Sittard,
12
december
2019
|
15:08
Europe/Amsterdam

‘Stagiair is voor de klas meteen ‘leraar’, dat doet wat met je’

Bij ‘Opleiden in de school’ lopen pabo-studenten vanaf dag één stage op een basisschool. Lector Paul Hennissen van de Nieuwste Pabo in Sittard onderzocht de afgelopen acht jaar hoe deze manier van opleiden het best tot zijn recht komt. Zijn lectoraat stopt nu. Net op het moment dat het concept onder druk staat. 

Opleiden in de school is niet uniek voor Limburg, maar daar werkt het volgens de lector wel erg goed. De bevolkingskrimp destijds in die provincie maakte het noodzakelijk dat de vier pabo’s van Zuid- en Midden-Limburg gingen samenwerken (zie kader).  

Als de Nieuwste Pabo ontwikkelden de pabo’s samen met het werkveld in 2010 een nieuw curriculum. Net op het moment dat ook ‘Opleiden in de school’ landelijk zijn intrede deed. Deze vorm van werkplekleren werd dan ook het uitgangspunt van de Nieuwste Pabo: de studenten zijn 40 procent van de tijd op hun praktijkschool te vinden. In de samenwerking is ook aandacht voor de beginnende leerkracht meegenomen, onder meer door verdere professionalisering op de werkvloer in te bouwen.

 Uniek in Limburg 
Er zijn volgens Hennissen twee onderdelen waarin de Nieuwste Pabo zich onderscheidt van andere hbo-opleidingen in Nederland. De eerste is dat ze werkt met studieloopbaanbegeleiders (SLB’ers) die niet alleen de student binnen de opleiding begeleiden, maar ook intensief contact hebben met de stagescholen.  

“De SLB’er begeleidt én beoordeelt Studenten aan het werk op locatie Sittard.ook op de werkplek”, legt Hennissen uit. “En omgekeerd komt de ‘lerarenopleider’ van de school ook bij ons op de pabo. Die persoon is daar een dag per week voor vrijgesteld. Studenten worden bij ons echt op twee plekken opgeleid.”

Daarbij hebben de pabo’s in Limburg volgens Hennissen heel goede contacten met het basisonderwijs in Limburg. Dat is de tweede succesfactor, aldus de lector. “Je hebt de enthousiaste medewerking van schooldirecteuren nodig om deze methode te laten werken. We werken samen met 70 opleidingsscholen.”

Confrontatie met praktijk 
De onderwijskundige Paul Hennissen is al zijn hele leven actief in het onderwijs en onderzoek neemt daar een belangrijke plek bij in. Hij is ervan overtuigd dat studenten pas echt kunnen leren wat een vak inhoudt, als ze de confrontatie met de praktijk aangaan. “En dat geldt zeker bij beroepen in het onderwijs en ook de zorg.”

“Waarvoor is het hbo bedoeld?”, vraagt hij retorisch. “Het gaat om kennis, praktijkvaardigheid én de ontwikkeling van de persoon. Bij een leraar is dat extra evident. Als je als stagiair voor de klas staat, ben je meteen ‘de leraar’ en dat doet wat met je.”

Bij de Nieuwste Pabo moeten de studenten daarom onder meer ‘bloggen’ over hun eigen ervaringen en ontwikkeling in een facebookachtige, online leeromgeving. “Ik noem die communities ook wel broednesten. Onderdeel van ons onderzoek is hoe we die het beste kunnen vormgeven, zodat het echt werkt. Het betekent ook wat voor de docenten, voor hun beoordeling en manier van evalueren.”

Succesfactoren onder druk
‘Werkplekleren’ is voor Hennissen bijna een voorwaarde om een beroep te leren, maar de succesfactoren die het in Limburg lieten werken, staan wel onder druk, merkt hij. “Door het enorme lerarentekort dreigt een goede begeleiding erbij in te schieten. Je moet voor dit concept wel mensen kunnen vrijmaken.” 
 

Paul Hennissen
“Leren in communities, dát is de nieuwe manier van opleiden"
Paul Hennissen

Ander punt is dat het huidige voltijdcurriculum niet goed past bij de behoefte aan flexibilisering van het onderwijs. De vaste ritmiek van leren op het instituut en de school is daarvoor minder geschikt. Zeker deeltijdstudenten gaan liever op eigen tempo door een opleiding heen.

Leeruitkomsten 
Het zijn nieuwe uitdagingen, vindt de lector. “We gaan nu meer werken met Leeruitkomsten, waarbij de student veel meer zelf bepaalt welke route hij aflegt om zijn uiteindelijke leeruitkomsten te halen. Dat past bij het huidige flexibele onderwijs en vergt van de student ‘eigenaarschap’. Hij is zelf verantwoordelijk voor zijn leerproces.”

“Leren in communities, dát is de nieuwe manier van opleiden. Samen met het werkveld en in interdisciplinaire werkgroepen, over opleidingen heen. Maar dat vergt ook een andere manier van lesgeven van docenten. Overal zijn daar vragen over.”

