Eindhoven,
15
januari
2018
|
13:51
Europe/Amsterdam

Ooet alleen voor échte flexwerkers, rest krijgt cao-contract

Fontys wil ook kleinere flexibele schil

De samenwerking tussen Fontys en de Stichting Ooet gaat op de schop. Alleen medewerkers die echt flexibel worden ingezet – oproepkrachten, surveillanten en studentassistenten – werken straks nog via Ooet. Alle andere tijdelijke werknemers krijgen een cao-contract. Zo wil Fontys ongelijkheid tussen vaste en tijdelijke werknemers wegnemen.

“We zijn hier al twee jaar mee bezig”, zegt Hans Nederlof, lid van het College van Bestuur van Fontys. “Het denken over flexwerk is veranderd, tegelijkertijd werden door de komst van de flexwet regels strenger.”

Werkgeversorganisaties willen grotere flexibiliteit, maar werknemers willen graag meer zekerheid. “Het is een dilemma”, aldus Nederlof. “Fontys wil beide. Voor een grote organisatie als de onze is een schil van tijdelijke werknemers onvermijdelijk. Aantallen studenten groeien en krimpen, daar heb je niet veel invloed op. Maar we willen ook een goede werkgever zijn. Ons personeel is ons kapitaal. We besteden 80 procent van ons budget aan personeel.”

Fontys heeft daarom besloten om de contracten via Stichting Ooet onder de loep te nemen. Welke horen daar wel in thuis en welke niet? Daarnaast wordt de flexibele schil kleiner gemaakt. Die is afgelopen 2,5 jaar al geslonken van 18 naar 12,5 procent. Nederlof denkt dat Fontys straks rond de 10 procent tijdelijke krachten uitkomt.

Stichting Ooet
De Stichting Onderzoek- en Ontwikkelingsdiensten Eindhoven/Tilburg (Ooet) werd ongeveer 25 jaar geleden door Fontys zelf opgericht, voor een specifieke groep werknemers, maar werd daarna steeds vaker gebruikt. “Door het ene instituut meer dan het andere”, zegt Nederlof. Het is een soort intern uitzendbureau, dat werknemers kan aannemen zonder de volledige verplichtingen uit de cao, zoals extra professionaliserings- of duurzaamheidsuren.

Voor oproepkrachten, studentassistenten en surveillanten is het heel geschikt, die werken vaak maar een paar uur per week. Maar voor werknemers die voor een langere, maar tijdelijke periode worden aangesteld, levert het ongelijkheid op met vaste werknemers. Behalve professionaliseringsbudget en duurzaamheidsuren, missen ze ook de uitgebreide pensioenvoorziening van het onderwijs.

Onderwijsbond
Zowel de onderwijsvakbond AOb als de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) trokken hierover ook aan de bel bij het College van Bestuur. Er is nu overeengekomen om de samenwerking met de Stichting Ooet te beperken tot de echte flexwerkers.

Er is nog overwogen om helemaal met Ooet te stoppen, maar dat zou veel geld kosten: surveillanten en andere flexwerkers inhuren via payroll- of uitzendbureaus kost volgens berekeningen 2,5 miljoen euro per jaar. “Dat geld ben je kwijt. Niemand heeft er iets aan. Het gaat ten koste van het budget voor het onderwijs en daarom vindt ook de CMR het een goed idee om de samenwerking met de Stichting Ooet te handhaven voor deze groep”, zegt Mattie Wethlij van de CMR.

Stapsgewijs
Er werken per kalenderjaar ongeveer 800 mensen via Ooet, samen goed voor 159 voltijdbanen. Daarvan is volgens Nederlof ongeveer 70 procent oproepkracht, surveillant of student-assistent. Wie van hen minder dan 400 uur per jaar werkt, blijft in dienst bij de Stichting Ooet. Wie meer werkt, krijgt een cao-contract voor de periode waarin hij is aangesteld. In uitzonderlijke gevallen krijgen bepaalde werknemers met meer uren nog wel een Ooet-contract.

De omzetting gaat stapsgewijs. “Ieder nieuw contract vanaf 1 juli dit jaar gaat op de nieuwe manier”, zegt Nederlof. Overigens kan het voor werknemers die nu een Ooet-contract hebben en straks een cao-contract minder voordelig uitpakken, omdat ze meer pensioen gaan betalen. Dat kan – afhankelijk van de omstandigheden – tussen de 5 en 10 procent schelen. “Maar deze werknemer bouwt dan dus wel een minder sober pensioen op”, aldus Nederlof.

CMR
De CMR heeft ingestemd met deze plannen en houdt een vinger aan de pols. “Wij krijgen periodiek een overzicht van werknemers die een Ooet-contract krijgen en kunnen zo in de gaten houden of de samenwerking met de Stichting Ooet inderdaad afneemt.”, aldus Wethij.

Alle medewerkers met een Ooet-contract hebben vandaag een e-mail gekregen met uitleg. [Petra Merkx]