Eindhoven,
03
juli
2023
|
12:57
Europe/Amsterdam

Journalist Arno Kantelberg en het vlammetje dat nooit dooft

Ook ‘Stijlpastoor’ Arno Kantelberg was – uitgedost met confectiecolbert, doorsneebrilletje en midden-scheiding – ooit Fontys-student. “Ik doe veel meer, maar noem mezelf nog altijd graag journalist.”

Na diverse hoofdredacteurschappen valt hij nu vooral op als tv-persoonlijkheid. Sinds vijf jaar staat Kantelberg als lifestyledeskundige achter de desk van RTL Boulevard en is hij te zien in avonturenshows als Wie is de Mol. Achter de schermen werkte hij met onder meer Theo van Gogh en Matthijs van Nieuwkerk.

Pietje Bell
Arno Kantelberg (54) studeerde in 1991 af aan Fontys Hogeschool Journalistiek, toen nog ‘Academie voor Journalistiek en Voorlichting’. Naar eigen zeggen begon hij “nogal bleu” aan zijn studie. “Journalistiek trok een beetje de schreeuwers aan: wereldverbeteraars met Palestijnse sjaals en aangeleerde harde G. Ik was een boertje uit Gemert.”

Verder voldeed de opleiding volop aan de verwachtingen. “Journalistiek vond ik avontuurlijker dan Geschiedenis of Rechten aan de universiteit, waarvoor ik ook was aangenomen. Journalist zijn, dat leek mij een Pietje Bell-achtig bestaan.”

Vuur
Tijdens zijn eerste stage bij Limburgs Dagblad in Heerlen werd Kantelberg niet teleurgesteld. “In de knalgele redactiepolootjes vloog je dan op een brand af. Je was van de Zjitung of Gazette, zoals de mensen in de mijnstreek zeiden, en mocht gewoon op de stoep parkeren.”

Zo werd hij bij Fontys klaargestoomd voor de wereld van de journalistiek. “Degenen waarvan je echt leerde waren de oud-journalisten. Mensen als Frans Hermans en Theo Schouw raakten mij. Ze overtuigden je van de meerwaarde die journalistiek heeft binnen het sociale verkeer. Met verhalen zet je mensen aan het denken.”

“Wat zij voor elkaar kregen is denk ik de sleutel van een beroepsopleiding: een vlammetje aansteken. Ze plantten iets, waarmee je door kon. Zelf draaide je het vlammetje hoger of lager, net wat je wilde.”

Dit sluit aan bij wat hij de huidige generatie studenten wil meegeven. “Een goeie studie, een bevlogen docent, die ontsteken dat vlammetje. Jij als student moet dat moment voelen en herkennen. Dat ene college waarin je beseft: dit is ook mijn vak.” Zo’n openbaring is al moeilijk genoeg, volgens hem. “Ik heb drie kinderen. Tot nu toe hebben ze geen van allen een studie afgemaakt.”

Liefde
Al tijdens de studie begon Kantelberg te schrijven voor HP/De Tijd, waar hij uiteindelijk acht jaar bleef. Daarna volgden hoofdredacteurschappen, waaronder van National Geographic en Esquire. Dat laatste blad – waarmee hij in 2008 ‘Hoofdredacteur van het Jaar’ werd – noemt hij zijn grootste professionele liefde.

“Stijl en inhoud kwamen hier samen. Dat is in de Verenigde Staten een prima mix, maar in Nederland vaak een strijd. Hier heerst het onterechte idee: een glossy zit op beeld en is dus oppervlakkiger, minder inhoudelijk.” [Tekst loopt door onder foto]

Volgens hem zit dat in onze van oudsher calvinistische, sobere volksaard. “Als de verpakking er goed uitziet, zal het wel niet om de inhoud gaan. Daarom nemen wij Maarten van Rossem, met wat extra roos op de schouders, zo serieus. Buitenkant suggereert ijdelheid en dat is verdacht. De vormeloze trui is het uniform van de Nederlandse journalist.”

Stijlpastoor des Vaderlands
Kantelberg schreef meerdere boeken over mannenmode en verzorgt in Volkskrant Magazine als ‘Stijlpastoor’ een rubriek waarin hij de uitdossingen van BN’ers beoordeelt. Onder dezelfde naam maakt hij een podcast. “Mijn voorliefde voor stijl en kleding begon bij Esquire. Daar organiseerden we de verkiezing van de Best Geklede Man en zo komt er weleens een modeshowtje in Milaan langs.”

Wie weet ontstond de notie dat je je kon onderscheiden door je kledingkeus, ook wel bij Fontys. “Ik had een vriend die dagelijks in pak én stropdas op de opleiding kwam. Als enige. Zelfs docenten deden dat niet en de Palestijnse sjaals lachten hem uit. Maar ik dacht gelijk: deze jongen is autonoom en heeft lef. Dat sprak me aan.”

“Verder moet je mijn rol als ‘Stijlpastoor’ ook niet bar serieus nemen. Het is een kwajongensterm. Misschien vind ik het, met mijn Brabantse roots, leuk om af en toe een preek af te steken.”

Nostalgie
Ook de elegantie die hij voorstaat heeft haar wortels in de journalistiek. “Ik hou van de klassieke literaire journalistiek uit de Angelsaksische wereld.” Vanaf de jaren zestig trokken topauteurs als Tom Wolfe en Gaetano ‘Gay’ Talese in opdracht van The New York Times of de Amerikaanse Esquire weken uit om op tournee te gaan met Frank Sinatra of onderzoek te doen naar de hippiecultuur. “Zulke heren-journalisten verschenen nooit ergens zonder driedelig kostuum. Vervolgens maakten ze reportages die ver uitstegen boven de waan van de dag.”

Met zijn blad ModMod omhelst Kantelberg die cultuur. “Een nieuwe mannen-lifestyleglossy die ik maak. Kwaliteit staat voorop, qua beeld en in interviews en reportages.” Hij begon het blad, volledig tegen de dalende conjunctuur op de tijdschriftenmarkt in. “Vroeg of laat komt de revival, daar geloof ik in. Analoge fotografie en vinyl zijn ook aan een opmars bezig, waarom zou dat met het papieren tijdschrift niet kunnen? Wij maken een blad dat zo in de boekenkast kan. Prachtig ruggetje, dik papier. Sla het open en je ruikt de inkt, fantastisch.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]

Reageren kan hieronder. Eenmaal gepubliceerde reacties worden niet verwijderd

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.