Eindhoven,
11
november
2021
|
10:17
Europe/Amsterdam

Enthousiasme én twijfel over transitie lerarenopleidingen

Lerarenopleidingen in Nederland gaan de komende jaren op de schop om te komen tot een meer flexibel opleidingsmodel. De pabo’s van Fontys zijn enthousiast, bij eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen leven nog twijfels.

Bij de Nieuwste Pabo in Sittard is het plan Transitie Educatieve Opleidingen, dat een klein jaar geleden gepresenteerd werd, in goede aarde gevallen. “De uitgangspunten van het plan onderschrijven wij volledig”, stelt Hans Beckers, teamleider en MT-lid bij de Nieuwste Pabo.

Betere samenwerking
“Wij zijn net als de andere pabo’s van Fontys een groot voorstander van flexibeler opleiden, nauwere samenwerking met het werkveld en onderling, Hans Beckersen meer autonomie voor studenten in het eigen leerproces. Daar worden de opleidingen alleen maar beter van.”

Volgens Beckers zijn de positieve gevolgen van het transitieplan nu al zichtbaar. “De samenwerking tussen de Nieuwste Pabo en de andere pabo’s binnen Fontys Hogeschool Kind en Educatie (FHKE) is nog nooit zo intensief en goed geweest. Daar zijn we heel blij mee.”

Ander gevoel bij FLOS en FLOT
Bij Fontys Lerarenopleiding Sittard (FLOS) en Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT) heerst een ander gevoel. De eerste- en tweedegraads lerarenopleiders zien in het transitieplan deels een bedreiging voor de identiteit van de verschillende opleidingen.

Het eerste plan dat in januari 2021 werd gepresenteerd sloeg bij de lerarenopleidingen in als een bom. Voor Twan Brinkman, docent Maatschappijleer aan FLOT, was het dé aanleiding om bij de interne medezeggenschapsraad te gaan.

“Dat plan ging veel te ver”, stelt Brinkman. “Er was zelfs even sprake van het opheffen van opleidingen. Voor mij was al snel duidelijk: dat plan moet van tafel.”

Minder krachtig vakonderwijs
Het transitieplan was in de ogen van Brinkman een recept voor minder krachtig vakonderwijs. “Er zou een soort algemene lerarenopleiding ontstaan waarbinnen studenten zich verder konden specialiseren. Dit zou ten koste gaan van de aandacht voor vakdidactiek en vakinhoud.”

En jTwan Brinkmanuist die focus op vakdidactiek en vakinhoud is belangrijk volgens Brinkman. “Een beginnend docent moet de stof beheersen en niet alleen maar werkvormen kennen. Want pas als je alle stof beheerst, kun je nuttige leerdoelen stellen.”

Streep door het plan
Het college van bestuur zette in het voorjaar een streep door het plan, tot opluchting van Brinkman. De plannenmakers moeten terug naar de tekentafel. De komende vier jaar wordt er in verschillende ontwerpteams nagedacht over een aangepast plan.

Jan Wijnja, docent bij Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg (OSO), zit in het Masterteam dat kijkt naar de mogelijkheden en kansen van samenwerking binnen de verschillende masters van de lerarenopleidingen.

“Wij kijken binnen deze transitie allereerst naar de kansen en mogelijkheden van samenwerking binnen de opleidingen, waarbij we uiteraard wel de opleiding specifieke zaken willen behouden en zaken kritisch volgen.”

Mooie kansen
Flexibilisering en harmonisering zijn hierbij volgens Wijnja geen doelen op zich. “De plannen mogen niet leiden tot schaalvergroting en meer bureaucratie, daar kijken we heel kritisch naar. Maar we zien wel degelijk mooie kansen voor verbreding van de opleidingen en meer gebruikmaken van elkaars expertise.”

Het Masterteam zit momenteel nog in de verkenningsfase. “We moeten elkaar eerst leren kennen voordat we kunnen inschatten waar de kansen lJan Wijnjaiggen. Het doel is uiteindelijk om meer massa te genereren en expertise uit te wisselen zodat studenten meer eigenaarschap krijgen over hun eigen ontwikkeling.”

Niet gerust op
Brinkman is er nog niet helemaal gerust op dat er nu wel een breed gedragen plan komt. “Ik weet dat er inmiddels wat wantrouwen is bij lerarenopleiders.” Volgens de docent Maatschappijleer is het daarom belangrijk dat ook de kritische stem de ruimte krijgt bij het opstellen van het nieuwe plan.

“Het mag niet enkel een ‘feestje’ worden voor expertgroepjes vol mensen die hier heel erg in geloven." Hij heeft er wel meer vertrouwen in gekregen door de aanstelling van programmadirecteur Martin de Wolf, zegt hij. "Er lijkt een cultuurverandering gaande.” [Ivo van der Hoeven]

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
Nus Waleson
11
November
2021
Met de transitie wordt (ook) een maatschappelijk probleem geadresseerd waarvan de gevolgen zich tot ver in de toekomst uitstrekken: het grote tekort aan leerkrachten in vrijwel alle sectoren van onderwijs.
Op beloning en arbeidsvoorwaarden kunnen we geen invloed uitoefenen maar door aantrekkelijke educatieve opleidingen en hopelijk - doordat daarmee in de educatieve sector variatie gevonden kan worden- een aantrekkelijk beroepsbeeld kunnen we bijdragen aan vermindering van de frictie op de educatieve arbeidsmarkt. “Fontys for Society” heeft met de transitie de betekenis van “Fontys for their society” gekregen, “their” zijnde onze kinderen en kleinkinderen die wij de mogelijkheid ontnemen om hun “society” vorm te geven als wij er niet in slagen tijdig voldoende gekwalificeerde leerkrachten/ docenten op te leiden.
Francoise Lanting
11
November
2021
Zo waar! Niets aan toe te voegen…