Eindhoven,
13
januari
2022
|
10:52
Europe/Amsterdam

Flexibiliseren tegen beter weten in?

Flexibilisering is het nieuwste toverwoord in onderwijsland. Ook voor Fontys, zo stelde voorzitter Joep Houterman eerder deze week, is het een speerpunt voor 2022.  Docent en onderzoeker Tina ten Bruggencate oppert haar bedenkingen in onderstaand opinieartikel.    

Er is een hoop gaande in onderwijsland. Er is een nieuwe visie en een belangrijk uitgangspunt in deze visie is dat we moeten flexibiliseren.

Tina ten BruggencateFlexibiliseren dus, daar kan ik wel wat mee. Ik begrijp bijvoorbeeld dat we meer de praktijk in het onderwijs moeten halen, en op deze manier meer urgentie kunnen creëren. We kunnen studenten meer keuzemogelijkheden bieden, zowel op inhoud als op de vorm van het onderwijs.

Maar er komt klaarblijkelijk meer bij kijken; er moet gewerkt worden met stand up meetings, campfire meetings en met zogenaamde datapunten. Studenten bedenken zelf opdrachten, kiezen leeruitkomsten en vragen zelf om de lessen. Toch wel enigszins onder de indruk vraag ik me later vaak af: ja maar hoe dan, hoe ziet dat er concreet uit? 

Als ik probeer dat voor me te zien, zie ik een hele grote ruimte voor me met in het midden een tafeltennistafel, waar studenten en docenten (oh nee, coaches) een soort van verdwaald rondlopen en waar ‘agile’ wordt gewerkt en iets met scrum wordt gedaan.

In het nieuwe curriculum zouden alle verplichte kennisvakken moeten verdwijnen, want de student bepaalt tenslotte zelf welke kennis hij wanneer nodig heeft: een kwestie van zelfregulerend leren. En de kennis of theorie wordt automatisch vervlochten met de praktijkopdracht. (Terwijl we stiekem best weten dat dit vaak niet of heel geforceerd gaat.)

Ik denk dan: zijn feiten en kennis niet juist heel belangrijk in een wereld waar deze steeds minder ertoe lijken te doen? Waar wetenschap wordt genegeerd ten behoeve van macht of populariteit? Gaat het dan niet meer om kennis, maar alleen om houding en vaardigheden? Oftewel, kan iemand met een vlotte babbel maar zonder enige kennis de wereld besturen? (Oké, dit is een beetje een open deur, maar we weten allemaal hoe dat is afgelopen.)

Ook moeten de klassen op de schop en gaan we naar leergemeenschappen van zo’n 50 studenten. Op die manier kunnen studenten meer van elkaar leren en zijn er keuzemogelijkheden voor bepaalde praktijkopdrachten en samenwerkingsverbanden. 

Maar we weten toch dat juist kleine klassen zorgen voor meer verbinding, een beter sociaal-emotioneel welbevinden van de student en uiteindelijk ook leiden tot betere resultaten? Moeten we alle klaslokalen nu open gaan breken en tafeltennistafels neerzetten, om er vervolgens achter te komen dat het misschien toch niet helemaal werkt met die grote leergemeenschappen?

En om maar even terug te komen op eerder genoemde feiten en wetenschap: ik mis die soms een beetje in dit hele flexibiliseringsverhaal. Kunnen we niet leren van eerdere ervaringen van flexibiliseren of onderwijshervormingen? Ik denk namelijk dat het uitmaakt wat voor soort opleiding je hebt qua inhoud en grootte, en wat het beroepenveld vraagt. Welke aspecten van het flexibiliseren passen bij welke opleiding en welke student, welke ervaringen zijn er, welke do’s en don’ts? Wat wil de student eigenlijk, zit die hierop te wachten? 
Het lijkt soms of iedereen maar wat doet en hoopt of bidt dat het goedkomt.

De column van Rens van der Vorst in Bron eerder dit collegejaar was spot on en vat bovengenoemde goed samen: anders is niet altijd beter, beter is beter!

