Tilburg,
12
april
2018
|
16:33
Europe/Amsterdam

‘Overheid moet scholen niet onder curatele gaan stellen’

Drie Fontys-lectoren over rapport Onderwijsinspectie

Bij Fontys lopen meerdere onderwijslectoren rond. Bron vroeg drie van hen om een reactie op het rapport van de Onderwijsinspectie, die gisteren meldde dat het onderwijsniveau in Nederland al 20 jaar aan het dalen is. Heeft de Onderwijsinspectie een punt? Of ligt het net wat anders?

door Tim Durlinger en Petra Merkx
De inspectie is met name bezorgd over de prestaties van leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs op het gebied van taal, rekenen, cultuureducatie, natuur en techniek en bewegingsonderwijs. Nederland scoort steeds minder goed op internationale ranglijsten. Ook vindt de inspectie dat de scholen hun autonomie niet goed gebruiken. Lees de achtergronden in het artikel: Inspectie: Nederland onderwijs glijdt af.

Onnodig negatief
“Ik was betrokken bij de feedback op het rapport Anje Rosen vind de conclusies een beetje onnodig negatief”, zegt Anje Ros, lector Leren & Innoveren. “Ze meten maar een klein deel, zaken die makkelijk gemeten kunnen worden. Het zal best kloppen, maar daar ligt nu veel nadruk op. We worden vergeleken met landen zoals Zuid-Korea, dat de laatste jaren extra investeert in onderwijs. Daardoor zakken wij wat, maar gaan we dan echt zoveel achteruit?”

Ook Hanneke Tuithof, lector Didactische vormen in de gammavakken, nuanceert: “Ik neem de uitkomsten van de Onderwijsinspectie zeker serieus. Ze vinden blijkbaar dat ze aan de bel moeten trekken. Maar er is ook wel wat op af te dingen. Nederland scoort internationaal lager, maar onze eigen examenresultaten zijn niet gedaald. Bovendien ligt de focus op een aantal vakken. Maar het gaat met andere zaken wel goed, zoals het aanleren van vaardigheden als samenwerken. Het een kan ten koste gaan van het andere.”

“Wel goed dat we nu even streng worden toegesproken”, vindt Rutger van de Sande, lector Bètadidactiek. “Ik herken wel veel van wat in het rapport staat. Ik zie ook veel kansen. Fontys is al een heel eind de weg ingeslagen van de kansrijke aanpakken die erin worden beschreven. Maar je kunt je afvragen of we daarin een versnelling moeten maken.”

Ros vindt dat de inspectie te weinig kijkt naar de veranderingen in de maatschappij: “Dat onze kinderen gemiddeld minder goed lezen, komt ook doordat de hele populatie in Nederland meer divers en intercultureel is geworden. Daar moet Rutger van de Sandeje ook rekening mee houden als je kijkt naar de taalontwikkeling.”

Lesboeren
Maar problemen zijn er zeker wel, vindt Tuithof. Zij presenteerde dinsdag een onderzoek naar de samenwerking tussen de gammavakken. Een aantal conclusies die zij daar trok, geldt voor het hele onderwijs. “Docenten in Nederland hebben het te druk. Nergens in Europa geven docenten zoveel les als in Nederland. Ze hebben daardoor te weinig tijd voor de ontwikkeling van hun vak, reflectie, voorbereiden van lessen en persoonlijke professionalisering. Docenten zijn vaak lesboeren geworden, die uit noodzaak leunen op lesmethodes.”

Een probleem is volgens haar ook dat er door het lerarentekort onbevoegde docenten voor de klas staan. Vakdidactische vaardigheden, die heb je niet zomaar, zegt Tuithof. “Het kost je vijf tot zeven jaar om die goed te ontwikkelen.”

Ros vindt met name het ‘passend onderwijs’ een probleem. “Veel leerlingen die vroeger naar het speciaal onderwijs gingen, moeten nu binnen het regulier onderwijs worden opgevangen. Hun ouders verwachten van leraren dat ze rekening houden met allerlei specifieke behoeften en problemen van hun kinderen. Dat doet een enorm beroep op leraren. Het is een onmogelijke opgave om al die leerlingen op hun eigen niveau te bedienen. Leraren klagen terecht over de toegenomen werkdruk en over het lage inkomen dat daar tegenover staat.”

Autonomie scholen
De Onderwijsinspectie vindt dat de schoolleidingen hun autonomie niet goed gebruiken. En dat er te veel vrijblijvendheid is. Tuithof concludeert dat ook in haar onderzoek, hoewel niet met de bedoeling dat terug te draaien: “Schoolleidingen zouden meer de regie moeten pakken en samen met docenten een visie en doelen bepalen. De overheid geeft scholen daarin Hanneke Tuithofbest de ruimte, maar die moeten ze dan ook pakken. Wat me in het rapport van de Onderwijsinspectie opvalt is dat er veel verschil in kwaliteit zit tussen scholen met vergelijkbare scholierenpopulaties. De Onderwijsinspectie zegt dat ze niet weten hoe dat komt. Ik zeg dan: ga dat dan als de donder onderzoeken. Daar moet geld voor vrijkomen.”

Van de Sande: “In het hele rapport zie je een soort discussie over autonomie van scholen of juist regulering. Wat er nu zou kunnen gebeuren is dat de politiek besluit het onderwijs min of minder onder curatele te stellen. Dat is eerder gebeurd en wat we dan zien is dat scholen terugvallen op het onderwijzen van basiskennis. Dat is het meest onverstandige wat ze kunnen doen. Dan schiet je jezelf in de voet. Die basiskwaliteit stijgt dan iets, maar veel minder dan wanneer je inzet op nieuwe vaardigheden als creativiteit, onderzoekend en ondernemend zijn, probleemoplossend vermogen; die dragen bewezen bij aan de ontwikkeling van basiskennis.”

Rol van Fontys
Wat is eigenlijk de rol van opleiders als Fontys? “Wij zijn de grootste lerarenopleider van Nederland en daarmee een sleutelpartij in deze ontwikkelingen”, zegt Van de Sande. Hij noemt als voorbeeld de achterblijvende rekenprestaties in het primair onderwijs. “Daar wordt de basis gelegd en dat gebeurt niet altijd goed. Fontys Hogeschool Kind en Educatie is zich daarvan bewust. Die zet nu in op sterrendiploma's, waarbij je als student wordt gestimuleerd om die bèta-kant veel verder te ontwikkelen. Maar die krijgen pas over vier jaar hun diploma, dus het duurt even voor je daar resultaat van ziet.”

“De pabo's in Nederland zijn weer positief uit alle accreditaties gekomen, worden over het algemeen goed gewaardeerd”, zegt Ros. “Erkend is ook dat daar een behoorlijke kwaliteitsslag is gemaakt de afgelopen jaren. Met de Lerarenbeurs, waarmee docenten een master kunnen volgen, wordt ook geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderwijs.”

Tuithof ziet dat de lerarenopleidingen zoekende zijn naar hoe ze theorie en onderzoek een plaats moeten geven in de lerarenopleiding. Het hbo is daar nog niet zo lang mee bezig. “Het onderzoek zou nog meer op de lespraktijk gericht moeten zijn, zodat studenten als ze straks voor de klas staan die vaardigheden beter kunnen gebruiken.”

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.