Eindhoven,
13
december
2019
|
10:15
Europe/Amsterdam

Heeft hbo last van ‘slechter presterende’ instroom?

Het dalende niveau van middelbare scholieren op havo en vwo, zoals studieplatform Qompas onlangs concludeerde, zou zijn weerslag moeten hebben op het niveau van eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs. Volgens Fontys-lector Desirée Joosten-ten Brinke is die relatie evenwel niet zo direct te leggen.

Qompas deed zijn onderzoek onder scholieren van 3-havo en 3-vwo en kwam tot de conclusie dat de gemiddelde cijfers van scholieren nog nooit zo laag waren. Joosten-ten Brinke, lector Technology-enhanced assessment, schrok er niet van. “Het gaat om een verlaging van gemiddeld 6,9 naar 6,8. Dat zegt erg weinig.” 

Niet prikkelend
Verder concludeerde Qompas dat middelbare scholieren steeds minder gemotiveerd zijn. Redenen daarvoor zouden zijn: een te traditionele manier van lesgeven (klassikaal, aan de hand van boeken), een negatieve invloed van het lerarentekort en docenten die soms niet genoeg in staat zijn leerlingen te prikkelen voor hun vak.
 

Joosten-ten Brinke vindt dat er ook wat dat betreft weinig aan de hand is en denkt dat het evenmin de aansluiting met het hbo bedreigt. “Scholieren van nu zijn meer bewust van het feit waarom ze naar school gaan. Daardoor zijn ze meer of minder gemotiveerd dan vroeger. Ouders bemoeien zich nu ook meer met de schoolloopbaan van hun kind en kinderen zijn mondiger geworden. En het aanzien van docenten in Nederland is wat lager dan in omringende landen, zoals Duitsland.”

Minder gemotiveerd
De Inspectie van het Onderwijs onderschrijft evenwel de conclusies van het studieplatform. Bovendien blijkt uit een onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), een ­samenwerkingsverband van 35 welvarende landen, dat scholieren in Nederland minder gemotiveerd zijn dan leerlingen in andere landen en dat hun prestaties dalen ten opzichte van die landen.

Bovendien blijkt uit een onderzoek van Programme for International Student Assessment (PISA) dat Nederlandse 15-jarige leerlingen op het gebied van rekenen wat beter scoren dan in 2015, maar dat zij op het gebied van lezen lager scoren. Ook dat hoeft niet veel te betekenen, legt Joosten-ten Brinke uit. 

“Dat kan komen doordat een ander land net even beter is gaan scoren. Neem Finland. Finse scholieren scoren voor lezen hoger dan Nederlandse leerlingen. Voor wiskunde scoorden ze in 2015 nog ongeveer even hoog als Nederland, maar nu een stuk lager.” [Erwin Blatter]

Reacties 1 - 2 (2)
Bedankt voor uw bericht.
Jo Theunissen
06
January
2020
Dag Desiree,
Helemaal niet mee eens met je bevindingen. Heb je het artikel in NRC Handelsblad van zaterdag 21 december 2019 van het innovatieplatform gelezen.
Volgens het innovatieplatform (19 experts o.a. Robbert Dijkgraaf (Natuurkundige) en Alexander Rinnooy Kan) concluderen op basis van vergelijkbare internationaal PISA onderzoek onder 15-jarigen het niveau van de Nederlandse scholieren duidelijk is achteruitgegaan. Voor wiskunde en natuurkunde is dat in 2015 gebeurd en voor leesvaardigheid in 2018. En dat nog steeds zo. Zou zeggen lees het artikel eens.
Dat merk ik hedendaags ook in mijn lessen op allerlei vlakken.

Met vriendelijke groet,

Jo Theunissen
Dankeld
13
December
2019
Ok, weinig conclusies te trekken is de boodschap. Een paar dingen triggeren me:
“Scholieren van nu zijn meer bewust van het feit waarom ze naar school gaan. Daardoor zijn ze meer of minder gemotiveerd dan vroeger. Ouders bemoeien zich nu ook meer met de schoolloopbaan van hun kind en kinderen zijn mondiger geworden.'
Hoe zit dat bij ons op het HBO? Waarom denken studenten dat ze naar school gaan? hoe verhoudt school zich tot het totale pakket aan activiteiten waar ze mee bezig zijn? De meeste studenten bij ons wonen thuis, wat betekent dat, o.a. voor de rol van de ouders, motivatie, zelfredzaamheid? Verder ben ik nog nieuwsgierig naar de relatie tussen het onderwerp 'kwaliteit instroom' en 'technology enhanced assessment'.