Eindhoven,
16
juni
2020
|
14:45
Europe/Amsterdam

Hoe krijgen we het sociaal verkeer weer op gang?

Al jaren lopen binnen Fontys Hogeschool Sociale Studies onderzoeken naar de ondersteuning van mensen die zich (tijdelijk) in een kwetsbare situatie bevinden. De huidige crisis zet die ondersteuning op z’n zachtst gezegd op scherp. Bovendien komen er andere hulpbehoevenden bij, zo constateren Dana Feringa en haar collega's. 

Samenvatting

Fontys kent veel opleidingen waar lering kan worden getrokken uit wat nu gaande is. Door zowel docenten als studenten. In een serie artikelen laat Bron docenten en andere Fontys-experts vanuit hun discipline vertellen wat de coronacrisis blootlegt.

De onderzoeken worden gedaan binnen het lectoraat Sociale Veerkracht en gaan over de ondersteuning van mensen die zich (tijdelijk) in een kwetsbare situatie bevinden, bijvoorbeeld vanwege psychische problematiek, armoede of eenzaamheid.

Corona is voor associate lector Dana Feringa en collega’s reden om nog vóór de zomer opnieuw het gesprek aan te gaan met jongeren, ouders, cliënten, vrijwilligers en (sociaal) professionals die zij voor de crisis al spraken. Feringa: “Een gesprek over hoe corona hun leven en beroepsuitoefening beïnvloedt, maar vooral ook over hoe zij vorm willen geven aan leven binnen een anderhalve-meter-samenleving.”Dana Feringa

Week van de Verbinding
Daarvoor organiseren zij de terugkerende Week van de Verbinding: “Een week waarin studenten, docenten en werkveldpartners samen regionale initiatieven versterken of opstarten, uiteraard coronaproof, om aan de bekende én nieuwe hulpbehoeften tegemoet te komen”, aldus Feringa.

Want er komt de laatste maanden, of eigenlijk al jaren, nogal wat af op dat sociale domein, zowel voor hulpbehoevenden als voor hulpverleners, benadrukt Feringa.

“Eigenlijk zaten we al middenin een verandering. Professionals moeten hulp namelijk meer organiseren samen met cliënten en mensen uit hun sociaal netwerk, zoals familieleden, buren en kennissen. En toen kwam de coronacrisis daar nog bovenop”

Verwarring en onzekerheid
Het samen organiseren van hulp zorgde al voor de nodige verwarring en onzekerheden bij hulpbieders en hulpvragers. “Er waren vragen als ‘Wie doet nu precies wat?’ en ‘Kan ik dit eigenlijk wel?’” 
Hulp bieden in corona-tijd resulteert in extra uitdagingen. “Want hoe breng je mensen met elkaar in contact als face-to-face contact in mindere mate mag?" 

Alleen digitaal hulp bieden helpt in elk geval niet in iedere situatie: “Sommige cliënten krijgen zo nog steeds de hulp die ze nodig hebben, voor anderen viel de hulp helemaal weg of is niet langer toereikend. Maar ook ‘vinger aan de pols houden’, bijvoorbeeld kunnen waarnemen hoe het ruikt in iemands huis en hoe warm het in huis is, lukt niet meer als contact alleen nog via de computer of telefoon plaatsvindt.”

Nieuwe groepen
Daarnaast komen er in rap tempo groepen bij die kwetsbaarheid ervaren, vult Feringa aan. “Zoals alleenstaanden die zich eenzaam voelen nu naast sociale contacten ook de informele gesprekjes op het werk wegvallen. Of zzp’ers en mkb’ers bij wie nu de financiële stress drukt op het dagelijks functioneren”.

foto: Flickr/Roel Wijnants (CC BY-NC 2.0)De crisis roept veel vragen op. “Welke impact heeft het op jongeren en hun toekomst of op de mensen die het al moeilijk hadden? En wat kunnen we hier als opleider in betekenen?” De aandacht voor zulke en meer maatschappelijke gevolgen van de crisis komt namelijk nu pas op gang, licht ze toe.

“De afgelopen maanden hebben medische professionals knetterhard gewerkt om de besmettingspiek op te vangen. Nu gaan we nadenken over hoe we de samenleving weer op gang gaan brengen in ‘het nieuwe normaal’. Hoe krijgen we bijvoorbeeld het sociale verkeer weer op gang? Wat is onze kijk daarop en – heel belangrijk – welke gemeenschappelijkheden kunnen we daarin vinden?”

Vliegwiel voor sociaal verkeer
De behoefte aan meer sociaal contact onder burgers is inmiddels duidelijk en nu thema van de Week van de Verbinding: “Bijvoorbeeld door op allerlei manieren contact te leggen tussen mensen die daar behoefte aan hebben. Dat kan heel concreet beginnen met een praatje, waar je samen een vervolg aan geeft en anderen bij laat aansluiten die ook een praatje zoeken. Er is best wat mogelijk in de buitenruimte, daar hoeft anderhalve meter geen probleem te zijn”.

“Als Fontys zouden we ook een verbindende rol kunnen spelen. We hebben zo veel mensen onder een dak." Uiteraard veel jongeren. "Hun ideeën en inzichten zijn heel waardevol, zij zijn de toekomst. Maar óók docenten en andere medewerkers. Hoe geven zij op dit moment vorm aan hun sociale contacten? Welke ideeën hebben zij voor het weer op gang brengen van sociaal verkeer?”

"Soms denk ik: stel dat alle studenten twee uur per collegejaar tijd vrijmaken voor deelname aan bestaande of nieuwe maatschappelijke initiatieven, dan heb je naast actuele multidisciplinaire kennis zomaar 88.000 uur sociaal kapitaal gemobiliseerd rondom maatschappelijke vraagstukken”. [Anke Langelaan]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.