Eindhoven,
27
augustus
2018
|
21:46
Europe/Amsterdam

Meijer: 'Liever leven lang nieuwsgierigheid'

Minister Koolmees te gast bij opening collegejaar

Jaar in jaar uit kwam de slogan te pas en ook te onpas voorbij: een leven lang leren. Bekte lekker en dekte elke lading. Maar Fontys-voorzitter Nienke Meijer gaf vandaag tijdens de opening van het nieuwe collegejaar aan er wel klaar mee te zijn. "Het is sleets. Veel beter lijkt het mij om voortaan te focussen op een leven lang nieuwsgierigheid. Wat is er achter de horizon te vinden?" 

Meijer bracht het nieuwe motto tijdens haar goed doorwrochte verhaal over de cultuurverandering die zo ontzettend nodig is. Dat verhaal bracht zij voor een bomvolle aula op de campus in Eindhoven, waar minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vanwege de officiële jaaropening te gast was.

De wereld verandert snel en heeft behoefte aan nieuwe parameters, zo begon Meijer haar verhaal. De oude parameters - cijfertjes en focus op welvaart - zullen plaats gaan maken voor inclusiviteit, diversiteit en welzijn. En in die veranderde wereld zal menselijk kapitaal het grootste goed zijn voor bedrijfsleven en voor de samenleving. 

In deze cultuurverandering, zo nam Meijer de toehoorders mee haar verhaal in, moet Fontys als lerende organisatie een voorbeeld zijn voor zowel medewerkers als studenten. Dat je vooral jezelf goed moet leren kennen, zodat je jezelf later ook veel beter opnieuw kunt uitvinden. 

Toegankelijk
Een verandering waar uiteraard de TEC-skills (Technology, Entrepreneurship en Creativity) een wezenlijk onderdeel van uitmaken. Een verandering, zo legde zij uit, waarbij het onderwijs voor iedereen toegankelijk is, en waar studenten én medewerkers bij het herkennen van talenten en aanleren van die skills gedreven worden door nieuwsgierigheid.

Een volle zaal bij de jaaropening in gebouw R5Ook het eerder dit jaar op Meijers initiatief gesloten Brainport Talent & Skills Akkoord, ondertekend door tal van bedrijven en instellingen in de regio, is onderdeel van die cultuuromslag. Want niet alleen het onderwijs, ook het bedrijfsleven zal wezenlijk anders moeten gaan opereren. Als iedereen zichzelf opnieuw uit moet kunnen vinden, moeten bedrijven hun werknemers daar immers ook alle kans voor geven. En accepteren dat die werknemers vervolgens mogelijk elders gaan werken. 

En dat, zo stelde Meijer, vergt niet een regionale maar een nationale cultuuromslag. Om dat voor elkaar te krijgen, zo sprak zij minister Koolmees aan, is echter wel hulp nodig uit Den Haag. Want daarvoor moeten onderwijs, bedrijfsleven én overheid intensief samenwerken en is financiële stimulering onontbeerlijk. 

Schoolbankjes
Minister Koolmees onderschreef de woorden van Nienke Meijer. "We hebben het inderdaad al 25 jaar over een leven lang leren. Mijn vader beschouwde vroeger elk uur in de schoolbankjes als een straf. Dat moeten we niet meer willen. Deze tijd mogen we ook wel gebruiken om het leuker te maken. Ook in dat opzicht is een cultuurverandering wenselijk."

Hoewel Koolmees die omslag dus ook nodig vindt, waarschuwde hij wel dat dit niet vandaag of morgen te realiseren valt. "Zo'n grote cultuurverandering die nodig is gaat niet in één jaar gebeuren. Dat moet je zien als een mammoettanker die je bijstuurt. Pas over een paar jaar zie je het verschil."  ​

De minister gaf aan zich vrijwel geheel in het verhaal van de Fontys-voorzitter te kunnen vinden, maar deed geen beloftes en bracht geen nieuws. Hij waarschuwde dat - in lijn met Meijers verhaal - de samenleving moet waken voor een tweedeling in 'can en cannot's' .
Verder herhaalde Koolmees dat hij dit najaar samen met minister Van Engelshoven van Onderwijs met een plan komt dat mensen meer invloed moet geven op hun loopbaan. De student maar ook de werknemer, iedereen eigenlijk, zou mogelijk een persoonlijk budget kunnen krijgen voor scholing en ontwikkeling. 

Eerder was al bekend gemaakt dat voor dit plan 200 miljoen euro is gereserveerd. Met meer informatie kwam Koolmees niet. Ook de Fontys-toehoorders zullen tot minstens de derde dinsdag van september moeten wachten. [Jan Ligthart