Eindhoven,
16
maart
2020
|
10:18
Europe/Amsterdam

Jalila Essaïdi: Bio-kunstenaar én bruggenbouwer

Kogelwerende huid of een uit koeienmest vervaardigde jurk? In het brein van Jalila Essaïdi zijn het allerminst buitenissige ideeën. Sterker: de alumnus van Fontys Hogeschool voor de Kunsten maakt internationaal naam met aparte combinaties van biotechnologie en (bio-)kunst. 

Essaïdi (39) studeert in 2009 af aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg, waarna ze bij FHK ook de master Kunsteducatie volgt. Daar ontstaat het concept Bulletproof Skin, waarbij ze een organisch materiaal ontwikkelt ‒ op basis van menselijke huid en spinnenzijde van gemodificeerde geiten ‒ sterk genoeg om kogels op halve snelheid te stoppen.

Essaïdi oogst prijzen en een stroom aan publiciteit met haar vondst, die in de toekomst mogelijk uitkomst biedt voor patiënten met brandwonden of doorligplekken. “Misschien ben ik helemaal geen kunstenaar. Ik denk niet in mooie objecten.”

Modderspoor
De Eindhovense klopte ooit bij Fontys aan met twee van jongs af gekoesterde fascinaties: die voor biologie én kunst. “Ik was een eigenzinnige en koppige student”, lacht ze.

“In mijn tijd verhuisde Foto: Ton Toemende academie net naar de Bisschop Zwijsenstraat. De schoolleiding wilde de boel liever netjes houden.” Maar als haar oog buiten valt op de boomwortels die zijn uitgegraven bij grondwerkzaamheden, is die huisregel snel vergeten. “Mooie, grillige vormen waarmee ik graag aan de slag wilde.”

Verraden door een spoor van modder moet Essaïdi op het matje komen bij de directeur. “Ja, dat leverde interessante gesprekken op. Ik was jong en wilde alleen maar maken, nieuwe wegen vinden.”

“En ik moest en zou naar buiten, omdat ik vond dat we te veel in klaslokalen zaten. Directeur Rien van Vleuten snapte mij wel - hij vergat zijn reprimande en begon over de boeken die hij aan het lezen was. Heel leerzaam.”

Niet kiezen
Met die ‘leerzame gesprekken’ is ze al vroeg vertrouwd. “Dat heeft te maken met het nest waaruit ik kom. Mijn vader was ingenieur bij Philips, met brede interesses. Als we thuis eters hadden zaten er veel disciplines om tafel: kunstenaars, filosofen, artsen.”

“Iedereen keek op een eigen manier naar de wereld. De verschillende werkdomeinen en ‘brillen’ van mensen ‒ en het leggen van verbanden daartussen ‒ dat vind ik nog altijd geweldig interessant.”

Haar ‘reikwijdte’ van denken maakt ook dat Essaïdi tijdens haar opleiding liever niet wil kiezen. “Het sprak me niet aan om puur schilder of beeldhouwer te worden. Ik wilde ook aspecten als filosofie, kunstbeschouwing en het docentschap meenemen.”

“Daarom propte ik alles bij elkaar. Bovendien ging ik in mijn laatste bachelor-jaar naar Universiteit Leiden om me te verdiepen in bio-kunst en laboratoriumwerk.”

Crossovers
Ze ergert zich nog altijd aan het plaatsen van scheidingswandjes tussen sectoren. “Je bent specialist op je eigen ‘eiland’. Maar ik geloof juist in het bewegen tussen domeinen zoals ‘economie’, ‘techniek’ en ‘landbouw’. Ware vernieuwing ontstaat in tussengebieden. Daarom is het maken van crossovers ook cruciaal.”

“We zitten midden in een transitie. De generatie die nu wordt opgeleid denkt minder in gescheiden modellen. Met als gevolg dat we op termijn méér gaan zoeken naar de symbiose- de verbinding mens, natuur en economie.”

“Om deze processen te versnellen en iedereen op één lijn te houden zijn generalistische denkers nodig. Mensen die over de scheidingsmuren heen kijken en proberen te verbinden.”

Schimmel in de stad
Dat ‘verbinden’ is een tijdrovende bezigheid, want welbeschouwd heeft Jalila Essaïdi twee fulltime banen. Als oprichter-directeur van de stichting BioArt Laboratories helpt ze internationale ontwerpers, technici en bedrijven bij de ontwikkeling van multidisciplinaire, innovatieve concepten.

“Bijvoorbeeld Mycoboard van Rara Larasati. In een verstedelijkte omgeving verbindt zij geïsoleerde groenplekken door middel van schimmels. Die wisselen onderling voedingsstoffen uit en bieden weer ruimte voor andere plantsoorten. Zo wordt de stad net iets gezonder.”

BioArt Laboratories is gevestigd op een wonderlijke plek in Eindhoven: in en rond vijf als boerderijtjes vermomde Duitse bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. “De dertig onderzoekers die we toelaten blijven drie maanden intern. Wij bieden ze alle faciliteiten voor hun onderzoek maar begeleiden ze bijvoorbeeld ook bij een octrooiaanvraag.”

Opborrelen
Daarnaast is ze eigenaar van biotechbedrijf Inspidere BV. Eén van de concepten die Essaïdi daar ontwikkelt is MESTIC, een techniek waarbij papier, plastic en textiel worden vervaardigd uit de cellulose die in koeienmest zit.

Voor dit project won ze in 2018 de Global Change Award van H&M en een jaar later de Chivas Venture Award voor sociaal ondernemerschap. Haar handen kriebelen om MESTIC te gaan doorontwikkelen, maar etmalen van 24 uur zijn eigenlijk te kort voor Essaïdi.

“Op dit moment bestaat mijn brein voornamelijk uit Excel-sheets en To Do-lijstjes met afspraken. Daardoor schiet mijn eigen creativiteit erbij in. Dat mis ik wel. Het zou mooi zijn als er op termijn weer meer ruimte komt voor het laten opborrelen van creatieve ideeën.

Lekker koppig
Het advies dat ze graag meegeeft aan de Fontys-student van vandaag: “Wees lekker eigenwijs, en koppig. En: accepteer niet klakkeloos elke ‘nee’. Als je tegen een muur aan loopt, zoek dan het paadje erlangs.”

Volgens Essaïdi zitten we in een maatschappij waarin mensen soms te snel het bijltje erbij neergooien. “Tegen mij is ontzettend vaak keihard ‘nee’ geroepen. Maar ja… Ik stopte niet en ging net zo lang door tot ik kreeg wat ik nodig had.”

Eén voorbeeld uit vele. “Aan het einde van mijn studie miste ik een beetje de filosofische laag. Je gaf weliswaar vaak presentaties over je werk, maar niemand plaatste dat in een breder verband.”

Ze besloot om eigenhandig een Studium Generale te organiseren, een lezingenprogramma waarin alle FHK-opleidingen hun visie ontvouwden op de kunstensector. “Heel tof. Weet je: onderwijs is stroperig. Het werkt beter als je gewoon zelf dingen in gang zet.”

Tegen kunststudenten in het bijzonder zegt ze: “Ga naar buiten en geef je ogen de kost. Zoek daarbij ook minder voorspelbare plekken op, dus niet altijd naar het museum.”

“En: als je stage wilt lopen, klop eens aan bij een technologiebedrijf, een varkensboer of bij de culturele beleidsmakers in het Provinciehuis. Heeft niks te maken met je domein, maar verrijkt wel meteen je blik.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.