Eindhoven,
18
januari
2023
|
16:15
Europe/Amsterdam

Taal en cultuur obstakels voor internationale afgestudeerden

De schaarste op de regionale arbeidsmarkt is groot. Toch valt een belangrijke groep met veel potentieel buiten de boot: internationale studenten. De Nederlandse taal en cultuur zijn vaak de oorzaak dat zij na hun afstuderen niet in de regio gaan werken. Fontys wil daar wat aan doen.

Om hier verandering in te brengen, is de hogeschool vorig jaar een samenwerking aangegaan met drie Europese hoger onderwijsinstellingen in Denemarken, Duitsland en Finland. Ook is een Italiaans bureau betrokken dat is gericht op internationale arbeids- en studentmobiliteit.

Met het project Interlocality willen de partners de inzetbaarheid van internationale studenten op hun regionale arbeidsmarkt versterken. Het project focust zich specifiek op studenten met een opleiding in de techniek en bedrijfskunde, sectoren met de grootste arbeidstekorten.

Eigen onderzoek
Om beter zicht te krijgen in de problematiek heeft elke hogeschool de afgelopen maanden interviews gehouden met haar eigen internationale studenten, regionale werkgevers uit het midden- en kleinbedrijf (mkb), medewerkers van de eigen hogeschool en lokale belangenorganisaties.

Loes van Beuningen “In onze regio blijken de Nederlandse taal en cultuur de grootste obstakels te zijn voor het vinden en behouden van werk”, aldus onderzoekscoördinator Loes van Beuningen, die de verzamelde onderzoeksuitkomsten van Fontys voor zich heeft liggen. “Direct na hun studie ondervinden veel internationale studenten problemen wanneer ze de taal niet machtig zijn.”

Buitenlandse studenten schrijven zich bij Fontys meestal in voor een Engelstalige bacheloropleiding. Veel van hen die in Eindhoven hebben gestudeerd, willen na het behalen van hun diploma in de regio aan de slag, vanwege het imago als Brainport.

Internationale studenten hebben dan ook hoge verwachtingen van hun komst naar Nederland, weet Van Beuningen. “Ze vinden het fijn dat er in onze regio zo veel werk is. Dat is in hun eigen land soms wel anders. Sommigen worden zelfs tijdens hun studie al benaderd voor een baan.”

Nederlands als voertaal
Vakinhoudelijk kunnen internationale studenten en afgestudeerden zeker wel mee. Dat het soms toch misgaat, komt volgens Van Beuningen vooral door de taal en het sociale aspect. “Bij grote Nederlandse bedrijven als ASML en Philips redden ze het meestal wel, daar is de voertaal Engels, maar in het mkb is het lastiger. Daar wordt meestal enkel Nederlands gesproken, met als gevolg dat internationale werknemers zich buitengesloten voelen en daardoor weer vertrekken. Een gemiste kans”, constateert Van Beuningen. [tekst gaat verder onder de foto]

Dat het niet altijd lukt in het mkb komt volgens de onderzoekscoördinator ook door de bureaucratie. “Werkgevers vinden het een hoop rompslomp om een internationale afgestudeerde aan te nemen. Vooral voor werknemers van buiten de EU moet heel wat papierwerk worden geregeld voordat ze aan de slag kunnen gaan. En dat kost een klein bedrijf misschien te veel tijd en moeite.”

Cultuurverschillen spelen ook een rol, blijkt uit het onderzoek van Fontys. In het eigen land zijn onderwijsinstellingen en bedrijven vaak meer hiërarchisch ingericht dan in Nederland. Als gevolg daarvan durven sommige internationale studenten zich minder te uiten.

Monitoring tool
Om hier verbetering in te brengen gaat Fontys aan de slag met het ontwikkelen van een zogenoemde International Alumni Monitoring Tool (IAMT). “Hiermee willen we in kaart brengen hoe de loopbaan van internationale studenten zich ontwikkelt tijdens hun studie tot een aantal jaar na hun afstuderen, zodat we als hogeschool beter zicht krijgen op de situatie en tijdig kunnen bijsturen”, aldus Van Beuningen. Fontys is coördinator van de ontwikkeling van deze tool.

