Eindhoven,
16
december
2022
|
09:44
Europe/Amsterdam

Arian Steenbruggen: ‘Onderzoek is absolute noodzaak’

Arian Steenbruggen (53) is sinds eind augustus lid van het college van bestuur van Fontys. In haar portefeuille: onderwijs en onderzoek. “Ik ben een groot voorstander van talentgericht onderwijs, gecombineerd met praktijkgericht onderzoek en een gelijkwaardig onderwijssysteem.”

Het kantoor van de nieuwe bestuurder op de eerste verdieping van Campus Rachelsmolen is gevuld met een kleine delegatie van de Sporthogeschool. Ze praten over de organisatie van onderzoek. Dit instituut is al ver met de integratie van onderzoek in het onderwijssysteem. De ervaringen zijn positief. Steenbruggen wil hier meer over horen.

Dat doet ze vaker: praten over de organisatie van onderzoek, hoe je dat vervlecht met onderwijs. En over onderwijsvernieuwing, ook vanuit organisatorisch perspectief. Steenbruggen gaat een goed gesprek hierover niet uit de weg. Integendeel: een discussie komt de ontwikkeling van Fontys alleen maar ten goede, meent ze. “Het houdt je scherp.” Zoals onlangs de discussie oplaaide over de Hill-methode, waarbij flexibiliteit en maatwerk vooropstaan.

Toegankelijke organisatie
Steenbruggen was, tot voor haar start bij Fontys in augustus, gedurende zes jaar directeur van het domein Exacte en Natuurwetenschappen en lid van het directieteam van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Daarvoor was ze onder andere Hoofd Onderzoek bij een faculteit van de Universiteit Utrecht en Hoofd Departement Environmental Sciences van Wageningen University & Research.

“Mijn basis ligt in de exacte wetenschappen. Ik ben gepromoveerd in de geochemie.” Ze draagt de wetenschap en de universiteit dan ook een warm hart toe. Niettemin is ze overgestapt naar het hoger onderwijs. “Ik vind Fontys een heel toegankelijke, laagdrempelige organisatie, waar minder hiërarchie heerst dan bij een universiteit. Dat vind ik heel prettig. De cultuur past goed bij mij.”

Kennisketen verbinden
De nieuwe bestuurder geeft aan dat ze een groot voorstander is van talentgericht onderwijs en een gelijkwaardig onderwijssysteem, waarbij onderzoek een belangrijke rol speelt. “Onderzoek is absolute noodzaak. De samenleving vraagt om oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.”

Steenbruggen denkt niet in rangordes. Volgens haar hebben we de hele kennisketen nodig, die wil ze dan ook verder verbinden. Haar achtergrond in de universitaire wereld gaat haar daar zeker bij van pas komen, denkt ze. “Om maatschappelijke vraagstukken daadwerkelijk goed te kunnen aanpakken zouden kennisinstellingen veel meer moeten gaan samenwerken, vooral op het gebied van onderzoek.”

Tot nu toe zag ze hoe lastig dat was in de praktijk. “Universiteiten kijken nog vaak neer op hogescholen en hogescholen gedragen zich onterecht nog regelmatig als Calimero. Terwijl ze elkaar heel goed kunnen aanvullen met praktisch en theoretisch gericht onderzoek.” [Tekst gaat verder onder de foto]

Samenwerken
Een van de universiteiten met wie Fontys dat gesprek al voert en wil blijven voeren, is de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Samen maken ze deel uit van Brainport, de technologieregio waarin grote bedrijven als ASML, VDL en Philips staan te springen om technisch opgeleid personeel.

De TU/e en Fontys onderhouden weliswaar warme banden, maar opereren wellicht onbedoeld en onbewust nog te veel als elkaars concurrenten, constateert Steenbruggen. “We kunnen nog veel meer samen optrekken.”

Ze doelt daarmee op de terugloop in studentenaantallen en de groeiambities bij beide kennisinstellingen. “Die terugloop is overigens deels verklaarbaar door de demografie: minder scholieren in de regio betekent minder studenten.”

Onderwijscompetitie
Steenbruggen gelooft heel erg in gelijkwaardig hoger onderwijs, het ene beroepsgericht, het ander meer theoretisch. Daar moeten we het over kunnen hebben, vindt ze. “Je wilt geen studenten en onderzoeksopdrachten van elkaar afpakken, maar allebei beter worden en groeien. Dat kunnen we in verbinding doen.”

Een einde aan elke vorm van onderwijscompetitie dus. Dat kan volgens de bestuurder bijvoorbeeld door vwo’ers niet alleen te stimuleren naar de universiteit te gaan, maar ook naar het hbo omdat dat beter bij ze past. “Dertig jaar geleden was dat nog heel gewoon." En: "Ik kan me ook voorstellen dat we bepaalde bachelors en masters samen kunnen gaan doen.”

