Sensoren printen voor snellere kankerdiagnose
Kick off project ‘Printing makes Sense’
Geprinte sensoren die worden gebruikt in de strijd tegen kanker. Dat is nog eens wat anders dan een uitdraai van de vergaderagenda. Achter het project Printing makes Sense zit een breed consortium van partijen, waaronder Fontys.
Eerder werd dit onderzoek al beloond met een vierjarige subsidie van RAAK-PRO. Deze regeling is bedoeld voor de ondersteuning van onderzoeksprojecten op hogescholen, samen met het bedrijfsleven en andere kennispartners. Een samenwerking die in dit geval optimaal uit de verf komt. “Dit project is bijzonder omdat tal van partijen elkaar prima vinden,” aldus Jan Bernards, lector Thin Films & Functional Materials bij Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen. “Maar ook de combinatie van pure technologie en biologie is zeker niet alledaags.”
Minuscuul laboratorium
Bernards is één van de lectoren die namens Fontys de kar trekt. De ander is zijn collega Stephan Peters, lector Life Sciences aan dezelfde school. “Voor de samenwerkingspartners is er straks echt sprake van kruisbestuiving. We kunnen gaande het project veel van elkaar leren.”
‘Printing makes Sense’ is gebaseerd op Lab-on-a-chip-technologie. Deze stelt huisartsen in staat zelf diagnostische testen te doen. Ze hoeven een monster dan niet meer naar een laboratorium te sturen en kunnen patiënten eerder informeren over een ziektebeeld. Echter: in de praktijk blijft het volledige potentieel van deze toepassing nog onbenut. Printtechnologieën (inkjet, 3D of plasmaprint) kunnen uitkomst bieden: ze zijn goedkoop, breed inzetbaar én geschikt voor cel- en weefselmateriaal.
Doel van dit project is om ‒ met behulp van gecombineerde printtechnieken ‒ prototypes te bouwen voor een bio(medische) sensor. Concreet gaat het om twee praktijkgerichte toepassingen. Enerzijds een sensor die een ernstige longontsteking van een onschuldige verkoudheid kan onderscheiden door opsporing van een specifiek ontstekingseiwit. Een tweede sensor moet snel en eenvoudig de spiegels van een nieuwe oncologische biomarker meten. Dit helpt bij de diagnostiek van sommige tumoren.
Leren van elkaar
Stephan Peters voert het woord tijdens de projectaftrap, maandagmiddag op de campus Rachelsmolen. Daarbij aanwezig zijn vertegenwoordigers van alle projectpartners, zoals TU/e, Saxion, het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem, TNO en biotechnologische bedrijven als Genmab en Surfix.
De bijeenkomst is de eerste ‘voorverkenning’ van het onderzoek. Bernards: “We werken met zeer diverse partijen. Vooraf moeten we dus goed managen wat we willen en verwachten. Dat betekent: het formuleren van een hele reeks basisvoorwaarden. Bijvoorbeeld: Waarop gaan we printen? Wordt dat papier, plastic, glas?” De samenwerkingspartners gebruiken de komende weken en maanden om het programma van eisen tot in detail uit te werken. Bernards heeft alle vertrouwen in de uitkomst daarvan: “Het is zaak om nauwkeurig te redeneren vanuit wat we willen. De techniek moet zich daar vervolgens maar naar schikken.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]