Tilburg,
22
oktober
2018
|
13:59
Europe/Amsterdam

Frank Hermans: "Mindlabs groeit in de breedte"

Frank Hermans is de eerste directeur van Mindlabs, de Tilburgse organisatie waarin Fontys en andere onderwijsinstellingen, overheid en bedrijven samenwerken op het gebied van journalistiek, interactieve technologie en menselijk gedrag. Hij is nu ruim een maand bezig: “Mindlabs groeit in de breedte.”

In de voormalige stoomketelfabriek die de gebroeders Deprez eind negentiende eeuw bouwden pal tegenover de achterkant van station Tilburg, houdt Frank Hermans sinds 1 september drie dagen per week kantoor. Hij zit er tussen de studenten, redacteuren, docenten, ambtenaren en ondernemers die er een paar uur werken in wisselende samenstellingen, vergaderen of gewoon even binnenlopen. Het gebouw is, in afwachting van nieuwbouw, het thuishonk van Mindlabs.

Lijstje
Het eerste wat Hermans deed toen hij aantrad, was een Het Deprez-gebouwlijstje maken. Als nieuwbakken directeur van een club die zelf ook nog in oprichting is, moet je ergens beginnen. Hij sprokkelde alle projecten van Mindlabs bijeen. Het zijn er een stuk of twintig. Bij elkaar geven ze een beeld van waar Mindlabs mee bezig is: robotics & avatars, virtual & mixed reality, serious games, natural language technologies & data sciences.

Maar Mindlabs is toch vooral opgezet als een medialab? “Het concept groeit in de breedte. En voor bedrijven die willen innoveren maar niet precies weten hoe, wil Mindlabs een loket zijn dat doorverwijst: naar andere bedrijven of onderwijsinstellingen.”

Hoe moeten we ons dat brede concept voorstellen? “Het kan gaan om technologische toepassingen binnen de media, zoals een project met robotjournalistiek en de toepassing van virtual reality in dat vak. Maar het VIBE-project bijvoorbeeld heeft helemaal niets met journalistiek te maken, dit speelt in de Brabantse ziekenhuizen. Hier worden robots en avatars ingezet op verschillende afdelingen en zijn ze ook betrokken bij de training van het personeel.”

Formele status 
Hermans is dan weliswaar net directeur, zijn betrokkenheid bij Mindlabs dateert al van enkele jaren her. Hij maakte deel uit van het team namens telecombedrijf Ericsson. Bij dit bedrijf hield hij zich bezig met het praktisch toepassen van Interieur Deprez-gebouwinnovaties. “Ik heb een puur technologische achtergrond, maar ben me steeds meer gaan bezighouden met hoe technologie het beste werkt voor mensen.”

Zijn agenda voor dit jaar is helder: Mindlabs moet een formele status krijgen, de samenwerking met alle partners vastgelegd en de organisatie moet verder worden opgetuigd. Zo is er nog geen afdeling marketing en communicatie, dus Hermans gaat vooralsnog zelf met zijn lijstje van twintig projecten de boer op om er bekendheid aan te geven.

In 2020 volgt verhuizing naar nieuwbouw binnen de Spoorzone, naast de LocHal. Een uitbreiding in (flexibele) werkplekken van zo’n 150 naar minstens 500. En het budget, dat volgend jaar nog ruim drie miljoen euro beloopt, gaat een paar niveaus hoger naar ‘tientallen miljoenen’. Het geld wordt bijeen gebracht door het bedrijfsleven (grofweg 70 procent) en de overheid (30 procent). De vier miljoen die de provincie onlangs beschikbaar stelde, wordt uitgesmeerd over meerdere jaren. Fontys en de andere onderwijsinstellingen (ROC, Tilburg University) brengen vooral mensen en expertise in.

Onderhoud 
Wat springt eruit op het lijstje van twintig projecten op het bureau van Hermans? “Twee supernieuwe, potentieel veelbelovende projecten spelen in de maakindustrie en in het onderwijs. In de maakindustrie gaat het om het precieze moment waarop je onderhoud moet plegen aan machines. Heel belangrijk, want zowel te laat als te vroeg onderhoud kost geld, met virtual reality kun je direct opsporen wanneer een motor bijvoorbeeld iets afwijkend begint te draaien.”

“Het andere project gaat over wat er precies gebeurt in het brein van mensen die iets leren. Aan de hand van oogbewegingen, hersenactiviteit en lichaamstaal kun je registreren hoe de cursist de lesstof tot zich neemt. We proberen het nu uit in de opleiding van piloten, maar het kan overal. Uiteindelijk kun je dan de lesstof op de maat van de individuele leerling presenteren.” [Debbie Langelaan]