 Tina ten Bruggencate is docent aan Fontys Hogeschool Toegepaste Psychologie en onderzoeker bij het lectoraat Mens en Technologie.  

Reacties 1 - 14 (14)
Bedankt voor uw bericht.
Hans Idema
21
January
2022
Wat een interessante en relevante discussie - dank! Het lijkt me zeker (Zeger-Jan) belangrijk niet in extremen te willen schieten, maar om een goed werkbare balans te vinden. Balans tussen enerzijds 'harde inhoud' leveren en anderzijds: zorgen dat je als/binnen je opleiding voldoende (= veel) vrijheid en ruimte hebt (zie betekenis van het woord Scholè - 'vrije ruimte'*) om flexibel op de praktijk te kunnen inspelen. Inspelen op bijvoorbeeld een specifiek talent en/of nieuwsgierigheid van een student, een prangend concreet vraagstuk vanuit het werkveld of een wat bredere thematiek waarvan een lector reden heeft daar wat nieuwe 'kennis' over te ontdekken samen. 'Kennis' tussen aanhalingstekens overigens, want veel van de kennis waar de wereld momenteel behoefte aan heeft denk ik, is van praktische aard en kan daarmee moeilijk voldoen aan de eis van 'evidence based', wat immers een soort eeuwige, rotsvaste waarheid vooronderstelt. Weten dat water kookt bij 100 graden is nu eenmaal heel anders dan 'weten' wat je als ontbijt moet nemen, hoe je iemand het best van haar lage rugpijn afhelpt of hoe je een productie-afdeling moet aansturen (of studenten moet opleiden, for that matter...). Wat nu 'heel praktisch is', was 20 jaar geleden nog heel anders en werkt over 20 jaar vast weer een stuk minder. Praktische kennis - zeker in tijden van transitie - komt ons niet hapklaar aanwaaien vanuit de wetenschap en zullen we dus grotendeels moeten (blijven) maken. Hoe? 'Gewoon'. Door zelf ervaringen op te doen of te 'co-creëren' of door ze op te zoeken ('theorie') en zo gezamenlijk meningen te vormen over wat wel en wat minder lekker lijkt te werken. Zoals Frank Maas zegt: als docenten blijven denken over je/ons vak. In het hbo worden dat allicht geen knetterharde waarheden, maar zolang we het samen doen wel goede Tijdelijk Werkbare overeenstemmingen (TWO's, Wierdsma en Swieringa). Daar heb je er overigens echt geen 500 van nodig: ik denk dat je elk vak en dus elke opleiding wel zou kunnen terugbrengen tot, zeg, een twintigtal goed doordachte en uitgewerkte 'TWO's' (de 'hardere' inhoud en leidende principes) voor de student om zichzelf op een steeds hoger niveau 'eigen' te maken. Die 20 TWO's (of hoe je ze maar zou willen noemen) vormen dan de harde kern van de opleiding - en maken het mogelijk de rest steeds flexibeler te maken.
Ik denk dat het niet onze taak is om studenten vier jaar lang (in dat geval waarschijnlijk nog wel een tijdjes langer...) richtingloos rond te laten zwerven. Ik denk dat het zeker ook niet onze taak is om 'school' tot een vier jaar durend, volledig vooruitgeplande standaard takenlijst te reduceren. Ergens daartussenin een leuke balans vinden - volgens mij moet dat best lukken toch?
*zie o.a. 'Vrije ruimte' van Kessels, Boers en Mostert.
Thea
17
January
2022
Goed onder woorden gebracht. Ik kan me helemaal vinden in je kanttekeningen bij flexibilisering van onderwijs voor iedere student. Onderwijs laten aansluiten bij verschillende studenten zou mijn inziens, meer ideaal zijn. Dus verschillende leerroutes waaruit een student kan kiezen wat het beste past en beste resultaat oplevert. Dat moet toch mogelijk zijn?
Gabriel
16
January
2022
Over hoe beslissingen genomen worden, zou ik ook deze bronnen aanbevelen:

