Koud kopje thee
De geboorte van mijn eerste kind was een zware bevalling, letterlijk en figuurlijk. De combinatie met een baan als docent was op zijn zachtst gezegd pittig. Je hebt veel ballen die je in de lucht moet houden, zowel thuisballen als werkballen. Lessen voorbereiden met een huilende baby op de arm en kolven tussen de lessen door, dit in een soort Harry Potter hokje onderaan een trap (gebouw R1).
Baby twee werd geboren en het leven werd niet dubbel, maar zestien (ik heb hier wat statistiek op losgelaten) keer zo zwaar. Bij het derde kind gaat deze formule overigens niet op, bij een derde kind ben je zo murw geslagen, die doe je er gewoon even bij. In deze eerste jaren met drie jonge kinderen stond ik voor de klas met spuugvlekken op mijn schouder en ladders in mijn panty. Tijd voor persoonlijke verzorging was schaars. Tegenwoordig heb ik nog steeds ladders in mijn panty, maar inmiddels met wat oudere kinderen heb ik daar geen excuus meer voor.
Metafoor voor mijn leven met jonge kinderen was het kopje thee dat ik thuis elke dag voor mezelf zette. Vaak lukte het om het water te laten koken, soms stond er een leeg kopje klaar met een theezakje erin. En heel soms lukte het om een kop thee te zetten. De thee daadwerkelijk opdrinken lukte nooit. Het kopje thee stond altijd aan het einde van de dag eenzaam en koud op het aanrecht.
Dus ode aan alle jonge moeders van Fontys, die hun werk combineren met het moederschap en al die verschillende ballen in de lucht houden.
Weet dat de tijd weer komt dat het lukt om jullie kopje thee op te drinken.
Tina ten Bruggencate is docent aan Fontys Hogeschool Toegepaste Psychologie en onderzoeker bij het lectoraat Mens en Technologie.