Eindhoven,
22
mei
2018
|
08:18
Europe/Amsterdam

Het lot van de docent

Ik dacht aan al mijn docenten uit vervlogen tijden. Piet van Neerven gaf Duits en zat op een verhoging. Hij flikkerde er ooit vanaf tijdens een proefwerk. Boem, zo maar achterover en daar lag hij in de kreukels.
Meneer Dickhoff gaf gymnastiek. Altijd trefbal, echt altijd. Militaire achtergrond, dan krijg je dat. Wat ’n vent, zeg.
Mevrouw Reymersdal was heel lelijk en gaf wiskunde. Nog steeds vind ik dat een combinatie.

Zuster Majelle noemden we boloog. Ja, ik heb les gehad van zusters. Er was er ook een bij die gaf natuurkunde en deed proefjes in de klas. “Als ’t mislukt en jullie gaan lachen, dan krijg je straf”. Ik ben haar naam kwijt, maar ze was zo gek als een klink en we lachten toch wel. Ik vermoed dat ze dood is.
Ook had ik twee jaar les van een aardrijkskundeleraar die zichzelf heel grappig vond, Heel veel leerlingen vonden dat ook van hem maar ik vond het een hypocriet; hij had zijn grappen in een boek staan wat op zijn bureau lag; man, wat ’n looser.

Toen ik studeerde had ik een geschiedenisdocent en die was te gek. Grote vent, grote baard, zware stem. Man, wat kon hij vertellen. Cynisch was hij ook, maar dat hoort bij zijn vak. Geweldig gelachen met die kerel. Ik was een jaar van school, toen ik hoorde dat hij overleden was. Kloten, echt kloten vond ik dat. Maar ik ben niet naar zijn begrafenis geweest. Als je klaar bent met school en studie ga je namelijk verder met je leven en je docenten worden anekdotes. Dat is hun lot.

Luc de Graaf speelt in het theater, schrijft verhalen en maakt korte filmpjes.