& Neeleman, M. B. M. (2019). School autonomy in practice: School intervention decision-making by Dutch
secondary school leaders. Universitaire Pers Maastricht. https://doi.org/10.26481/dis.20190628mn
"This dissertation suggests that if evidence plays a role in school leaders’ intervention
decision-making, it is often used implicitly and conceptually, and it frequently
originates from personalized sources. This suggests a rather minimal direct use of
evidence in school intervention decisions. The liberal conception of evidence that school
leaders demonstrate is striking, all the more so if one compares this interpretation to
common conceptions of evidence in policy and academic discussions about evidence
use in education." Zie ook Chapter 5.

& Daniela Argento & Jan van Helden (2021): New development: University
managers balancing between sense and sensibility, Public Money & Management, DOI:
10.1080/09540962.2021.1890923

Als we over evidence-informed praten, dan moeten we constateren dat het lezen van wetenschap een belangrijk startpunt is. Ik zou altijd beginnen met de vraag: "Welke wetenschappelijke bronnen staan aan de basis van deze uitspraken/ ideeën?" Dan weet je ook wat de uitgangspunten zijn als, ten minste, wetenschappelijke bronnen zijn gebruikt.
Frank Maas
14
January
2022
"Ook in de richting van flexibilisering zijn zinnige verbeteringen te bedenken, als je het overlaat aan de pro's: de docenten." En dat vind ik nu een uitstekende opmerking! Dus geen ideologie die opgelegd wordt, geen commissies (ook niet van docenten), maar alle docenten die nadenken over het vak.
Annemarie van den Broek
14
January
2022
Je stelt aan het begin van je stuk een mooie vraag: "ja maar hoe dan, hoe ziet dat er concreet uit?" Misschien had je daar het stukje moeten eindigen. Daarna stap je volgens mij in de valkuil (waar ik zelf vanuit het andere perspectief ook vaak in ben gestapt) dat je gaat polariseren. Je gaat het oude afzetten tegen het nieuwe en het in de voorbeelden die je gebruikt ook een beetje belachelijk maken. Leuk om reactie uit te lokken en dat zie je ook gebeuren, maar met die polarisatie bereiken we niets anders dan dat verschillende insteken lijnrecht tegenover elkaar komen te staan en we elkaar gaan overtuigen van ons gelijk. Onderwijs kan inderdaad anders, maar het gaat er niet om dat het anders moet, het gaat erom dat het beter moet. Flexibilisering is voor mij geen doel op zichzelf. Maar ervoor zorgen dat het onderwijs voor iedereen die wil betekenisvol wordt en motiveert om te leren wel. Iedereen wil toch gemotiveerde studenten die actief en zelfbewust leren en het idee hebben dat wat ze in hun opleiding doen er echt toe doet en toegevoegde waarde heeft. En dat kan beter en misschien vraagt dit wel dat we het onderwijs dan anders vormgeven. Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. Wat dat anders vormgeven is is een zoektocht waar we allemaal mee bezig zijn en waar vanuit onze nieuwe strategische koers terecht aandacht voor wordt gevraagd. Een polarisatie als deze heeft daarin niet zoveel toegevoegde waarde, laten we hier de dialoog over aangaan en elkaar helpen bij het vinden van het antwoord op de vraag: "ja maar hoe dan, hoe ziet dat er concreet uit?"
Michel
14
January
2022
Ik begrijp je feedback en deze is deels terecht maar het polariseren werkt wel twee kanten uit. Flexibilisering wordt regelmatig genoemd als een totaaloplossing die, bijna per definitie, leidt tot gemotiveerde studenten, betekenisvol onderwijs en meer toegevoegde waarde. Het ontbreekt daarbij echter dikwijls aan een 0-meting waaruit blijkt dat er inderdaad sprake is van ongemotiveerde studenten, niet-betekenisvol onderwijs en te weinig toegevoegde waarde. Dat impliciete waardeoordeel kan natuurlijk ook leiden tot polarisatie. Het is dus van groot belang om wel eerst goed te bepalen wat we exact willen verbeteren om vervolgens te bepalen op welke wijze we dat kunnen doen. En daarbij kan flexibilisering een oplossing zijn. Maar het is niet de enige oplossing en zeker geen doel aan sich. Wat goed gaat gaat goed.
John
14
January
2022
Phoe, Wat goed gaat gaat goed.. dan denk ik meteen, je hoeft niet ziek zijn om beter te worden.

