Eindhoven,
23
september
2022
|
09:45
Europe/Amsterdam

Medezeggenschap opleiding verdeeld over kerkelijke erkenning

Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing in Utrecht wil de Rooms-Katholieke erkenning voor de bacheloropleidingen Theologie en Leraar Godsdienst in de huidige vorm stopzetten. Het is nog onduidelijk of het voorgenomen besluit op instemming kan rekenen van de IMR.

“Genoemde opleidingen zijn kwetsbaar- zij willen graag groeien”, zegt studente Alexandra Querbach-van Oosten, voorzitter van de instituutsmedezeggenschapsraad. “In theorie kan de kerkelijke inmenging schuren bij de benoeming van docenten, bijvoorbeeld in geval van gescheiden katholieken.” 

Ook heeft het aartsbisdom Utrecht nu nog invloed op het curriculum. “Sommige studenten vragen zich af waarom ze een cursus Canoniek Recht moeten volgen. Voor zeg geestelijk verzorgers is die kennis weinig relevant.” 

Kleine groep 
Met 110 studenten en acht medewerkers is FHTL het kleinste Fontys-Instituut. Adjunct-directeur Eric Luijten liet eerder aan het Nederlands Dagblad weten dat de kerkelijke erkenning de gewenste nieuwe positionering van de richtingen Theologie en Godsdienstleraar – bijvoorbeeld aansluiting bij een andere opleiding – in de weg kan staan. 

Sinds 2010 heeft aartsbisschop Wim Eijk zeggenschap als het gaat om het onderwijsprogramma en de aanstelling van medewerkers. Volgens Luijten zorgde dat laatste in de praktijk nooit voor problemen. “De mensen die ik wilde benoemen, kregen allemaal de benodigde ‘zending’.”  

Overigens raakt het besluit maar een kleine groep studenten. “Voor leraren Godsdienst in het voortgezet onderwijs is de erkenning in verreweg de meeste gevallen overbodig”, zegt Luijten. Bij de bachelor Theologie ligt dat iets anders: “Met name bij een parochiepastoraat, of een andere positie in de RK-Kerk, is formele erkenning wel gevraagd. Maar het beeld dat ik heb, is dat het bij studenten niet ontzettend leeft.” 

Brede opleiding 
Dat relatief weinig studenten aanspraak willen maken op de erkenning, komt ook omdat hun achtergronden zo breed zijn. “Naast katholieke studenten hebben we al decennialang veel meer denominaties in huis: van protestants, joods, moslim tot agnost en atheïst. Het curriculum heeft dus een breder perspectief dan alleen het katholieke. Dat kan moeilijk anders in de zo diverse samenleving van vandaag.”  

De arbeidsmarktkansen voor alumni zijn prima. “Mensen blijven zich met zingevingsvraagstukken bezighouden. Zo zie je steeds meer geestelijk verzorgers bij thuiszorginstellingen of bij organisaties als politie en brandweer.” 

IMR-voorzitter Alexandra Querbach-van OostenLanger debat gevraagd 
De IMR beslist volgende week of het stopzetten van de canonieke erkenning kan rekenen op instemming. “Vooraf willen we nog zo veel mogelijk studenten informeren en hun visie peilen”, zegt voorzitter Querbach-van Oosten. “Het is een belangrijk onderwerp. We willen voorkomen dat studenten achteraf voor een voldongen feit staan.”  

Ook filosofiedocente Marieke Maes is een van de vijf zittende IMR-leden. Zij is tegen het voorgenomen besluit: “Op de eerste plaats vanwege mijn sterke verbondenheid met de Rooms-Katholieke Kerk. Bovendien geloof ik dat er op dit moment geen sprake is van een rijp besluit.”  

Omdat er volgens haar nog veel onduidelijk is, wil ze eerst meer ruimte voor interne discussie. “Natuurlijk ben ik ook een mens van deze tijd en zie ik de haken en ogen die de invloed op docentbenoemingen kan hebben. Maar je praat over een fundament van onze opleiding. De RK-Kerk heeft door de eeuwen heen een duidelijke visie ontwikkeld wat theologie moet zijn, met daarin een groot aandeel voor filosofie en inleiding op de Bijbel. Ik snap niet goed hoe je dit fundament kunt borgen zonder kerkelijke erkenning.” 

Nog geen reactie bisdom 
Fontys geeft aan op zoek te willen naar andere manieren om de relatie met de RK-Kerk in de toekomst vorm te geven, mocht de erkenning wegvallen. “Ik ben er blij mee dat het College van Bestuur dat zo nadrukkelijk stelt”, besluit Eric Luijten. “Het is het dus zeker niet zo dat we de historische band loslaten.” Hoe die nieuwe relatie eruit gaat zien, is nu nog onduidelijk. 

Het aartsbisdom Utrecht heeft niet gereageerd op het voorgenomen besluit. [Frank van den Nieuwenhuijzen

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.