EINDHOVEN,
17
april
2019
|
09:58
Europe/Amsterdam

Het vermogen om niet te klagen

Kinderen beschikken over een uitzonderlijk vermogen om niet te klagen. Hen overkomt de wereld, en de spelregels van die wereld moeten ze nog leren kennen. Wanneer iedere dag een verrassing is, klaag je niet zo snel. Mijn zoontje kreeg in één jaar tijd een dubbele gecompliceerde polsbreuk, een zware longontsteking en de waterpokken. Niet één keer heb ik hem horen klagen. Niet van de jeuk, niet van het ongemak, en niet van het feit dat je met een arm in het gips niet in de zandbak mag.

Er zijn een aantal talenten die minder worden, naarmate we ouder worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor creativiteit, de kunst om na het vallen zo weer op te staan, en ook voor het durven nemen van risico’s. Het vermogen om niet te klagen hoort tevens in dat ruitje thuis: hoe ouder we worden, hoe meer ons vermogen om niet te klagen afneemt.

Op een gegeven moment komen we op een ‘vroeger was alles beter’-leeftijd. Ik ben op zoek naar manieren waarop ik de ‘vroeger was alles beter’-leeftijd tot het uiterste kan oprekken, niet alleen voor mijzelf maar vooral ook voor mijn studenten. 

Natuurlijk is je eigen mindset daarbij cruciaal. Bekend in dat kader is het verschil tussen de growth- en fixed-mindset van hotemetoot-professor Carol Dweck. Maar ook de spelregels die je met elkaar afspreekt, spelen een grote rol. Wanneer je spelregels afspreekt die heel moeilijk te volbrengen zijn, werk je klaaggedrag in de hand. 'Ja maar, je had het beloofd…"

De Fontys High Five vormen zo’n rijtje regels die klaaggedrag in de hand werken, zonder dat het per definitie een veel hogere service oplevert. Neem de 10-dagen-regel voor testresultaten. Voor MC-toetsen een makkie, want die worden nagekeken door een computer. Maar voor open toetsen ligt dat lastiger.

Stel je hebt drie open tentamens die je moet nakijken, met in totaal zo’n 400 studenten. Dan is de nakijktijd zo’n honderd uur, per definitie dus niet haalbaar in negen dagen (de tiende dag is nodig voor het systeem om de resultaten te registreren), en al helemaal niet voor een parttime kracht.

Het gevolg is - logisch - meer klagende studenten, waardoor de zoveelste docent besluit om over te stappen op MC-toetsen om het klaaggedrag te voorkomen. Ik heb vierdejaarsstudenten gehad die bij een open tentamen tegen me zeiden: “U bent de eerste docent in vier jaar Fontys die mijn handschrift ziet”.

Wanneer we investeren in een Fontysbrede growth-mindset, wat ook mooi past bij de denk-groter-filosofie, dan zijn spelregels niet meer nodig en dan verstevigen we het vermogen om niet te klagen organisatie-breed. Niet vanwege een setje regels, maar vanuit een tolerante gezamenlijke focus op groei en beter worden.

Eveline van Zeeland neemt graag Fontys-gedrag onder de loep. Daarnaast is zij Associate Lector Smart Marketing & Strategie bij FHMM en auteur van Basisboek Neuromarketing.

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
Martin Hummelink
18
April
2019
Bravo, Eveline!! Helemaal mee eens!! I could not agree more :-) Wat zeggen we altijd bij het opvoeden van kinderen? "Als je je kinderen iets beloofd, dan moet je het ook waar (kunnen) maken anders verlies je je geloofwaardigheid als opvoeder". Analoog daaraan: als je drie flinke toetsen moet nakijken in acht (niet eens negen...) werkdagen, dan loop je als docent regelmatig tegen deze weinig realistische, doch collectief gedane belofte aan, die in beton gegoten is. Die acht- dagen norm kun je met gemak halen als je alleen maar MC- toetsen geeft, maar kom op, da's toch niet de bedoeling als je een vak geeft waarin je als docent de redenering wilt zien van je studenten?! Daar wordt de onderwijskwaliteit niet beter van. En daar gaat het uiteindelijk toch om...?!