Eindhoven,
15
februari
2023
|
12:01
Europe/Amsterdam

Loting keert weer terug in het hoger onderwijs

Hbo en universiteiten mogen loting invoeren voor opleidingen met een numerus fixus. De Tweede Kamer stemde dinsdag in met een wetswijziging die dit weer mogelijk maakt. In 2017 werd loting nog afgeschaft, maar de selectiemethodes die ervoor in de plaats kwamen bleken nog oneerlijker. 

Het wetsvoorstel werd, niet geheel naar tevredenheid van minister Dijkgraaf, met een amendement aangepast. In het voorstel van de minister mogen opleidingen eerst de beste studenten selecteren en dan de andere aanmelders laten loten. De aanpassing door de Tweede Kamer betekent dat opleidingen ook aan de onderkant kunnen selecteren: zij mogen de slechtste afwijzen. Daardoor geldt de loting dan alleen nog voor de ‘middengroep’.   

De minister had grote twijfels bij dat amendement. Die werden aanvankelijk gedeeld door PvdA en GroenLinks, maar uiteindelijk stemden ook zij in met het aangepaste wetsvoorstel.  

Nadeel
Bij opleidingen met een beperkt aantal plaatsen (numerus fixus) kan niet elke student die zich aanmeldt worden toegelaten.  Het gaat dan met name om medische studies aan de universiteiten zoals geneeskunde, psychologie, tandheelkunde. Ook in het hbo waren er numerus fixusstudies. Zo kende Fontys tot vijf jaar geleden een dergelijke studentenstop bij Verpleegkunde en Fysiotherapie. 

Tot 2017 werd er daarom geloot. Omdat die methode te willekeurig was, werd loting vervangen door eigenhandige selectie door de opleidingen op basis van talent en motivatie. 

Ook daar was lang niet iedereen gelukkig mee omdat dit systeem in het nadeel was van bepaalde groepen jongeren. Wie geen hoge eindexamencijfers had en geen hoogopgeleide ouders (die vaak ook nog extra ‘selectie-trainingen’ voor hun kinderen kunnen bekostigen), maakte aanzienlijk minder kans aangenomen te worden.  

De afgelopen weken werd veel gediscussieerd over het wetsvoorstel en de voor- en nadelen ervan. Mede ingegeven door een model dat de Amsterdamse oud-opleidingsdirecteur Klaas Visser had opgesteld.  Visser gaf eerder aan in een artikel en opiniestuk in dagblad NRC dat de Tweede Kamer zijn model verkeerd begreep. Hij vindt dat je inderdaad de beste studenten (7,5 of hoger als eindexamencijfers) op voorhand kunt selecteren. Maar een opdeling van de overige pakweg 85 tot 90 procent in wie wel en niet mee mag loten op basis van examencijfers, daar is hij geen voorstander van. 

Visser vindt dat al deze studenten allereerst beoordeeld moeten worden op hun motivatie en op hun inspanningen om toegelaten te worden. Dus opdagen bij voorlichtingsdagen, deelnemen aan taken of opdrachten, etc. Zo'n inspanningsverplichting zorgt ervoor dat tot een kwart van deze grote groep studenten al afvalt. Wat overblijft mag meedoen aan de loting. 

Dat komt voor een groot deel overeen met de bezwaren die minister Dijkgraaf had tegen het amendement. Het op voorhand afwijzen van studenten met de laagste examencijfers is te willekeurig volgens hem.  “Daarmee verliest het middelbareschooldiploma aan kracht”, aldus de minister. "En dat kan weer gevolgen hebben voor de algehele toegankelijkheid van het Nederlandse hoger onderwijs.”

Naar de geest van de wet
Toch is ook Dijkgraaf uiteindelijk tevreden met de uitkomst. Universiteiten en academische ziekenhuizen hebben namelijk laten weten de wet uit te zullen voeren naar de geest van het model van Klaas Visser. En daarmee is het nieuwe systeem - de beste studenten worden toegelaten en de rest komt na weging van motivatie in aanmerking voor loting - volgens Dijkgraaf eerlijker en beter dan het oude.  [Jan Ligthart]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.