Eindhoven,
11
november
2022
|
10:49
Europe/Amsterdam

Medewerker fietst meer, student pakt vaker de auto

Er wordt aantoonbaar minder in de auto gestapt om naar Fontys te gaan. Dat geldt dan vooral voor medewerkers, die vooral vaker voor de (elektrische) fiets kiezen. Studenten pakken weer net zo vaak de auto als voor de coronacrisis.  

De enquête werd door de dienst Huisvesting en Facilitaire Zaken voor de zomer van dit jaar uitgerold. Bijna de helft van alle medewerkers nam de moeite die in te vullen. Die 49 procent is overigens wel een stuk minder dan de 66 procent uit 2016 of de 58 procent uit 2020. Van de studenten nam 7,6 procent de moeite om mee te doen, tegen 16,4 procent in 2020. 

Sinds vorig jaar heeft Fontys een nieuw vergoedingensysteem ingevoerd voor woonwerkverkeer, eentje die autogebruik financieel ontmoedigt door een lage vaste vergoeding. En ondertussen fiets (een vergoeding van 0,19 cent per kilometer) en ov (een NS businesskaart voor alle medewerkers) juist aanmoedigt. De vraag was of dit, alsook het meer thuiswerken en -studeren door corona én de gestegen brandstofprijzen, terug te zien zou in de enquêteresultaten. 
Ja dus.

Hoe medewerkers de afgelopen jaren naar Fontys kwamenSneller of goedkoper
Allereerst de medewerkers. Inmiddels komt nog 39 procent met de auto naar het werk. Dat is beduidend minder dan de 48 procent die dat in 2018 nog deed. En zelfs 20 procent minder dan in 2016. Fietsgebruik steeg in dezelfde periode van 31 naar 35 procent, openbaar vervoer van 20 naar 25 procent. 

Daarnaast is sinds de coronacrisis ook het aantal dagen dat thuis wordt gewerkt flink gestegen. Werkte in 2020 nog twee op de drie medewerkers alle dagen op locatie, nu is dat nog maar 18 procent. Gemiddeld werkt onderwijzend personeel nu 2 dagen per week thuis, ondersteunend personeel zelfs 2,5 dagen. 

Over de thuiswerkvergoeding en de thuiswerkvoorzieningen is het personeel over het algemeen heel tevreden, al vindt ruim 43 procent nog wel dat de vergoeding te laag is.

Over de vervoersvergoedingen die Fontys voor medewerkers betaalt, bestaan wel grote verschillen in tevredenheid. Zo is voor woonwerkverkeer de kilometervergoeding voor auto's even laag gebleven en voor dienstreizen verlaagd naar 19 cent per kilometer. Dat is terug te zien in het oordeel over die vergoeding: 21 procent is tevreden, 44 procent ontevreden over de hoogte van die vergoeding. 

Onder fietsers (57 procent) en ov-gebruikers (70 procent) is de tevredenheid beduidend hoger en is slechts één op de tien ontevreden met de hoogte van de vergoeding. Een op de drie medewerkers heeft overigens de door Fontys verstrekte NS Businesskaart nog nooit gebruikt. 

De auto wordt door medewerkers vooral gekozen omdat het de snelste manier is, de fiets omdat het het gezondst is en het ov omdat het het goedkoopst is. De veranderingen in reisgedrag laten zien dat automobilisten en fietsers net iets vaker het ov nemen indien er een alternatief wordt gezocht, en de ov-reiziger dan vooral voor de auto kiest. 

Automobilisten voeren nu ook de brandstofprijzen en de fietsvergoeding op als reden om de auto te laten staan. Slechts 12,6 procent van alle automobilisten komt overigens met een elektrische of hybride auto naar Fontys. Leuk detail: procentueel hebben de medewerkers van Fontys Hogeschool voor de Kunsten veruit het vaakst zo'n schone auto. Staat tegenover dat, samen met Den Bosch en Venlo, daar ook de meeste dieselrijders te vinden zijn.

Studenten
Slechts een klein percentage van alle Fontysstudenten vulde de enquête in: 7,6 procent waar dat twee jaar geleden nog 16,4 procent was. Met name op campus Rachelsmolen in Eindhoven liep de animo om mee te doen terug: van bijna een op de drie in 2020 naar een op de twintig nu.

Hoe studenten naar school komen

Het autogebruik nam bij studenten juist toe vergeleken met 2020: van 12 naar 18 procent. Terwijl 22 procent met de fiets en 59 procent met het ov naar hun school komt. Vergeleken met pre-corona zijn die cijfers vrijwel gelijk gebleven aan de vervoerswijze zoals die in 2018 gemeten werd.

Wel is er een klein verschil te zien per reisafstand. Tot 7,5 kilometer wordt net iets vaker de auto genomen en iets minder de fiets. Van 7,5 tot 15 kilometer is de fiets populairder geworden en wordt minder vaak het ov gebruikt. 

Gevraagd naar wat de reden is voor een bepaalde transportkeuze zeggen de meeste autogebruikers en fietsers onder de studenten dat dit de snelste methode is en noemen de ov'ers de lage kosten als hoofdreden.  Als studenten voor alternatief vervoer kiezen, is de auto voor zowel fietsers als ov'ers populairder dan twee jaar geleden, terwijl automobilisten nu vaker voor het ov kiezen.   

op locatie sStuderen op de campus
Net als bij de medewerkers blijkt er ook bij de studenten sinds corona een forse verschuiving te zijn in het aantal dagen dat zij naar hun school gaan of thuis studeren. 

Waar in 2020 nog vier op de vijf studenten alle dagen van de week naar school kwam, is dat nu minder dan een op de vijf. Gemiddeld komen voltijd studenten nu drie dagen per week naar school. Voor deeltijdstudenten is er weinig veranderd vergeleken met twee jaar geleden. 

De bereikbaarheid van Fontyslocaties krijgt met een 6,8 nog steeds een dikke voldoende, maar het is wel flink minder dan de 7,6 van twee jaar geleden.  [Jan Ligthart]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.