De scheidslijn tussen basis- en voortgezet onderwijs wordt ook minder duidelijk, getuige de oprichting van tienerscholen. “Ook daarop anticipeert de Nieuwste Pabo door leerkrachten zo op te leiden dat ze ook makkelijk in de onderbouw Fontys Sittardvan het vo kunnen lesgeven.”

Onderzoek gaat door 
Het lectoraat stopt nu, omdat de maximale termijn van acht jaar is verstreken én vanwege ontwikkelingen bij de Nieuwste Pabo (zie kader). Maar het onderzoek zal niet stoppen, zegt Hennissen. Alleen al omdat vanuit het lectoraat nog drie mensen gaan promoveren op het onderwerp. 

Daarnaast is Hennissen van plan om een kenniscentrum voor Limburg te gaan opzetten. “Als het aan mij ligt, gaan we daarin kennisdelen over hoe ‘levensecht leren’ in de praktijk het beste werkt. En daar wil ik dan ook de samenwerking tussen alle onderwijstypen bij betrekken, van de basisschool tot de universiteit.”

Op 18 december is de feestelijke afsluiting van het lectoraat, met een terugblik op acht jaar onderzoek. Hennissen presenteert dan zijn derde boek over Opleiden in de school: Wat is uitgebroed? “Dat is het wezen van lectoraten”, verklaart Hennissen de titel. “Lectoraten broeden van alles uit. We proberen kleinschalig dingen uit in de praktijk.” [Petra Merkx] 

Reacties 1 - 2 (2)
Bedankt voor uw bericht.
Pie Pelzer
16
December
2019
Pie Pelzer coördinator Opleiden in de school - onderwijsstichting MOVARE - 16 december 2019

Collega Frank Crasborn onderbouwt uitstekend waarom gelet op de actualiteit het afscheid van het lectoraat OIDS hoogst ongelegen komt. Ik sluit me daarbij van harte aan.
In mijn optiek staan we aan de vooravond van een noodzakelijk Deltaplan-Onderwijs. Met hier en daar zandzakken klaar leggen kunnen we de actuele problemen en toekomstige bedreigingen niet structureel te lijf gaan. Vergaande drastische maatregelen lijken noodzakelijk. Durf om nieuwe wegen in te slaan moet het winnen van de vrees het vertrouwde, waar we immers met z'n allen zo hard aan gewerkt hebben, los te laten. Voorlopig zitten we nog in zwaar weer en gaan spannende tijden tegemoet.
Juist nu, lijkt mij, zou een lectoraat OIDS inhoudelijk
Vasthouden aan kwantiteit van kennisbases, kwaliteit van opleiden, tegelijkertijd flexibilisering / maatwerk invoeren en tevens zorg dragen voor een heldere en geoliede organisatie vormen een spanningsveld. Kortom: in mijn optiek is een lectoraat OIDS nu misschien wel meer nodig dan ooit en kan het vanuit inhoud en onderzoek nog jarenlang bijdragen aan een succesvolle implementatie van het eerder genoemde Deltaplan.
Frank Crasborn, Lector Fontys Lerarenopleiding Sittard
13
December
2019
Als je kijkt naar de huidige ontwikkelingen in het onderwijs en de lerarenopleidingen is het thema 'Opleiden in de school' is actueler dan ooit. Het thema is (nog steeds) een kernpunt in het overheidsbeleid met betrekking tot de lerarenopleiding, getuige de recente adviezen van de Onderwijsraad en de drie kernambities in de Strategische beleidsagenda 'Samen toekomstbestendige leraren opleiden' die de Vereniging van Hogescholen samen met de Minister van Onderwijs onlangs presenteerde. Paul Hennissen heeft het thema 'Opleiden in de school' samen met de collega's van de Nieuwste Pabo en van de Midden- en Zuid-Limburgse basisscholen de afgelopen jaren handen en voeten gegeven. Zijn lectoraat was het inhoudelijke kompas en de ruggengraat van de samenwerking tussen Pabo en basisscholen in Limburg. Het opereerde vanuit een duidelijke opleidingsdidactische visie. Onbegrijpelijk dat het lectoraat niet wordt voortgezet. Juist nu, in een turbulente periode in het onderwijs, druk op de lerarenopleidingen en mede als gevolg daarvan organisatorische en bestuurlijke veranderingen rondom de Nieuwste Pabo zou je verwachten dat een lectoraat met dit thema juist gehandhaafd wordt. Naast alle bestuurlijke en organisatorische perikelen en motieven die om de voorrang strijden, zou het lectoraat vanuit zijn inhoudelijk- en onderzoeksperspectief een bijdrage kunnen(blijven) leveren aan het maken en onderbouwen van keuzes en de vertaling naar de gewenste integratieve opleidingspraktijken (en het onderzoek daarnaar) die aansluiten bij de regionale onderwijs- en opleidingscontext.