We leiden op tot een beroep, we hebben ervaren dat de schoolbanken en het beroep uit elkaar begonnen te lopen. Wat blijkt, de realiteit veranderd sneller dan onderwijs kan (mede door technologie en globalisering).

Maar laten we vooral goed blijven boekhouden, want dat gaat goed, of zijn er nu toch al systemen die dat beter kunnen als mensen? Moeten we dan niet leren om met die systemen én boekhouden om te gaan... Alleen bij blijven is soms al een vak apart, laat staan iemand voorbereiden als zelfverzekerde startbekwame professional.. laat dat een beroep zijn wat zich moet blijven aanpassen, omdat we wereld niet stopt met draaien.
Edwin Schravesande
14
January
2022
Het is een patroon in het publiek debat om vernieuwing in het onderwijs vooral aan de kaak te stellen op het moment dat er iemand charismatisch visionair vernieuwing probeert af te dwingen. Dan is het natuurlijk wachten op de counter vanuit docentperspectief, in termen als 'hypes', 'toverwoorden' en het 'gebrek aan evidence informed denken', niet zelden met historische verwijzingen naar de afgelopen twintig jaar onderwijsbeleid.

Wat me stoort is dat dan impliciet ook de aanleidingen van dat visionaire denken aan de kant worden gezet.

Je mag die grootschalige conceptuele visies niet trekken. Kan ik me voorstellen. Maar wat is dan wel het antwoord op de tekortkoming van het huidige onderwijs? Willen we nou allemaal conservatief blijven doen wat we altijd al deden, of zit er ook nog een beetje creativiteit in de gelederen?

Ik weet voor mij wel het antwoord: kleinschalig en contextueel blijven werken. Dan schalen we op als het werkt, en kijken we ook nog eens zorgvuldig of dat opschalen werkt. En wat er voor het ene kennisvak werkt, werkt niet voor de andere vaardigheid, dus laten we niet alles op een hoop gooien. Maar wél blijven zoeken met z'n allen hoe het onderwijs fris en modern blijft.

En als er dan een keer een bestuursvoorzitter begint met een visie die te hoog over gaat: gewoon even goed kijken hoe de mogelijke investeringen eerst terecht komen bij vernieuwingsprojecten van mensen die gewoon in de praktijk gaan uitvinden wat er wel en niet werkt. Ook in de richting van flexibilisering zijn zinnige verbeteringen te bedenken, als je het overlaat aan de pro's: de docenten.
Frank
14
January
2022
Het probleem van alle mensen die kritisch zijn over de nieuwe ontwikkelingen ligt hem in de religieuze navolging die Frank Maas benoemt: "Jullie snappen het nieuwe onderwijsconcept niet omdat je het nog niet ziet; als je ook op deze manier gaat werken ga je echt zien dat dit onderwijsconcept de enige weg is tot de werkelijke ontwikkeling van een student".
Wetenschappelijke argumenten om met HILL (en de varianten daarop) te gaan werken zijn beperkt maar de artikelen die in voorgaande reacties worden genoemd worden weggezet als niet relevant of oud.
De religieuze navolging blijkt vooral als genoemd wordt dat de student moet afkicken van regulier onderwijs; er wordt zelfs gesteld dat een student de eerste weken in de propedeuse in detox moet!
De student moet ontgiftigd worden?
Worden we nu een sektarisch genootschap waarin we fantastisch onderwijs aanbieden voor een beperkte groep studenten die heel goed kunnen volgen wat de bedoeling is?
Tot nu toe zie ik in de praktijk gewoon de ouderwetse student die in het resultaat gericht leren alleen de context verlegd heeft. Waar vroeger de vraag was "moet ik dat leren voor het tentamen?" hoor ik nu de vraag "kan ik dat als bewijsstuk voor mijn portfolio gebruiken?
Sebas
14
January
2022
Mooi stuk, Tina! Fijn dat je je mening op BRON deelt.

