Eindhoven,
04
april
2023
|
14:52
Europe/Amsterdam

Meer tijdelijke contracten ondersteunend personeel Fontys

Fontys heeft het afgelopen jaar meer ondersteunend personeel in dienst genomen met een tijdelijk contract dan een jaar eerder. Het aantal ondersteunende medewerkers dat niet in vaste loondienst is,  steeg sinds 2018 zelfs met 45 procent.

Onder het onderwijzend personeel zijn die cijfers heel anders. Waar de tijdelijke contracten daar in 2021 nog iets toenamen, zitten de percentages nu zowel in fte's als aantallen medewerkers weer rond het niveau van 2018.  

Daarmee loopt Fontys in lijn met de landelijke ontwikkeling. Docenten van hogescholen hebben weer iets vaker een vast contract. Het ondersteunend personeel daarentegen is meer en meer in tijdelijke dienst. Maar het kan flink verschillen per hogeschool.

Corona
Enkele jaren schommelde het aandeel hbo-docenten met een tijdelijk contract landelijk rond de 15 procent, maar in 2021 schoot het omhoog naar 19 procent. Nu is het weer gedaald naar 18 procent. 

De stijging van 2021 kwam door de coronamiddelen voor het onderwijs, was destijds de verklaring. Het kabinet stelde miljoenen euro’s beschikbaar om de schade van de coronacrisis te beperken en van dat geld namen de hogescholen nieuwe docenten in dienst. Die kregen dan eerst een tijdelijk contract. Er is nu een recordaantal hbo-docenten: het zijn er meer dan 37 duizend, die samen meer dan 26.500 fte vullen.

Verschuiving
Ook bij Fontys was die verschuiving door coronamiddelen zichtbaar: in 2021 waren er 15 procent meer tijdelijke docenten dan het jaar ervoor.  Bij het ondersteunend personeel (OOP) was het verschil veel groter. Tussen 2018 en 2020 daalden de tijdelijke contracten nog voor OOP.  Dat sloeg om  in 2021. Waar in 2020 nog 7,28  procent van alle OOP-fte's een tijdelijk contract betrof, was dit een jaar later 10,2 procent. En inmiddels 11,73 procent. 

In aantallen medewerkers gaat het om 14 procent op 1 oktober van afgelopen jaar ten opzichte van 13,2 procent een jaar eerder. In 2018 ging het nog slechts om 9,67 procent. De recentste stijging wordt vooral veroorzaakt doordat er meer beleidsmedewerkers (een toename van 23 naar 60 in een jaar tijd) en meer marketing/communicatiemedewerkers (van 8 naar 22) op basis van een tijdelijk contract zijn aangenomen. 

Landelijk
Landelijk is bij het ondersteunend personeel, in totaal zeventienduizend werknemers, het aandeel tijdelijke contracten voor het vierde achtereenvolgende jaar toegenomen. Het staat nu op 17 procent. Hieronder vallen portiers, roosteraars, administrateurs, beleidsmedewerkers, managers, enzovoorts.

Er zijn flinke verschillen tussen hogescholen, blijkt uit een vergelijking van de grootste instellingen. Bij de Hogeschool van Amsterdam is 13 procent van de docenten in tijdelijke dienst, terwijl dat bij de Hogeschool Leiden twee keer zoveel is.

Voor het ondersteunend personeel geldt hetzelfde, met dezelfde hogescholen aan de uiteinden van het spectrum: aan de HvA heeft 11 procent een tijdelijk contract, aan de Hogeschool Leiden is dat 22 procent. [Jan Ligthart/HOP]

Reageren kan hieronder. Eenmaal gepubliceerde reacties worden niet verwijderd

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.