Venlo,
02
juni
2017
|
09:37
Europe/Amsterdam

‘Studenten, heb het lef om over de grens te kijken’

Mariska van der Giessen en docent Vincent Pijnenburg onderzoeken hoe je grensregio’s beter kunt laten samenwerken

Over de grens denken: in Limburg is het nuttig en noodzakelijk. Lector Mariska van der Giessen en docent Vincent Pijnenburg van Fontys International Business School onderzoeken hoe je grensregio’s beter kunt laten samenwerken. Studenten helpen mee.

Een groep van zeven Duitse en Nederlandse studenten zit rond een grote kaart van de regio Venlo. Het gebied strekt zich uit van Sittard tot Nijmegen en van Düsseldorf tot Duisburg. “Stel je voor dat wij met dit plan in 2050 de Nobelprijs winnen voor grensoverschrijdende samenwerking”, zegt docent Vincent Pijnenburg in het Engels. “Denk out-of-the-box. Denk: vliegende auto’s. Realisme is niet belangrijk.”

De studenten grijpen een stift. “Kunnen jullie eerst alle natuurgebieden omcirkelen, om de kaart te leren kennen?”, vraagt Pijnenburg. Fontys-student Martin Brixius begint nauwgezet elk lapje groen te omlijnen. Zijn medestudent Julia Jespers denkt groter: met een flinke lus rijgt ze vele plukjes aaneen.

Fontys Crossing Borders
We zijn te gast bij International Business and Management in Euregional Perspective, beter bekend als ‘Fontys Crossing Borders’. Dit lectoraat van Mariska van der Giessen is het vlaggenschip van de International Business School in Venlo. Deze dag is deel van een talentenprogramma in samenwerking met de hogescholen Zuyd, HAN en Saxion. De Nederlandse afvaardiging komt van die drie hogescholen, de Fontys-studenten komen allemaal uit Duitsland. Op de Fontys International Business School komt ruim driekwart van de studenten van de oosterburen.

Buttons
Van der Giessen is een bevlogen lector. Onlangs kreeg ze Europese subsidie voor een grensoverschrijdend mentorprogramma, dat deze zomer begint. Verder organiseert ze met haar team jaarlijks twintig extra-curriculaire activiteiten. “Bijvoorbeeld een Euregioquiztour, een bezoek aan het parlement van de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen en een meerdaagse excursie naar Brussel”, vertelt Van der Giessen.

Studenten krijgen voor elke activiteit een button. Wie drie buttons heeft, krijgt een bronzen certificaat. Zes of negen buttons zorgen voor zilver of goud. Sinds de start in 2014 hebben vijftig leerlingen ‘brons’ gehaald. “Ik geef niet veel onderwijs, maar ik heb wel een passie voor studenten” vertelt Van der Giessen. In de ambitieuze studenten herkent ze zichzelf.

Tekenen op een kaart
Vandaag vloeien onderwijs en onderzoek in elkaar over. Voor zijn promotieonderzoek (dat Van der Giessen begeleidt) liet docent Pijnenburg al groepen ambtenaren en ondernemers van beide kanten van de grens samen op de kaart tekenen. Ook zij mochten hun fantasie de vrije loop laten. De studenten zijn de laatste groep in zijn onderzoek.

Pijnenburgs missie: beide kanten van de grens laten samenwerken op het gebied van ruimtelijke ordening. “Op dit moment gebeurt dat nauwelijks”, vertelt hij. Openbaar vervoer stopt vaak bij de grens. “En Duitsland zet bij Kleve bijvoorbeeld windmolens bij de grens, zonder constructief overleg met de Nederlandse buurgemeenten.” Pijnenburg laat Nederlanders en Duitsers daarom samen tekenen op de kaart, om “elkaar en elkaars systemen te leren kennen, en elkaar te gaan vertrouwen. Het gaat mij zowel om de inhoud als om het proces. Lukt het om op deze manier, van onderop, tot een grensoverschrijdende structuurvisie te komen?”

Duitsers huiveriger
“De Duitsers zijn vaak nog wat huiverig om buiten de systemen te denken. Nederlanders zijn meer gewend aan dit soort co-creatieve processen”, merkte Pijnenburg tijdens de sessies. Maar de ‘ateliers’ hebben het ijs tussen de deelnemers gebroken. “Er werd in de pauzes veel gepraat, en er zijn volop visitekaartjes uitgewisseld.”

De ateliers gaat hij samen met de uitkomsten van interviews en ander onderzoek verwerken in een Euregionale toekomstvisie. Die presenteert hij rond de jaarwisseling. Daarnaast maakt hij een proefschrift, dat hij volgend jaar af wil ronden.