Scharnierfunctie
Maar de verandering moet vooral binnen de eigen instituten plaatsvinden, stelt Steenbruggen. “Als we het goed inrichten, kunnen we een belangrijke scharnierfunctie hebben in de maatschappij.” Zo’n 20 jaar geleden is het hbo begonnen met praktijkgericht onderzoek. Deze ontwikkeling ging eerst heel langzaam, maar die zit de laatste jaren echt in de lift. Het aantal lectoraten, centre of expertise en kenniscentra neemt snel toe.

“We zijn onderzoek er gewoon bij gaan doen in het hoger onderwijs. Maar hoe regel je dat goed?” vraagt Steenbruggen zich hardop af. “Onderzoek moet een plaats krijgen in de basisstructuur van ons onderwijssysteem, zowel organisatorisch als financieel. Ook kunnen we de resultaten van onderzoek nog veel beter uitdragen. Daarnaast zou elke docent een deel van diens tijd aan onderzoek moeten kunnen besteden, en zijn onderzoekers tevens docent.” [Tekst gaat verder onder de foto]

Maatwerkonderwijs
Fontys for Society: onderzoekend, wendbaar en talentgericht. Steenbruggen haalt de speerpunten nog eens aan. Ze kan zich er helemaal in vinden. “Onderzoekend en wendbaar, daar hebben we het over gehad. Talentgericht gaat over de flexibilisering van het onderwijs. In mijn ogen een mooie ontwikkeling die past bij deze tijd, waarin studenten onder meer leren door ze te laten onderzoeken, waarbij ze vragen mogen stellen en feedback krijgen en geven.”

Deze ontwikkeling is jaren geleden al ingezet, betoogt Steenbruggen. “Fontys was in sommige delen van de organisatie al lange tijd bezig met high impact learning en de principes van leren die daarbij horen. Uiteindelijk hebben we vijf uitgangspunten van onderwijs met elkaar afgesproken, elke opleiding moet daaraan voldoen. Dat betekent onderwijsvernieuwing die steeds verder wordt ingezet.”

Tegenstanders van deze onderwijsvernieuwing zullen er volgens de bestuurder altijd zijn, onder docenten en medewerkers, maar ook onder ouders en studenten. “Dat is niet erg, sterker nog, we hebben ze nodig. Zolang we het gesprek er maar over aan kunnen gaan. Er zijn ook mensen die juist naar Fontys komen, omdat het maatwerkonderwijs heel goed bij ze past.”  [Tekst gaat verder onder de foto]

Bindend studieadvies
Dat het bindend studieadvies (BSA) over twee jaar wordt afgeschaft, vindt Steenbruggen ook een goed idee, omdat het BSA niet past bij talentgericht onderwijs. “Iedereen ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Daar moet ruimte voor zijn. Uit analyses in coronatijd hebben we gezien dat we zo’n 9 tot 10 procent onterecht wegsturen. Studenten die normaal gesproken een negatief BSA zouden hebben gekregen, hebben laten zien dat ze later alsnog prima presteerden.”

Critici vrezen dat er zonder BSA studenten op de hogeschool blijven, die niet zullen afstuderen. Steenbruggen erkent die mogelijkheid, maar vindt dat Fontys daar niet haar hele onderwijssysteem op zou hoeven aanpassen. “Het gaat om een heel klein percentage studenten. Bovendien hebben we voldoende andere doorstroomnormen en instrumenten om de voortgang van studenten te meten. Dan kun je ook adviseren om te stoppen.”

Fontys tour
Het College van Bestuur bezoekt geregeld een instituut. Dat heet de Fontys tour. Samen met collega-bestuurders Joep Houterman en Hans Nederlof bezocht Arian Steenbruggen onlangs ACE in Tilburg. Tijdens de lunch zat ze naast een eerstejaars student die van het mbo kwam en vertelde over haar eerste maanden aan de hogeschool.

Steenbruggen: “In eerste instantie wist ze niet hoe ze moest beginnen. ‘Zeg me wat ik moet doen’, vroeg ze steeds. Nu, na bijna vier maanden, is ze als een vis in het water. Ze wordt niet meer getoetst zoals ze gewend was, in plaats daarvan is ze onder begeleiding van docenten volop bezig met haar eigen portfolio en dat vindt ze geweldig.”

Toen de bestuurder dit hoorde, bevestigde dat eens te meer haar keuze voor deze nieuwe uitdaging in het hoger onderwijs. [Marieke Verbiesen]

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
F. Maas
16
December
2022
Ik ben nog steeds de professor dankbaar die mij enigszins dwingend zei dat een andere studie waarschijnlijk beter voor mij zou zijn. Is de propedeuse er niet ook om studies uit te proberen en wellicht erachter te komen dat het niets voor je is? Maar dan wel met enige aandacht van de opleiding: niet koste wat het kost 'n student hier houden terwijl er zoveel andere mogelijkheden zijn. Van Landbouwuniversiteit Wageningen naar MTS Meubelmaker. Van Scheikundige Technologie naar Nederlands recht. Een paar voorbeelden uit mijn omgeving van geslaagde dwingende "adviezen".