Eindhoven,
30
augustus
2023
|
10:13
Europe/Amsterdam

Lector over burgerparticipatie: 'Conflicten horen erbij'

Burgerinspraak wint volgens Maja Ročak aan populariteit, maar in de praktijk komt er weinig van terecht. In haar onderzoek naar burgerparticipatie bij stedelijke vernieuwing pleit de lector Sociale Veerkracht bij Fontys Sociale Studies voor alternatieven.

Het is allemaal goed bedoeld, weet Ročak. “Maar wie zitten er aan de knoppen? Het zijn vaak witte, hoogopgeleide mensen die de kar trekken van stedelijke vernieuwingsprojecten. Zij nodigen de inwoners via brieven met vaak ingewikkelde taal uit om naar inspraakavonden te komen. Of ze organiseren ‘wijksafaris’ voor de professionals en zijn dan verbaasd als ze weinig aansluiting vinden bij de bewoners.”

Maja RočakBurgerinspraak, burgerparticipatie en burgerbetrokkenheid zijn verschillende termen die vaak op hetzelfde neerkomen. Namelijk: het wettelijke recht van burgers om mee te denken over beleidsontwikkelingen die hen aangaan. 

In Nederland zijn bijvoorbeeld 20 gebieden aangewezen voor stedelijke vernieuwingsprojecten waarbij burgerparticipatie een rol speelt. Daarbij gaat het om renovatie of sloop en nieuwbouw van stedelijke gebieden, met als doel om de leefbaarheid te verbeteren.

Heerlen-Noord is zo’n gebied. Al 20 jaar wordt er gewerkt aan stedelijke vernieuwing. Maar met de burgerparticipatie is het niet best gesteld. Terwijl er voor de bewoners toch veel op het spel staat, zoals hun woning en woonomgeving. Dat wekte de nieuwsgierigheid van Ročak. Ze sprak er met twee groepen: professionals en inwoners.

Onder de radar
Het viel de lector op dat grote groepen inwoners zich onthouden van inspraak of er onbedoeld van worden uitgesloten. “Veel mensen zijn bang dat ze problemen krijgen met de overheid en kiezen er bewust voor om onder de radar te blijven.”

Schaamte speelt ook een rol, ontdekte Ročak. “Mensen voelen zich onzeker over hun opleidingsniveau of eenvoudige leefomstandigheden.” De weinige mensen die zich wel actief inzetten, lopen vaak tegen bureaucratische processen aan en haken dan alsnog af.

Spreek je met de professional, dan loopt alles gesmeerd, ervaart Ročak. Vaak ontberen zij volgens haar de vaardigheid om zich te verplaatsen in de ander. "Als burgers niet deelnemen, zoeken ze daar niks achter. Dan zullen ze wel niet mee willen praten is de gedachte. Of er is sprake van een paternalistische houding: wij weten wel wat goed voor jullie is.”

Uiteindelijk wordt er alsnog over het lot van mensen beslist en is er van burgerinspraak nauwelijks sprake geweest. Wat gebeurt er als bewoners dan horen dat ze hun woning (tijdelijk) zullen moeten verlaten? Ročak: “Dat zijn ingrijpende gebeurtenissen, die een heleboel emoties losmaken. Mensen raken in paniek en gaan huilen, schreeuwen of dreigen. En daar zijn professionals meestal niet van gediend. De kloof tussen beiden wordt groter.”

Zonder oordeel luisteren
Burgers zijn niet moeilijk te bereiken, stelt Ročak. Niet zij, maar de professional moet uit zijn comfortzone stappen. Ga echt met deze mensen in gesprek, is haar advies. Zelf heeft ze meerdere intieme gesprekken gevoerd in ijskoude huisjes en werd ze vrijwel overal gastvrij ontvangen. Je moet er wat meer moeite voor doen, openstaan en zonder oordeel luisteren.

Ročak pleit dan ook voor alternatieven voor burgerinspraak. “Een concreet voorbeeld is community organising. Gemeenschappen krijgen daarbij zelf de mogelijkheid om hun inspraak te organiseren. Dat betekent dat er ruimte is om te discussiëren over de richting die stadsvernieuwing zou moeten nemen in de wijk. Op deze manier zet je mensen in hun kracht.” 

Conflicten horen daarbij, verzekert de lector. “Het is mogelijk dat bewoners, de gemeente en ontwikkelaars uiteenlopende standpunten innemen. Het met elkaar oneens zijn hoort echter bij een democratische samenleving en de bewoners moeten als een politieke actor herkend worden.”

Ook emoties mogen er zijn. “In plaats van te zeggen: zo hoort het niet of zo praten we niet met elkaar, kun je beter ruimte geven aan emoties en vragen waardoor mensen zo geraakt zijn. Dan kom je nader tot elkaar en kan er begrip ontstaan”, aldus Ročak.

Experimenteren
De lector Sociale Veerkracht wil graag verder met haar onderzoek naar burgerinspraak in stedelijke vernieuwingsprocessen. Bijvoorbeeld in de Eindhovense wijk Woensel-Zuid, net als Heerlen-Noord een van de 20 regio’s die aangewezen is voor stedelijke vernieuwingsprojecten.

Daarbij wil ze een stapje verdergaan. “We weten inmiddels veel over de oorzaken waardoor burgerparticipatie niet van de grond komt en willen gaan experimenteren om te leren wat wel werkt. Ook wegens de urgentie: tweedeling in de samenleving voorkomen.”

Samen met Fontys-collega Cees-Jan Pen wil Maja Ročak subsidie aanvragen om dit onderzoek te kunnen uitvoeren. Pen is lector De Ondernemende Regio aan Fontys Economie en Communicatie. [Marieke Verbiesen]

Reageren kan hieronder. Eenmaal gepubliceerde reacties worden niet verwijderd

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
Frank Maas
01
September
2023
Interessant artikel en ook in mijn ervaring is participatie, althans bij veranderingen in de bebouwde of te bebouwen leefomgeving, veelal relatief nutteloos of non existent, bekeken vanuit de bewoners of omwonenden. Zonder door het recht gegeven macht zijn de verhoudingen te scheef. Veelal staat de kern van wat er zou moeten gebeuren al vast en zo wordt participatie of inspraak niet veel meer dan window dressing. Of omdat het moet, zoals in de volgend jaar in werking tredende Omgevingswet. Ik geloof dat er in Engeland enkele juridische waarborgen voor de inwoners gelden; althans, ik heb daar ooit een voorbeeld van gezien.