Eindhoven,
06
november
2017
|
11:17
Europe/Amsterdam

“Gemeenten moeten stoppen met ongebreidelde nieuwbouw”

Opiniebijdrage Frans van de Camp

Het dorp waar hij woont, Nuenen, was eerst groen en landelijk. Maar daar is niet zoveel meer van over door de ongebreidelde nieuwbouwdrang van bestuurders. Zonder visie en missie. Fontys-medewerker Frans van de Camp schreef een opiniebijdrage als reactie op het interview dat Bron vorige week had met lector Cees-Jan Pen.

Met het artikel van lector Cees-Jan Pen kan ik volledig instemmen. De ongebreidelde nieuwbouw in veel gemeenten en de vanzelfsprekendheid waarmee de grond van vrijwel elke boer die ermee stopt door gemeenten wordt aangekocht, om vervolgens als bouwgrond met winst weer te worden uitgegeven aan projectontwikkelaars, moeten bestreden worden. Het paradigma dat gemeenten alsmaar moeten groeien dient te worden omgebogen.

Die groei gaat zelden gepaard met een goed doordacht plan met betrekking tot bereikbaarheid en de daarvoor benodigde infrastructuur ter vermijding van congestie. Voorts wordt geen of veel te weinig rekening gehouden met de aantasting van de leefbaarheid van een dorp/stad. De inwoners hebben hierbij nauwelijks inspraak, dan wel als het point of no return al is gepasseerd. Sommige gemeenten leggen zich namelijk juridisch al in een veel te vroegtijdig stadium vast waardoor zij, als de bouwplannen alsnog zouden afketsen, in financiële problemen terecht komen door schadeclaims van projectontwikkelaars, daarmee de bevolking in feite chanterend.

Nuenen
Zelf ben ik zo’n 40 jaar geleden in Nuenen gaan wonen omdat het een, voor mij aantrekkelijk, landelijk gelegen en rustig dorp was met steden als Eindhoven en Helmond op afstand, maar wel binnen redelijk bereik. In de jaren 1980-2010 is de bevolking echter verdubbeld en zijn enorme arealen bos-, weide- en landbouwgrond in de directe omgeving van Nuenen ten prooi gevallen aan de projectontwikkelaars, met nieuwe woonwijken en industrieterreinen als gevolg. Van een dorp is nauwelijks nog sprake want Nuenen zit nu de facto vast aan Stiphout, Geldrop en Eindhoven, het wilde immers mee in de vaart der volkeren en moest groeien, althans volgens de bestuurders.

Ik heb de betreffende wethouder in Nuenen destijds gevraagd wat de hieraan ten grondslag liggende visie en missie van de gemeente Nuenen was. Wat voor gemeente wilde Nuenen nu eigenlijk zijn en waar wilde het op wat langere termijn naar toe? Hij moest mij het antwoord schuldig blijven. Er moest coûte que coûte gebouwd worden, alleen de projectontwikkelaars waren hier goed mee.

Aanfluiting
Ook landelijk is het beeld allesbehalve positief en in feite is ruimtelijke ordening in Nederland, zo je daar nog van kunt spreken, een aanfluiting. Landelijke regie hierop ontbreekt volledig met dank aan de deregulering. Kon je vroeger tijdens je rit van Eindhoven naar Utrecht nog volop genieten van een Hollands polderlandschap, nu wordt het uitzicht belemmerd door de weinig verheffende lintbebouwing, bestaande uit bedrijfspanden die, niet gehinderd door inachtneming van esthetische criteria, uit de grond zijn gestampt, waarvan er overigens vele inmiddels weer leeg staan.

Burgemeesters en wethouders maken goede sier met groeicijfers, maar het macro-economisch nut daarvan kan sterk worden betwijfeld. Elke nieuwe inwoner heeft immers zijn vorige woonplaats verlaten en groei in de ene plaats betekent krimp in de andere. Limburg bloedt leeg en iedereen trekt naar plaatsen waar het sowieso al druk is. Herontwikkeling van bedrijventerreinen en relocatie van bedrijven naar Limburg zouden deze provincie perspectief kunnen bieden. De belangrijke verkeersader A-2 loopt door Limburg en maakt vele internationale bestemmingen mogelijk.

Haringen in een ton
Nu zitten veel bedrijven als haringen in een ton in de Randstad met toenemende congestie en afnemende leefbaarheid als gevolg. Ook Midden- en Oost-Brabant dreigen dit lot te zullen ondergaan, het wordt ook hier steeds drukker. Er dient overheidsbeleid te worden ontwikkeld ter stimulering van Limburg en bescherming van onze eigen regio. Het economisch belang heeft steeds prioriteit gehad, maar ook dit paradigma dient te worden omgebogen. Alom komen we steeds meer tot het inzicht dat het huidige consumeren niet meer vol te houden is en een zware wissel trekt op de planeet waardoor toekomstige generaties minder perspectief krijgen.

Al in de jaren ’70 van de vorige eeuw, na het rapport van de Club van Rome, trad de vooraanstaande Nederlandse econoom professor Jan Pen naar voren. Ik weet niet of hij familie is van de lector, maar hij schreef een zeer lezenswaardig boek getiteld: ‘De economie van het genoeg’. Steeds meer gezaghebbende economen komen nu tot soortgelijke inzichten. Met de circulaire economie komen we weer terug op dit spoor, hopelijk is het nog niet te laat.

Ik wens lector Cees-Jan Pen veel succes met zijn streven naar een circulaire economie.

Frans van de Camp is verbonden aan Fontys Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek en momenteel werkzaam bij het Fontys Centrum voor Ondernemerschap.

Schilderij: Populierenlaan bij Nuenen (detail) van Vincent van Gogh (1885).