Al zou ik het best leuk vinden als we af en toe konden tafeltennissen (met docenten en/of studenten)!
Henk Verhoeven
14
January
2022
Verplichte stof voor alle onderwijsvernieuwers:
Het boekje dat Zeger-Jan ook al noemde: Wanneer krijgen we weer les?
En: https://www.kirschnered.nl/wp-content/uploads/2021/09/Zwartboek-over-de-Last-van-Slechte-Ideeen-voor-het-Funderende-Onderwijs-progressief.pdf
(Ook voor het HBO zeer leerzaam).
Tot slot: Goed artikel Tina!
John
14
January
2022
Kirchner de grootste borstkloppende onderwijs zuurpruim van deze eeuw. Lees eens wat verfrissende wetenschappelijke literatuur die zich laat blijven uitdagen door wat er in de praktijk gebeurd.. zoals 'de toetsrevolutie'
Frank Maas
14
January
2022
P.S. Over mythes in het onderwijs ook: van der Stel et al., De Leidse Canon: Hoe leren studenten in het hoger beroepsonderwijs, hoofdstuk 6.

Frank Maas
14
January
2022
Hulde aan Tina (en Rens)!
Meer keuzevrijheid voor de student, ja (waar mogelijk en wenselijk). Theoretische kennis en praktijkervaringen gebruiken als docent, jazeker (doen we dat dan nog niet?).
Voor wat betreft de hernieuwde pogingen om het nieuwe leren en een welhaast religieuze navolging van HILL in te voeren: e.e.a. is al zo vaak weersproken en weerlegd, dat wat mij betreft de bewijslast aan de andere zijde ligt.
John
14
January
2022
'De bewijslast ligt aan de andere zijde'... Hoe kan dat? Zul je dan niet eerst in de mogelijkheid moeten worden gebracht om bewijs te leveren. En als dan de resultaten beter zijn als het klassikale onderwijsconcept, ben je dan wel bereid om te veranderen? (en er is bewijs voldoende, maar misschien ben je niet bereid om dat te accepteren). Een growth mindset zou misschien al helpen...