Voor de studenten gaan tekenen, laat Pijnenburg twee kaartjes zien. Op het ene staat het aantal binnenlandse banen in de omgeving van elke gemeente. De Randstad kleurt felrood (met veel banen in de omgeving), de grensregio’s zijn wit of lichtroze. Daarnaast staat een kaart waarop de bereisbare banen over de grens zijn meegeteld. Nu is ook Limburg rood. Als Limburgers net zo gemakkelijk in Duitsland zouden kunnen werken als in Nederland, dan ligt de regio niet meer aan de rand van Nederland, maar midden in Europa. Over de grens heen kijken is belangrijk voor de toekomst van de regio.

De brug
Pijnenburg toont ook een kaart uit de jaren zeventig van de Oresund-regio, aan weerszijden van de bekende brug tussen Denemarken en Zweden. “Dit is het allereerste kaartje waarop iemand die brug heeft ingetekend”, zegt Pijnenburg. “Mensen dachten deze man gek was.” Inmiddels is de brug er, en is de regio een van de gebieden met het meeste grensoverschrijdend woon-werkverkeer in Europa. Pijnenburg: “Iets intekenen op een kaart is een heel krachtig hulpmiddel.” En dat is precies wat hij de studenten wil laten doen.

Flexen in het groen
Een paar uur later is de sessie op stoom. De studenten hebben op de muur geeltjes gehangen met ontwikkelingen die volgens hen van invloed zijn op de toekomst van de regio. ‘Klimaatverandering’ zit erbij, maar ook ‘Trump’ en ‘meer vrije tijd’. ‘Werk, leven, balans’, heeft Julia Jespers opgeschreven, met drie hartjes erachter. Nu zijn alle ogen weer op de kaart gericht.

“Door de automatisering krijgen mensen meer vrije tijd”, zegt Fontys-studente Jespers. “Dan hebben we behoefte aan meer parken, zoals Central Park in New York”, oppert Marieke Teunissen (HAN), “misschien hier in Venlo”. Lector Van der Giessen grijpt een groene stift, en tekent een flink groen vierkant in hartje stad.

“Je hoeft niet meer naar je werk in Düsseldorf te gaan. Je werkt gewoon in het park”, brengt Fontys-student Brixius in. Van der Giessen pakt een rode stift, en tekent kleine huisjes in het groen: flexkantoren in de natuur. Lisa Bogert (HAN): “Als mensen werken vanuit huis, zullen ze het missen om onderdeel te zijn van een groep. Stel je voor dat ze naast hun werk vijf uur per week actief zijn op hun eigen biologische boerderij. Dan hebben ze een reden om naar buiten te gaan.” Van der Giessen tekent een gebouwtje in de bossen tussen Roermond en Mönchengladbach, nu met een bloemetje en een gestileerde schep ernaast.

Vrijer denken
“We zijn geen docenten op zo’n dag”, vertelt Van der Giessen in de pauze. “Ik voel me meer coach. Ik trek de studenten over de streep om vrijer te denken, om het lef te hebben om over grenzen heen te kijken.”

Wat ze zelf heeft met ‘Crossing Borders’? “Alles”, reageert Van der Giessen. “Ik ben praktisch op de grens geboren. Ik heb in Nederland en Duitsland gewoond.” Ze studeerde Niederlande Studien in Duitsland, en Duitsland Studies aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ze werkte lange tijd voor de Euregio Rijn-Waal, het grensoverschrijdende gebied rond Nijmegen. “Ik ben me er altijd bewust van geweest dat de grensregio een bijzondere regio is”, vertelt Van der Giessen. “Dat je na twee kilometer fietsen of joggen totaal andere huizen ziet, een hele andere taal hoort. Dat vind ik ontzettend interessant.”

Van der Giessen doet veel onderzoek samen met Maastricht University. “Bijvoorbeeld naar de Euregionale identiteit”, vertelt Van der Giessen. “En op dit moment onderzoeken we hoe we het midden- en kleinbedrijf het best kunnen helpen om grensoverschrijdend samen te werken.” Ook vervult ze allerlei regionale bestuursfuncties, die voor haar netwerk als lector van belang zijn.

Energie
Aan het eind van de dag rolt Pijnenburg de bont-gekleurde kaart op. Deden de studenten het anders dan de groepen uit politiek en bedrijfsleven? Beter, vindt Pijnenburg. “Ze hebben een heel frisse blik en zijn meer geglobaliseerd”, zegt hij. “Er was zoveel energie, ik moest ze bijna afremmen.”

“Dit is heel erg leuk”, zegt Martin Brixius na afloop. “In dit programma werken we samen in een interdisciplinaire groep, met mensen van verschillende hogescholen die vanuit verschillende perspectieven naar een probleem kijken. Ik weet veel over economie, anderen kijken vanuit mobiliteit of politiek.” Julia Jespers: “Ik kan nog wel tien uur langer discussiëren. Ik word hier heel gemotiveerd van.” [Marten van de Wier]

Foto's Ton Toemen