Eindhoven,
23
februari
2024
|
10:04
Europe/Amsterdam

'Lerarenopleidingen sluiten niet aan op elke praktijk'

De dingen die studenten op deeltijd lerarenopleidingen volgen, komen amper terug als zij voor de klas staan. Dat vindt althans docent en deeltijdstudent Jeff van der Linden. FLOS-directeur Anton van den Brink ziet dat toch echt anders. Bovendien zijn er ontwikkelingen in de maak.

Van der Linden volgt een masteropleiding leraar Nederlands bij Fontys in Sittard (FLOS) en schreef voor zijn studie een column waarin hij uitlegt hoe lerarenopleidingen zelf deels schuld zijn aan het lerarenlek. “Vanuit de opleiding wordt vooral verwacht dat studenten eigen lessen bedenken, continu bezig zijn en rijke teksten zoeken om hun lessen te verrijken. Terwijl de praktijk juist zegt dat je bepaalde methodes toe moet passen omdat je het anders niet redt. Maar die methodes komen binnen de opleiding amper aan bod.”

De kern van de standpunten van Jeff is duidelijk. Wat studenten op deeltijd lerarenopleidingen volgen, sluit niet aan op de praktijk. “Het eindeloze bedenken en verzinnen van lesmateriaal staat hier centraal, terwijl je daar, wanneer je voor de klas staat, simpelweg geen tijd voor hebt.”

Jeff van der LindenDocenten aan de opleidingen schrokken van de kritische column van Van der Linden, die geplaatst werd in Trouw. “Maar onder de studenten zijn dit geen onbekende geluiden. Meerdere opleiders lieten me dan ook na mijn column weten dat zij hier intern over gesproken hebben.”

Tevreden geluiden
Anton van den Brink, directeur van Fontys Lerarenopleiding Sittard (FLOS), laat weten dat binnen het instituut geregeld geëvalueerd wordt op het vlak van onderwijs. Dat gebeurt onder andere ook met alumni. “Zij zijn over het algemeen zeer tevreden.”

Van den Brink herkent een ander element in het verhaal van deze student een stuk beter. Van der Linden geeft 24 uur les in vier dagen en krijgt slechts één dag gefaciliteerd voor een masteropleiding zoals die bij Fontys, die eigenlijk twee lesdagen per week betreft. Dat vindt de Fontysdirecteur opmerkelijk. “Dit is enorm zwaar, en er zijn meer studenten die daarom of daardoor temporiseren.”

Methodes
Het feit dat een beginnend docent meteen zo intensief ingezet wordt in het onderwijs komt volgens Van den Brink dan ook met gevolgen. “Het is niet voor niets dat de uitval onder startende docenten erg hoog is. Wanneer je hoge werkdruk ervaart is het volgen van een methode inderdaad tijdbesparend. Daar wordt in de voltijdopleiding meer aandacht aan besteed dan in deeltijd", geeft hij toe.

Jeff snapt overigens ook wel waar de denkwijze van Fontys vandaan komt. De student van nu moet geïnspireerd worden en het basis- en voortgezet onderwijs beter willen maken dan het nu is. “Dat waardeer en probeer ik, maar ik heb al wel een paar keer getwijfeld of dit wel is wat ik wil doen. Puur en alleen omdat de nieuwe aangeleerde methodes me meer tijd kosten dan gezond is. De combinatie van lesgeven, de opleiding en mijn gezinsleven kan ik zo niet lang meer volhouden.”

Anton van den Brink‘Tijd moet er zijn’
Toch zijn niet alle traditionele methodes even geweldig, aldus Van den Brink. “Daarom leiden we graag inspirerende docenten op die creatief zijn met hun lessen en leerlingen weten te motiveren en nieuwsgierig te maken, want dat is waar leren start. Dat vraagt tijd, en die tijd moet er natuurlijk wel zijn.”

Daarbij leidt Fontys docenten op voor een breed werkveld, bestaande uit, havo-, vwo- en mbo-scholen. Een deel van die scholen volgt veelal methoden, terwijl bij andere scholen juist weer andere eisen aan docenten worden gesteld. “Er is dus geen one-size-fits-all opleiding. Dat betekent dat een student altijd zaken zal missen in de opleiding, of zaken leert die minder relevant lijken. We geven in elk geval elke docent een goede basis mee die is vastgelegd in de bekwaamheidseisen van de wet Beroepen in Onderwijs en een goede basiskennis die landelijk wordt getoetst middels de landelijke kennistoets.”

Geharmoniseerd onderwijsmodel
Van den Brink benadrukt ook dat FLOS en alle andere lerarenopleidingen van Fontys in een transitie zitten. “Onderwijsinhoudelijk gaan we ons verder flexibiliseren door te werken met leeruitkomsten. Van de huidige 385 leerroutes naar het leraarschap in Nederland werken we toe naar een geharmoniseerd onderwijsmodel dat flexibele leerroutes mogelijk maakt voor studenten. Hiermee willen we een brede doelgroep aanspreken, meer recht doen aan elders verworven competenties en de uitval in de opleidingen reduceren. Dat samen draagt bij aan het terugdringen van het lerarentekort.”

Het werken met leeruitkomsten biedt studenten dan ook de mogelijkheid om meer contextspecifiek te worden opgeleid. De bekwaamheidseisen waaraan voldaan moet worden zijn hierbij voor alle studenten hetzelfde en zijn beschreven in de onderwijseenheden van leeruitkomsten. Hoe en waar deze leeruitkomsten worden verworven en aangetoond biedt volgens de directeur meer ruimte. “Een student die graag met methodes werkt kan de leeruitkomsten op dit type scholen realiseren. Een student die graag zelf creatief wil zijn in het ontwerpen van onderwijs, kiest daarvoor andere passende scholen. Dat neemt niet weg dat we nog steeds breed opleiden en een student daarom wel met verschillende contexten te maken krijgt.”

'Docentschap is iets moois'
Wat Van der Linden betreft: hij heeft na dit collegejaar nog één jaar te gaan voordat hij zijn master binnen heeft. En hoewel het hem zwaar valt, blijft hij doorzetten. “Het docentschap is en blijft iets moois en het tekort moet echt opgelost worden. Hoezeer ik soms ook twijfel, ik heb niet voor niets voor dit vak gekozen.” [Noëlle van den Berg]

Reageren kan hieronder. Eenmaal gepubliceerde reacties worden niet verwijderd

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.