Daarnaast is Fontys betrokken bij andere activiteiten binnen Interlocality. Ondersteuning van internationale studenten, werkgevers en hogeschoolmedewerkers staat hierbij centraal. Zo worden er online modules ontwikkeld voor onder andere werkgevers, met als doel hun kennis met betrekking tot internationale kenniswerkers te vergroten. Ook wordt er gekeken naar de uitrol van voorbereidende stages (pre-internships), zodat internationale studenten vroegtijdig in contact komen met de lokale arbeidsmarkt. [Marieke Verbiesen]

Boilerplate

Loes van Beuningen is werkzaam bij het lectoraat Dynamische Talentinterventies. Het project Interlocality wordt uitgevoerd door het Kenniscentrum LLO (de lectoraten Dynamische Talentinterventies en lectoraat Cross Border Business Development), het International Office en P&O van Fontys.

Reacties 1 - 4 (4)
Bedankt voor uw bericht.
Anne Marie
20
January
2023
Ik ben het met de eerdere schrijvers eens; door binnen de Engelstalige opleidingen ook het vak Nederlands en Nederlandse cultuur aan te bieden, eventueel in combinatie met een maatjes-project, doen we de buitenlandse studenten een groot plezier.
Ook helpt het om hen te motiveren om vóór aankomst in Nederland al wat Nederlands te kunnen. Dat vergroot ook de kans om een kamer in een studentenhuis te vinden. Als moeder van studerende kinderen die op kamers zitten, krijg ik van dichtbij mee hoe de reacties zijn op internationale studenten: komt er een kamer vrij, staat er, heel hard, in de uitnodiging om te komen hospiteren "no internationals". De huisgenoten hebben geen zin om voor één iemand de huistaal naar Engels te switchen. Dat is niet aardig maar wel best begrijpelijk. Dus: international officers en wie dan ook die met potentiële internationale studenten te maken heeft: stimuleer het leren van de Nederlandse taal, liefst voor vertrek naar Nederland en zorg dat de internationale studenten dit van harte omarmen.
Natasja
20
January
2023
Nav Maja:
misschien moeten we dan voor de hogerejaars, die al een paar jaar Nederlands hebben kunnen volgen, ook een semester in het Nederlands aanbieden. Zodat de studenten die vanuit een internationale achtergrond ingestroomd zijn, de taal ook echt intensief gaan gebruiken, want alleen zo ga je van 'toeristisch niveau en beginner' naar echt de taal spreken.
Maja
20
January
2023
Misschien helpt het als we aan studenten het vak Nederlands aanbieden? Er zijn in recente jaren ook veel nieuwe collega's aangenomen die geen Nederlands spreken. Hun zouden we ook helpen door Nederlands curssusen aan te bieden.

Ik ben niet Nederlands, maar kan u communiceren (wellicht met fouten, sorry daarvoor). Dat komt omdat ik eerst op de TU/e heb gewerkt, en daar 4 jaar lang gratis Nederlands cursus heb gevolgd :). Wat ook hielp is dat ik (13 jaar geleden) het eerste buitenlandse medewerker bij fhict was, dus ik MOEST met alle collega's in het Nederlands praten. Alleen zo leer je een taal, en ik ben daarvoor erg dankbaar aan TU/e en mijn FHICT collega's :).

To cut a long story short: je kunt buitenlanders niet helpen door de omgeving aan hun aan te passen, want dat gaat niet lukken. Zelfs als ze in een bedrijf in het Engels praten, zullen ze (hopelijk) een leven buiten het bedrijf hebben. En die leven is in het Nederlands. Zonder Nederlandse taal zullen ze in Nederland nooit thuis voelen. Dat is mijn ervaring.
Frank Maas
20
January
2023
Hulde! Ik wil niets af doen aan het initiatief dat in het artikel besproken wordt maar waarom zouden studenten geen Nederlands kunnen leren? Maja heeft m.i. helemaal gelijk.
Sander
19
January
2023
Veel internationale studenten spreken na 4 jaar in Nederland wonen en studeren geen woord Nederlands, omdat ze het nooit nodig gehad hebben. Nederlands opnemen in het curriculum van internationale opleidingen lijkt me een goede eerste stap. Het zou zonde zijn als al dat talent, dat veelal uit de EU komt en dus is bekostigd door de Nederlandse overheid, weer vertrekt vanwege een gebrek aan taalvaardigheid.

Bovendien zorgt het leren van de taal ook voor meer binding met het land en is het makkelijker om deel te nemen aan activiteiten waarbij ook Nederlands gesproken wordt. Daarmee is de kans ook groter dat de student een Nederlandse partner vindt en dat is de grootste voorspeller voor langdurig verblijf in een land.