Eindhoven,
22
november
2017
|
12:44
Europe/Amsterdam

Zweten en meten

Lezing in Economy of Happiness Week: de technologie als ideale loopcoach?

Kan techniek ons helpen om (sneller) in beweging te komen? En: worden we daardoor gelukkiger en gezonder? Deze vragen staan donderdag centraal in de interactieve lezing Healthier and/or Happier through technology!?  van Steven Vos en Jos Goudsmit. Laatstgenoemde geeft alvast een voorproefje.

“Technologie draagt zeker bij aan de ontwikkeling van een gezondere leefstijl, omdat die direct inzicht geeft in ons bewegingspatroon”, vertelt Jos Goudsmit, docent Sportkunde en onderzoeker bij het lectoraat Move to Be van Fontys Sporthogeschool. “Maar een tracker die alles meet toont óók je niet-bereikte doelen. Dat is soms behoorlijk demotiverend. Technologische toepassingen werken dus zowel positief als negatief.”

Trackers en wearables
Iederreen weet dat bewegen gezond is. Waarom hebben veel mensen toch moeite om in actie te komen? Goudsmit (foto): “De huidige beweegnorm is: wekelijks 150 minuten matig-intensieve inspanning. Daarbij helpt het al als je elk uur even opstaat en rondloopt. Aan die norm voldoet zo’n 60 procent van de bevolking.” Volgens Goudsmit ontbreekt het vaak aan motivatie of moeten mensen eerst door een barrière heen. Bijvoorbeeld: slecht weer of geen tijd. “Dit kun je tackelen als een tracker adequate weersvoorspellingen geeft of een slimme weekplanning maakt.”

In hun lezing verwijzen Goudsmit en Vos naar ondersteunende technologie die de gebruiker coacht en helpt. “Dan hebben we het met name over trackers en wearables. De simpelste variant is het plastic polsbandje met stappenteller. Maar geavanceerdere apparatuur maakt al gebruik van nudging. “Je krijgt dan bijvoorbeeld een waarschuwing als je te lang stilzit. Zo stuurt de technologie dus je gedrag.”

Maatwerk
Het lectoraat Move to Be ontwikkelt een programma van eisen voor een geavanceerde maatwerk-tracker. “Ons onderzoek richt zich met name op hardlopers”, vertelt Goudsmit. “Er zijn volop systemen beschikbaar rond inspanning en trainingsschema’s, maar die zijn niet afgestemd op de wensen en behoeften van het individu.” Naast het streven naar maatwerk willen de onderzoekers ook veel specifiekere informatie integreren. Denk aan: omgevingsfactoren, weersgesteldheid, agenda, sociale verbanden, enzovoort. “De specificaties halen we uit vragenlijsten die zijn ingevuld door deelnemers van de Marathon Eindhoven. We informeren naar motivatie- en omgevingsfactoren, die helpen om de technische hulpmiddelen zo veel mogelijk te personifiëren.”

Zo’n zuiver op het individu toegesneden model bestaat nog niet. “Welke vorm ons systeem uiteindelijk krijgt, is nog open: dat kan een wearable zijn, maar ook een handzaam feedback-model op internet. Het probleem met de bestaande systemen is ook dat ze een wirwar van getallen laten zien, terwijl het uiteindelijk draait om de analyse daarvan.” Het prototype van het systeem moet in 2019 klaar zijn, stelt Goudsmit. “Binnen ons lectoraat zijn we vooral geïnteresseerd in het optimaliseren van een model. Het is aan anderen om zo’n product op de markt te brengen.”

Slimme sportkleding
In de lezing van donderdag krijg je een update van het onderzoek, tegen de achtergrond van de vraag of je nu ook ‘beter’ wordt van dergelijke technologieën. Dat is volgens Goudsmit nog geen gelopen race. “De output van trackers raakt bijvoorbeeld aan je privacy: sommige gebruikers hebben er moeite mee dat hun hele doen en laten wordt opgeslagen. Ook raken mensen gefrustreerd als de resultaten niet de kant op gaan die ze eigenlijk willen.”

Maar dat de techniek evengoed een duidelijke meerwaarde heeft, is duidelijk. “Dat zie je in veel takken van sport al terug. Bijvoorbeeld bij software die de looplijnen van voetballers analyseert. Zulke toepassingen worden steeds laagdrempeliger. Op termijn gaan we die technologieën bijvoorbeeld integreren in kleding. Je loopshirt meet dan dus je hartslag of calorieënverbruik.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]