Eindhoven,
11
februari
2019
|
09:36
Europe/Amsterdam

Wim van der Leegte (VDL): “Ik liep 38 jaar stage”

Wim van der Leegte (71) begon in 1965 aan de hts werktuigbouwkunde, maar studeerde pas in 2004 af. In de tussentijd bouwde hij aan een bedrijf in halffabrikaten en eindproducten, momenteel vooral bekend van de bussen en de auto’s, met een omzet van inmiddels zes miljard euro en 17.000 man personeel: VDL.

De Technische Universiteit trok de jonge Wim van der Leegte niet. “Zes jaar, te lang voor mijn gevoel”, zegt hij. Het werd de hts aan de Frederiklaan in Eindhoven, een voorloper van Fontys Engineering.

Daar ging hij meteen door naar de sterklas omdat hij hbs-b had gedaan. Feitelijk was dat het tweede jaar. “Ja, wat leerde je daar… iets over metaalkunde, pompen, motoren, wiskunde, meetkunde, differentiaalrekenen…”

Zijn tweede jaar was het stagejaar. Dat begon met drie maanden bij een ijzergieterij in Weert, een bedrijf dat later door VDL is overgenomen. “Ondertussen werd het duidelijk dat het niet goed ging met het metaalbedrijf van mijn vader. De zaken draaiden slecht en hij raakte daar overspannen van.” 

Stage bij vader
Vader en zoon smeedden een plan: als Wim zijn volgende stage in zijn vaders bedrijf kon doen, zou hij hem kunnen steunen. “De school ging akkoord, ik denk omdat mijn vader ziek was en zich daarom toch niet al te veel met mijn stage kon bemoeien.”

Drie maanden later stond Wim weer op de stoep. Of hij de stage kon verlengen. Hij herinnert zich nog goed wat de directeur zei: ‘Kom maar terug als het uitkomt’.

In die drie maanden had de Foto: Ton Toemennegentienjarige oudste zoon van Piet van der Leegte feitelijk de leiding van het bedrijf in handen genomen. Zijn analyse: de calculaties waren niet goed, er werd slecht gewerkt en de kwaliteit van de producten deugde vaak niet. 

Neuzen één kant op
“We moesten een plaat leveren aan DAF met bepaalde gaten erin geboord. Ik haalde de beste voorman erbij om die te boren. Het was niet goed. Toen vroeg ik hem om een briefje van 25 gulden. Ik scheurde die in stukken en liet die op de grond vallen. ‘Dat briefje is te plakken, die plaat niet meer.’”

Later in het gesprek zal hij zeggen dat dit natuurlijk geen goede actie van hem was. Hij wil ermee duidelijk maken dat de mensen in het bedrijf geen idee hadden van de kosten. 

“Later ben ik iedere vrijdagavond aan de voormannen precies alles gaan vertellen over calculeren, prijsstellingen en verkoop. Toen ze dat eenmaal snapten, gingen de neuzen één kant op en werd het heerlijk werken hier.”

Geen uren schrijven
“Veel mensen denken bijvoorbeeld dat uren schrijven een manier is om de medewerkers in de gaten te houden. Maar die uren zijn om de kosten van een product te kunnen bepalen. Wie er hard werkt en wie niet, zie ik zo ook wel.” 

Zijn eigen vader was misschien wel het duidelijkste voorbeeld van iemand die technisch goed was, maar minder sterk in commercie: “We maakten snaarschijven, ook voor DAF, voor 11 cent per stuk. Ze konden ze ergens anders voor 10 cent krijgen, dus ze vertrokken.” 

“Een paar maanden later waren ze terug: de kwaliteit van die andere was niet goed. Of mijn vader aan dat andere bedrijf kon uitleggen hoe het moest. Nou, dat deed hij niet, maar hij ging ze wel voor 10 cent verkopen. Want ja, hij wilde DAF graag als klant. Ik zei: waarom niet voor 12 cent?’

Allemaal psychologie
Maar heeft hij dat ondernemerschap te danken aan zijn studie werktuigbouwkunde? “Nou, het was handig dat ik technisch kon meepraten. Maar verder zou ik zeggen: het is allemaal psychologie. Het allerbelangrijkste in heel mijn carrière is altijd geweest dat ik goed met mensen kon omgaan.”

Het duurde tot 2004 voordat hij zich weer meldde bij de hts, inmiddels Fontys. “Binnen het programma Horizon, een voorloper van Brainport, werd een boegbeeld gezocht voor een project om mensen in de loop van hun carrière hoger geschoold te krijgen. Toen heb ik de uitdaging aangenomen om een eindscriptie te schrijven.” 

Hij loopt naar de kast, waar hij een stapeltje gedrukte exemplaren heeft liggen van Behoud van industrie in Nederland door meer arbeidsflexibiliteit, door Wim van der Leegte.

Productie hier houden
In zijn scriptie heeft hij zijn visie neergelegd op de mogelijkheden om werk in Nederland te houden, een thema dat hem al sinds de jaren 80 bezighoudt. “Je zag toen dat mensen hier ontslagen werden omdat de productie in het buitenland goedkoper kon. Dat past niet bij mij, ik ben altijd bezig geweest om, bijvoorbeeld door werkgelegenheid hier te houden.”

Zijn afstuderen op 57-jarige leeftijd was een publiek gebeuren met een minister (Maria van der Hoeven, Onderwijs) die hem aanmeldde bij Fontys en een staatssecretaris (Mark Rutte, Onderwijs) die het papiertje uitreikte. 

“Ik heb het binnen drie maanden afgerond. Ik moest ook een presentatie houden, daarvoor heb ik geoefend tijdens de jaarvergadering van de ondernemersorganisatie FME. Daar waren 600 mensen, op mijn afstuderen luisterden er vijf.” Met al die belangstelling zag de afstudeerder zijn kans schoon om wat stevige aanbevelingen te doen aan de overheid over het industriebeleid.

Meer zelfvertrouwen
Al was het misschien een beetje voor de Bühne - Van der Leegte kreeg ook nog assistentie bij zijn onderzoek - het afstuderen heeft hem geen windeieren gelegd. “Je krijgt er meer zelfvertrouwen van.”

Hij kreeg ook een column in de krant. “Daarin kon ik mijn ideeën kwijt, tot in de politiek toe. Er is weleens in de Tweede Kamer gevraagd: heeft u de laatste column van Wim van der Leegte gelezen? Ik vond dat wel stoer.”

Kinderen in bedrijf
Net als hijzelf, hebben zijn drie kinderen ook hun opleiding – vooralsnog - niet direct afgemaakt. “Maar zij zijn nog geen 57 jaar oud. Pieter, Jennifer en Willem: ze zijn alle drie in het bedrijf van hun vader terechtgekomen. “Op zeker moment zag mijn dochter het niet meer zitten op school. Ik zei: ik zoek nog een directeur bij VDL Lasindustrie, je kunt maandag beginnen.”

“Naderhand zei de financieel directeur van dat bedrijf tegen mij: het is goed om iemand te leren zwemmen. Maar moest dat midden in de Noordzee?”

En dan Willem, zijn opvolger sinds 2016. “Die spreekt vloeiend Engels. Ja, als ik terugkijk had ik daar misschien iets meer aandacht aan moeten besteden, mijn talen. Maar ik had geen interesse en geen aanleg. Dat Engels van hem kan ik niet eens volgen!” [Debbie Langelaan]

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
M. De Beer
22
May
2019
Alle neuzen dezelfde kant in zegt Dhr Van de Leegte. Waar is het dan in godsnaam fout gegaan!!