We worden dommer door de smartphone
Smartphones maken ons niet 'smarter'. Integendeel, betoogt docent Ruud Thelosen van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek. We worden er zelfs dommer van, zo schrijft hij in onderstaand opiniestuk.
Dagelijks zie en ervaar ik de enorme impact die digitale hulpmiddelen zoals laptop en smartphone op het hoger onderwijs hebben.
Na ruim drie decennia in het hoger onderwijs werkzaam te zijn geweest, kan ik wel zeggen dat deze invloed zeker niet alleen positief is op het leervermogen en de leerprestaties van studenten. Daarom was ik zeer verbaasd om te lezen dat een dissertatie van Niklas Johannes het tegendeel 'bewijst'.
Niklas Johannes promoveerde deze maand op onderzoek naar de invloed van de smartphone. Zijn conclusie: er is geen bewijs dat de smartphone ons dom houdt of ons concentratievermogen aantast. "Het is niet bewezen dat het lezen van een boek waardevoller is dan interactie via een scherm", zei de onderzoeker in een interview met het AD.
Johannes deed promotieonderzoek naar de invloed van de smartphone op ons welzijn en onze concentratie. Het eerste aspect heeft weinig met leerprestaties te maken maar het tweede natuurlijk wel. Het veelvuldig en kortstondig afgeleid worden door digitale middelen zorgt ervoor dat de leertijd en het leervermogen afnemen, dat is mijn conclusie.
Recent onderzoek van de OESO - de zogenaamde Pisa-test - dat in december is verschenen, versterkt mijn opvatting. De resultaten wijzen uit dat Nederlandse scholieren flink gezakt zijn in het niveau van leesvaardigheid en taalinzicht, vergeleken met andere landen. Ook de kennis van scholieren over natuurwetenschappen daalt.
Een ander recent bericht gaat over het verlagen van de exameneisen voor middelbare scholieren voor de vreemde talen Duits en Frans. Het taalniveau is dus kennelijk gezakt. Is dit mede door het mobieltje?
Meer verkeersdoden
Nog frappanter is dat recent uit onderzoek van Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) ook bleek dat het gebruik van de smartphone door automobilisten en fietsers leidt tot een substantiële vermindering van aandacht en concentratie in het verkeer. Dat verklaart mogelijk dat het aantal verkeersdoden vanaf 2014 is toegenomen na jaren van dalingen.
SWOV beweert zelfs dat 68 procent van de ongevallen komt door afleiding door onder andere smartphonegebruik. Dit staat haaks op de onderzoeksresultaten van Johannes.
Ogen en oren
Als het gaat om de effecten van de smartphone op het welzijn van mensen moet één aspect niet onderbelicht blijven en dat is gezondheid. Zo heeft onderzoek aangetoond dat de mobiele telefoon ook een gevaar is voor onze ogen. Steeds meer kinderen hebben slechtere ogen en moeten een bril dragen.
Daarbij komt een toegenomen schade aan de oren door langdurig gebruik van 'oortjes' met te veel decibellen om muziek of luisterboeken te beluisteren. Ook zijn er indicaties dat langdurig gebruik van het mobieltje dicht bij ons hoofd nadelige effecten heeft op ons innerlijke gehoororgaan en onze hersenen.
Daar komt nog bij dat een aantal mensen last heeft van de toegenomen elektromagnetische velden van digitale netwerken. Bij het uitrollen van 5G-netwerken neemt dat waarschijnlijk verder toe. Al met al genoeg reden om iedere smartphone te voorzien van een medische bijsluiter.
Twijfels
De vraag moet dus zijn of het promotieonderzoek van Johannes wel valide en betrouwbaar is. De universiteit en de hooggeleerde promotoren vinden kennelijk van wel. Ik houd twijfels. De resultaten uit de experimenten van Johannes zijn misschien alleen tijdelijk en kortstondig en dan zeggen ze niets over de langeretermijneffecten.
Is ander wetenschappelijk onderzoek tot vergelijkbare resultaten gekomen, is dan de volgende vraag. Iedere promovendus moet door een flinke berg wetenschappelijk onderzoek ploeteren alvorens aan zijn eigen onderzoek te kunnen beginnen. Wie heeft gedegen onderzoek gedaan naar digitale hulpmiddelen en hun effecten op leervermogens?
Digitale dementie
In het antwoord op die vraag moet zeker de Duitse hersenonderzoeker en psychiater Manfred Spitzer genoemd worden, die al in 2013 het boek 'Digitale Dementie' heeft geschreven. De titel zegt alles. Spitzer baseert zich op 400 verschillende wetenschappelijke onderzoeken en heeft geconstateerd dat het IQ, als maat voor intelligentie, juist is gedaald als gevolg van het gebruik van digitale media.
Niet alleen nemen de verstandelijke vermogens af, maar ook zien specialisten een toename in stress en depressies, angstproblemen, spraak- en aandachtsstoornissen en verhoogd risico op gameverslaving. Zeker bij kinderen van wie de hersenen zich nog moeten ontwikkelen, is de schade groot. Hersenen lijken te verschrompelen, vandaar de huiveringwekkende boektitel. Spitzer beweert dat deze elektronica net zo gevaarlijk zijn als alcohol en een sticker verdienen met het opschrift 'Gevaarlijk voor de kindergezondheid'.
Al deze resultaten zouden ons ernstig moeten waarschuwen. Promovendus Johannes had ze op zijn minst in zijn onderzoek moeten noemen om zijn eigen resultaten in een breder en genuanceerder perspectief te plaatsen. Een meta-analyse over alle relevante onderzoeken is daarbij zeer wenselijk.
Ir. ing. Ruud Thelosen is docent en stagecoördinator bij FH Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek. Dit opinie-artikel werd heden ook in aangepaste versie gepubliceerd in het Algemeen Dagblad.
Het proefschrift is gemakkelijk op Google te vinden. Ik heb er doorheen gebrowsed en verschillende zoektermen gebruikt (o.a. ‘stupid’) maar de conclusie dat studenten dommer worden van smartphone gebruik kon ik niet vinden. Ik denk dat jouw opiniestuk vooral betrekking heeft op goal 2 uit het proefstuk ‘do smartphone cues impact performance’. Het heeft meer betrekking op concentratie en werkgeheugen, zoals je zelf ook schrijft. Ik vind dat de schrijver een meer genuanceerd beeld schetst dan dat jij neerzet, waarbij veel andere literatuur genoemd wordt.
Wat vind ik zelf van de smartphone in de klas, algemeen gesteld? Hij leid wel degelijk af, dit is de reden waarom de smartphone in Frankrijk verboden is tijdens de klassen.