Waar is het bewijs dat het huidige onderwijs aansluit bij leerlingen, als al 25% in het eerste jaar afhaakt en nog maar 50% van de startgroep de gehele studie afrond.. En dan nog dat de meeste studenten, na 4 jaar werken geen werk meer doen waarvoor ze opgeleid zijn. Het bewijs is al lang geleverd dat het huidige systeem failliet is.
Ewoud Jansen
14
January
2022
Hear, hear! Goed stuk in dit verband is ook https://fd.nl/economie-politiek/1246813/scholen-lopen-te-veel-achter-onderwijshypes-aan-lna2cakUg5Rx
Tina ten Bruggencate
14
January
2022
Bedankt, Ewoud en toepasselijk artikel in het financieel dagblad inderdaad. dankjewel voor het delen.
Martje
14
January
2022
Ik hoor vaak dat de moeilijke start van studenten aan een opleiding met een volledig flexibel curriculum komt omdat ze moeten 'afkicken' van al hun voorgaande onderwijs. Hierdoor krijg ik inderdaad het gevoel dat er soms wordt gedacht dat 'als we alles anders doen, alle problemen binnen het onderwijs zijn opgelost'. Als we iets weten binnen het onderwijs dan is het wel dat er geen simpele oplossingen bestaan voor complexe vraagstukken. Alles anders doen zal dan denk ik ook niet de oplossing zijn, juist een combinatie van de factoren waarvan we weten dat ze werken lijkt me waardevol (maar misschien minder aantrekkelijk).
Zeger-jan Kock
13
January
2022
Interessant stuk!
Volledige flexibilisering, en de manier waarop leeruitkomsten hierbij worden ingezet, lijken eerder een vorm van ideologie dan een goed onderbouwde aanpak. Vanuit wat we weten over onderwijs kun je er wel wat vragen bij stellen. Bijvoorbeeld:
- Het idee van leeruitkomsten is al tientallen jaren oud en op vrij grote schaal onder andere uitgeprobeerd in Zuid-Afrika en Australië. Wie kent er een wetenschappelijk review artikel waaruit blijkt dat dit onder alle omstandigheden in het hoger onderwijs een goede aanpak is? Ik heb gezocht, maar het niet gevonden.
- Relatieve beginners in een domein hebben, meer dan gevorderden, structuur nodig hebben als ze zich in dat domein gaan verdiepen (Kirschner, Sweller & Clark, 2006). De vraag is of we die structuur voldoende bieden in een volledig flexibele aanpak. Bij het werken met leeruitkomsten dreigt voor beginners een variant van de zgn. "learning paradox": je snapt pas wat de leeruitkomst betekent als je de kennis hebt verworven waar de leeruitkomst over gaat (op zijn Cruyff's gezegd: "je ziet het pas als je het door hebt"). Zonder die kennis is de leeruitkomst zonder betekenis. Om studenten op weg te helpen is inhoudelijke begeleiding dus onontbeerlijk.
- Er zijn aanwijzingen dat er voor het verwerven van abstracte theoretische kennis en begrip ook theoretische interventies in het onderwijs nodig zijn. Het verwerven van theoretische kennis en begrip vindt niet of alleen oppervlakkig plaats als je je beperkt tot vraagstukken uit de praktijk (zie bijvoorbeeld het proefschrift van Fontys medewerker Dave van Breukelen).
- In een volledig flexibele, op leeruitkomsten gebaseerde aanpak waarin iedereen in een willekeurige volgorde zijn gepersonaliseerde route volgt lijken vakdidactiek en een vakinhoudelijke / vakdidactische bijdrage van docenten te zijn afgeschaft. Onderwijs is dan veranderd in pure procesbegeleiding. In vakdidactiek gaat het onder andere om de specifieke kenmerken van domeinkennis die het lastig maken voor studenten om vakinhoud te gaan begrijpen. En om manieren om studenten daarbij te helpen. Voorbeelden van vakdidactische thema's zijn het proces-object denken in de wiskunde, de hardnekkigheid van alternatieve concepten in de exacte vakken, en het leren uit practica en experimenten. Zonder aandacht hiervoor bewijzen we de meeste van onze studenten geen dienst.
Er is weinig op tegen studenten keuzemogelijkheden te bieden, en de mogelijkheid hun eigen interesse te volgen. Er zal een groep(je) studenten zijn dat makkelijk een eigen weg kan vinden. Maar velen zullen baat hebben bij een gestructureerd aanbod van goed inhoudelijk onderwijs. Kortom: het gaat om het zoeken naar een productieve balans en het aan alle kanten voorkomen dat we vervallen in onderwijsextremisme.
PS: geheel niet wetenschappelijk, maar wel vanuit betrokken observaties geschreven, is het boekje "wanneer krijgen we weer les" van Paula van Manen - die hierdoor overigens haar baan verloor.
Tina ten Bruggencate
14
January
2022
Beste Zeger jan, bedankt voor jouw zeer waardevolle toevoeging. Het lijkt er inderdaad op dat er weinig wetenschappelijke onderbouwing is voor het drastisch flexibiliseren van het hoger onderwijs en het vaak rust op een ideologie. Ik merk wel dat het soms lastig is beide werelden (behoudende en flexibele) te verenigen en dat het emoties oproept. Mooi dat je het boek met de zeer toepasselijke titel "wanneer krijgen we weer les" noemt. Dankjewel!