Eindhoven,
14
december
2021
|
17:17
Europe/Amsterdam

Genderkwesties: hoe ga je daar als docent mee om?

Non-binair. Transgender. Vrouw. Meisje. Man. Jongen. Je kunt je als mens met veel verschillende genders identificeren. Hoe ga je als docent met dit onderwerp om? En hoe zit het met seksuele diversiteit?

Om die vragen te kunnen beantwoorden nam Community Fontys Pride afgelopen maandag het initiatief voor een speciale bijeenkomst voor docenten en studenten. Het verzoek daarvoor kwam van studentenvereniging Omnia-Beta.

Seksualiteit en gender spelen steeds vaker een belangrijke rol op scholen. Docenten en andere medewerkers van hogescholen kunnen daarin het verschil maken voor hun studenten. Want hoe veiliger iemand zich voelt, hoe beter diegene zich kan ontwikkelen.

Genderidentiteit
Maart Vonk (24) kan daarover meepraten. De Pabo-student is non-binair en zet zich actief in als vrijwilliger bij Genderpraatjes, een jongerenlijn waar anoniem met Maart Vonkervaren mensen gepraat kan worden over alles dat met gender te maken heeft.

Maart kwam er zelf op jonge leeftijd achter dat er sprake was van een andere genderidentiteit dan die van diens klasgenootjes.

“Ik wist het al vanaf mijn kleutertijd. Ik droeg vaak jongenskleding omdat dat mijn stijl was. Toch voelde het niet fijn als ik jongen genoemd werd. Maar als mensen me meisje noemden, voelde dat ook niet goed. Ik hoorde nergens bij.”

Die struggle bleef Maart lange tijd achtervolgen. Pas toen de Pabo-student een aflevering van SpangaS zag waarin het non-binaire personage Thorn werd geïntroduceerd, kon Maart zichzelf een passende genderidentiteit geven.

Tips voor docenten
Sprekend uit ervaring wil Maart docenten meegeven om een groep studenten nooit te verdelen in jongens en meisjes, of in mannen en vrouwen. “Het gebruiken van inclusief taalgebruik bij studenten kan letterlijk levens redden. Je wilt niemand buitensluiten. Doe dat niet in hun bijzijn, maar ook niet als die personen er niet zijn.”

Het is volgens Maart belangrijk om alles bespreekbaar te maken, tijdens colleges of individueel. “Vindt een jongen paardrijden leuk in plaats van voetballen? Bespreek het. Denk niet in hokjes. Als docent moet je als model fungeren. Maak duidelijk dat studenten zichzelf mogen zijn. Dat ze zich kunnen identificeren zoals ze willen.”

Docenten moeten zich hierin verdiepen en research doen, vindt Maart. “Dit betekent niet dat je uren achter je computer moet gaan zitten, maar dat je er voor je student moet zijn.”

Werk met briefjes
Wat als het als docent niet goed voelt om alles te bespreken? Sommige studenten willen met bepaalde voornaamwoorden worden aangeduid, maar hoe vraag je dat zonder iemand in verlegenheid te brengen? Ook daar heeft Maart een tip voor.

“Een dBente van Gamerenocent uit Amerika gebruikte briefjes om de vraag te stellen. Daar konden studenten de voornaamwoorden opschrijven waarmee ze graag aangesproken wilden worden. En aangeven hoe hun thuissituatie was. Want als iemand op school uit de kast is, hoeft dat niet te betekenen dat diegene dat thuis ook is.”

Pedagogische wegwijzers
Bente van Gameren, medewerker van stichting School & Veiligheid, vult Maart aan door te zeggen dat er een aantal pedagogische wegwijzers is dat docenten kan helpen hun weg rondom dit thema te vinden.

De één gaat over begrenzen en in verbinding blijven, de ander over het doorgronden van je eigen normen en waarden, vooroordelen en ervaringen. Maar ook over gebruik van gepaste humor als positieve strategie en het creëren van balans tussen openheid en grenzen.

“Wil je een leerling ondersteunen? Luister dan zonder oordeel en wees voorzichtig met advies. Het is oké als je niet alles weet. Geef dat aan en kom er later op terug”, zegt Bente. [Karen Luiken]

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.