Paul McCartney wordt 80: 'Veel gelaagder dan je denkt'
Conservatoriumdocent Simon van ’t Hoff durft poplegende Paul McCartney best te vergelijken met componisten als Liszt en Chopin. Zaterdag 18 juni viert de ex-Beatle zijn tachtigste verjaardag.
Na de tropenjaren als bassist-zanger van The Beatles – de band die de popmuziek zoals we die vandaag kennen (mede) vormgeeft – begint ‘Macca’ aan een lange solocarrière. ‘One of the finest talents to have ever walked the planet, and a man who has a relationship with melody like no other’, schrijft het Britse Far Out Magazine. Pianodocent Simon van ’t Hoff van Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg vindt die ronkende woorden niet overdreven.
Muzikale kameleon
“Wat me aanspreekt is zijn veelzijdigheid”, zegt Van ’t Hoff, wijzend op de tientallen solo-cd’s van McCartney die liggen uitgestald op de vloer van zijn woonkamer. “Hij gaat van het vuige Elvis-stijltje, naar klassiek of hardrock, naar modernistische soundscapes. Ik bewonder dat kameleongedrag.”
“Toen ik als kind begon met piano, hoorde ik op de radio hits als We all stand together, Coming Up en Lady Madonna. Pakkende liedjes in compleet verschillende stijlen. Wat me dan zo frappeerde: het was altijd Paul McCartney.”
Bedrieglijke eenvoud
Pas later begint hij te analyseren wat er op compositorisch vlak gebeurt in die liedjes. “We all stand together heeft een briljante eenvoud. Zo’n doodsimpele I-IV-V-verbinding, geweldig.”
Juist deze hit met het kwakende kikkerkoor roept bij velen ergernis op vanwege verregaande kitscherigheid. “Tegen die mensen zeg ik: luister nu eens wat hier allemaal wordt neergezet. Uit de simpele beginmelodie groeit een fantastisch arrangement, met koor en strijkers. Kom maar eens op het idee om het precies zo te doen.”
“Bovendien: als je er echt induikt, zie je dat je grondig moet studeren op sommige lijntjes. Dan heeft die simpelheid toch iets bedrieglijks. Lady Madonna is een ander voorbeeld. Zelfs een geschoold pianist heeft dat niet zo maar in de vingers.”
Natuurtalent
Toch volgde McCartney zelf geen conservatoriumopleiding. “Klopt, ik kan horen dat pianisten als Stevie Wonder of Nina Simone virtuozer zijn. Evengoed vind ik McCartney’s melodieën altijd mooi. Los van dat hij me ontroert, soms ben ik gewoon stomverbaasd. Wat dat is? Ik weet eigenlijk niet hoe hij erin slaagt dat effect te bereiken.”
Van ’t Hoff waagt zich weleens aan componeren, maar komt nooit op de vondsten die in McCartney-liedjes zitten. “Zijn inventiviteit, het is deels intuïtie maar ik vind het echt lastig te verklaren. Een docent van mij zei altijd: componeren is een aandoening, zoals jeuk of eczeem. Je hebt het of je hebt het niet... Dat verklaart een beetje het onvoorspelbare ervan.”
Verslaving
Dat McCartney nog steeds bezig is, wijt Van ’t Hoff aan een verslaving. “Spelen en opnemen is zijn tweede natuur geworden. Blijkbaar kan hij niet zonder. Het maakt overigens wel dat zijn zangstem is beschadigd. Jammer, want hij had altijd een gigantisch bereik, met een prachtig, natuurlijk vibrato. Alleen de kopstem klinkt nog loepzuiver. Dat kun je goed horen op zijn laatste album, McCartney III.”
“Verder is er nog steeds de drang om nieuwe wegen te vinden. Hij zoekt samenwerking met de producers van Adele en Radiohead. En hij schuwt het experiment niet. Ik kan de zoetsappig- of kitschroepers genoeg dingen laten horen waar McCartney behoorlijk extreem klinkt.”
Met een vriend – een docent Muziektheorie – discussieert Van ’t Hoff eindeloos over de betekenis van McCartney. “Hij twijfelt of je hem überhaupt op één lijn mag plaatsen met Beethoven, Liszt of Chopin. Maar ik geniet evenveel van een nummer als Calico Skies als van een Chopin-prelude."
"Laat ik het zo zeggen: je kunt de muziek van Chopin een sterrenrestaurant noemen en die van McCartney een gezellige kroeg met bier en bitterballen.” Lachend: “Misschien ben ik dan toch meer een caféjongen.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]
Groetjes,
Bonno