Eindhoven,
05
oktober
2017
|
09:04
Europe/Amsterdam

Aantal nieuwe studenten loopt terug

'Geen reden voor paniek, wel voor alertheid'

Dit jaar zijn 1,5 procent minder studenten aan een opleiding bij Fontys begonnen dan in 2016. Op de peildatum 1 oktober waren dat er 12.863. Fontys zit daarmee flink onder het landelijke cijfer van zo'n 5 procent groei. De zorg- en lerarenopleidingen noteren de grootste minnen, ICT boekt winst.

De daling komt niet onverwacht, maar volgens directeur marketing en communicatie Piet van Ierland wel ‘onverhoopt’. Het marktaandeel van Fontys daalt van 9,9 naar 9,3 procent, terwijl andere hogescholen in zuid-Nederland als Avans, Zuyd en Arnhem/Nijmegen (HAN) een groei in het marktaandeel boeken van tussen de 0,1 en 0,13 procentpunt. ''Als je de cijfers over de afgelopen jaren ziet is er geen reden voor paniek, maar wel voor alertheid.'' Het vorig studiejaar liet Fontys nog een groei zien van 1 procent, ook toen was de landelijke groei ruim 5 procent.

Numerus fixus
Van Ierland noemt twee belangrijke oorzaken voor het feit dat Fontys achterblijft bij de landelijke groei: Eén is de numerus fixus bij met name zorgopleidingen die andere hogescholen inmiddels hebben opgeheven. De Vereniging van Hogescholen meldt inderdaad landelijk een forse groei in de inschrijvingen. ''De numerus fixus wordt ingesteld om de kwaliteit van de opleiding te waarborgen, bijvoorbeeld wat betreft docenten en stageplaatsen. Andere hogescholen hebben kennelijk al wegen gevonden om de numerus fixus te kunnen loslaten.''

Een andere verklaring ziet hij in de zogenaamde 'boeggolf' die vooraf ging aan de invoering van het leenstelsel in 2015. In de jaren daarvoor was er een hausse aan inschrijvingen van studenten die nog van het beursstelsel wilden profiteren. ''Daarna kwam er een dip, die was bij andere hogescholen dieper dan bij ons, daarvan zijn zij nog aan het herstellen. In meerjarenperspectief zien we dan ook een licht stijgende lijn in marktaandeel. Met die wetenschap ligt het verschil tussen de landelijke trend en onze cijfers iets genuanceerder.''

Er zijn enkele punten waarop in ieder geval actie nodig is, aldus Van Ierland. ‘’Zo blijft onze instroom in de harde techniekopleidingen achter, dat mag in deze regio toch niet zo zijn. En verder is het van belang om onze sterkten goed uit te dragen, bijvoorbeeld in de regio Tilburg. Met Breda en Den Bosch vlakbij heeft de student in die regio veel keuze, bijvoorbeeld in economieopleidingen in Tilburg.’’

Deeltijd
Er zit een duidelijke groei in het aantal deeltijdstudenten: zo'n 3,5 procent. Vooral de populariteit van de zogeheten Associate Degrees (AD's), een tweejarige hbo-opleiding voor mbo'ers, lijkt daar verantwoordelijk voor. De Vereniging van Hogescholen, die eind deze week de cijfers van alle hbo-instellingen publiceert, signaleert ook een forse groei op dit gebied. Andere hogescholen profiteren wel nog meer van de populariteit van AD’s, omdat zij veel meer voltijdvarianten hiervan aanbieden.

Een ander opstekertje is het groeiende aantal buitenlandse studenten dat Fontys weet te vinden. De instroom uit deze groep is met 93 studenten gegroeid naar ruim 1.500.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grafiek: ontwikkeling afgelopen tien jaar van aantallen instromers en marktaandeel

Stijgers en dalers
Uitschieter in de groei vormen de ICT-opleidingen. Directeur Ad Vissers van de Hogeschool ICT: ‘’We groeien nu eigenlijk al tien jaar lang. ICT is een aantrekkelijk vak en daarbinnen biedt de Fontys-opleiding veel: er is intensieve samenwerking met het bedrijfsleven, een brede bacheloropleiding en een talentgerichte manier van studeren. Ons marktaandeel is stijgende. We zijn op dit moment vooral bezig om ervoor te zorgen dat we bij een dergelijke groei de sfeer, cultuur en kwaliteit op orde houden.’’

Eén van de grootste minnen zit bij de opleiding tot Master Educational Needs. Daar zakt de instroom van 480 studenten vorig jaar naar 359 nu. “We merken ook bij de andere twee hogescholen die deze master verzorgen dat de belangstelling terugloopt”, zegt teamleider bedrijfsbureau Mijsje Versprille. ‘’Niettemin hebben we ons marktaandeel, dat altijd tussen de 35 en 40 procent ligt, nog iets vergroot. Bij anderen is het dus nog lastiger.’’ Opvallend is volgens haar, dat het aantal studenten dat direct kiest voor een mastertraject afneemt, terwijl het aantal deelnemers aan flexibel aanbod toeneemt. Vorig jaar is dat aantal gegroeid van 265 naar 482. De flexibilisering van de Master EN sluit aan bij de wensen van deeltijdstudenten om in fases en met een programma op maat te studeren, aldus Versprille.

Switchen
Het nieuwe studiejaar is al een maand onderweg, maar omdat in september altijd nog veel studenten switchen, afhaken of hun procedures niet hebben afgerond wordt als peildatum 1 oktober gehanteerd. De universiteiten en hogescholen sturen deze aantallen naar het ministerie van Onderwijs. Het uiteindelijke, officiële cijfer wordt pas in februari bekend.

[Debbie Langelaan] Foto: beeld uit introductieweek Purple, eind augustus 2017