Tilburg,
21
december
2021
|
11:20
Europe/Amsterdam

Jos Niewold: ‘Mijn deur staat altijd open’

Hij noemt zichzelf een echte vakidioot, Jos Niewold. Bij Fontys Lerarenopleiding Tilburg probeert hij zijn passie voor geschiedenis over te brengen op de studenten. En dat lukt hem heel aardig.

Jos Niewold is het prototype van de geschiedenisleraar: hij is gepassioneerd als het om geschiedenis gaat, zit nooit verlegen om mooie verhalen, maar is niet heel gestructureerd.

En toch probeert hij in zijn colleges de basiskennis praktisch, gestructureerd en duidelijk over te brengen. “Onze studenten hebben gedegen kennis van de geschiedenis nodig. Uiteraard. Als ze voor de klas komen te staan, moeten ze historisch goed beslagen ten ijs komen.”

Stapje voor stapje
Stapsgewijs neemt Niewold zijn studenten mee door de Middeleeuwen, de Gouden Eeuw en de industriële revolutie. “Al die kennis moet natuurlijk wel behapbaar zijn. Ik neem ze stapje voor stapje mee en probeer ze zo naar een hoger niveau te brengen qua vakkennis.”

Het is daarbij belangrijk dat studenten weten wat er van ze verwacht wordt. “Ze moeten weten waar ze aan toe zijn, wat ze moeten doen en hoe ze het moeten doen. Tentamens mogen nooit een complete verrassing zijn.”

De sleutel tot succes ligt Jos Niewoldvolgens Niewold in herhaling. “Ik oefen de lesstof heel veel. De basiskennis, de simpele basale kennis, die moet er echt ingebracht worden. Vandaar dat ik elke week dezelfde vragen stel, net zo lang tot ze de stof beheersen.”

Havo 6 leerlingen
Dat klinkt nogal schools en dat is het volgens Niewold ook. “We noemen de eerstejaarsstudenten hier wel eens gekscherend havo 6 leerlingen. Het verschil tussen het voortgezet onderwijs en het hbo is in dat eerste jaar nog niet heel groot.”

Volgens Niewold moeten veel studenten in het begin wennen aan het student zijn. “Dat is voor sommigen echt even schrikken. We vragen ook best veel van ze in dat eerste jaar. Het is aan het docententeam om ze hier zo goed mogelijk in te begeleiden.”

In de jaren daarna ziet hij de studenten groeien, zeker als ze op stage gaan en leren wat het betekent om voor de klas te staan.

“Dat is mooi om te zien. In de eerste twee jaar gaat het hier vooral om kennis vergaren, daarna ontwikkelen onze studenten zich langzaam tot echte docenten en meten ze zich een meer professionele houding aan.”

Meer dan vakkennis
Lesgeven gaat namelijk niet enkel om dat vak en die vakkennis. Dat weet Niewold, die zelf negentien jaar in het voortgezet onderwijs werkte, maar al te goed.

“Het gaat vooral om de leerlingen. Op plaats één komt de leerling en op plaats twee en drie ook. Het vak komt pas op plaats vijf of zes. Al is Geschiedenis natuurlijk wel het mooiste vak van de wereld.”

Oog hebben voor leerlingen is volgens hem de belangrijkste taak van een docent. Zeker in het voortgezet onderwijs. Dat houdt hij zijn studenten altijd voor.

“Deze kinderen zitten niet per se te wachten op een les Geschiedenis of Duits, ze zitten niet uit vrije wil in die schoolbanken en hebben soms hele andere dingen aan hun hoofd. Dat moet je als docent goed beseffen en daar moet je af en toe op inspelen.”

Luisteren helpt
Ook in het hoger onderwijs is aandacht voor studenten belangrijk. Niewold weet dat als studieloopbaanbegeleider als geen ander.

“Het is een lastige tijd voor studenten, daar moeten we oog voor hebben. Ik probeer altijd tijd voor ze vrij te maken als dat nodig is. Ik kan natuurlijk niet al hun zorgen en problemen wegnemen, maar luisteren kan ik wel. Mijn deur staat altijd open.” [Tekst en foto's: Ivo van der Hoeven]