijn te maken’.

In de tijd van het lerarentekort en corona klinkt dit heel vanzelfsprekend. Toch is de gemiddelde groepsgrootte in onze scholen wel een serieus probleem. Er zijn niet meer leerlingen met een problematiek, maar de problematiek is wel zwaarder.

Leraren voelen zich overvraagd en soms tegen de muur gezet. Ik denk dat dit ook een belangrijke reden is dat er wel breed draagvlak voor inclusie is, maar dat de ontwikkeling in de praktijk op dit vlak achter blijft. Want hoe ga je dit doen in een klas met 30 leerlingen?

Verbetervoorstel 26: kleinere groepen
De groepsgrootte hangt af van het beleid van de school, maar dit is veel vaker niet dan wel het beoogde aantal van 23. Studenten in de Fontys-master Educational Needs geven aan: ‘Ik wil wel, maar ik weet gewoon niet hoe ik het moet organiseren’. Andere verhalen hoorden we in het voorjaar, toen er les gegeven werd aan halve klassen. Leraren hadden het gevoel dat ze eindelijk les konden geven zoals zij dat het liefst wilden.

Natuurlijk was dit een uitzonderlijke situatie en speelden er veel andere zorgen, maar we kunnen wel op zoek naar manieren Onderwijsminister Arie Slob.om toch te kunnen werken met kleinere groepen. In sommige scholen zien we die ontwikkeling al wel, bijvoorbeeld door het slim inzetten van onderwijsondersteuners. Dit streven en het goed onderzoeken van mogelijkheden zou mijn verbetervoorstel nummer 26 zijn.

Vakbekwame leerkrachten
Tenslotte zet Slob ook in op een betere voorbereiding op het beroep en op meer aandacht voor leren van elkaar in de scholen. Met name dit laatste is cruciaal. Het goed afstemmen op verschillen vormt het verschil tussen de basisbekwame en de vakbekwame leerkracht.

Deze kwaliteiten ontwikkel je gedurende je loopbaan. Binnen de school kan er zeker meer van elkaar geleerd worden. In onze onderzoeksprojecten valt vaak op hoe prettig leraren het vinden om met elkaar te praten over de visie en opvattingen van waaruit zij handelen en hoe je die dan concreet vormgeeft in je onderwijs.

Voorstel 27: elkaar ontmoeten
Niet zelden horen we echter dat het ongebruikelijk is dit tijdens overleg zo te bespreken. Dit is juist wat hen energie en concrete handvatten geeft, die bruikbaar zijn tijdens de volgende dag dat ze weer voor de klas staan. En het is niet moeilijk te organiseren. Een goed professionaliseringsbeleid, waarin duidelijk prioriteiten worden gesteld en dus keuzes worden gemaakt, is hiervoor essentieel.

Mijn voorstel nummer 27 zou dus zijn om vooral werk te maken van heldere keuzes en de ontmoeting. Organiseer het inhoudelijke gesprek met elkaar, realiseer het leren van elkaar en faciliteer het krijgen van energie van elkaar. De houvast en duidelijkheid die er de komende periode aankomt, zullen hiervoor juist ondersteunend zijn. Benut de ruimte en ontmoet!

Linda van den Bergh is lector Waarderen van Diversiteit bij Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg. Lees ook de eerdere bijdrage die zij schreef voor Bron: ‘Stel de leraar in staat om onderwijs passend te maken’.

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
José Wichers-Bots, lid GPO
12
November
2020
Prima voorstellen!