Eindhoven,
06
september
2017
|
10:15
Europe/Amsterdam

Door ‘21st Century skills’ is hbo het spoor bijster

Frans van de Camp, docent Financiën Marketing, is het hartgronding oneens met de stelling van Fontys-directeur Nus Waleson. Die stelt dat bedrijven studenten actuele kennis moeten bijbrengen. ‘We zijn een kennisinstituut. Het bedrijfsleven zou dan trouwens ongetwijfeld een groter beroep gaan doen op onderwijsgeld.’

In aanvulling op het essay ‘Van praten naar doen’ van Nienke Meijer en de reactie daarop van Nus Waleson (‘De schoen wringt’) wil ik graag enkele kanttekeningen maken. Het is goed om met enige regelmaat stil te staan bij de essentie van hbo-onderwijs door onze visie en missie tegen het licht te houden, zeker in een snel veranderende samenleving zoals de onze. Waartoe zijn wij op aarde?

Nog niet zo lang geleden kon op deze vraag een kort en helder antwoord geformuleerd worden, maar sinds de term ‘21st century skills’ de ronde doet lijkt het hbo het spoor volkomen bijster. Bestuurders vragen zich regelmatig openlijk af waarom we studenten nog zouden opleiden voor een beroep dat wellicht niet meer bestaat als zij eenmaal zijn afgestudeerd. Die bestuurlijke twijfel gaat doorgaans gepaard met een aan paniek grenzende onzekerheid waarvan het maar te hopen is dat die niet overslaat op de docenten.

Wat die 21st century skills nu precies inhouden wordt overigens door vrijwel niemand precies gedefinieerd, maar vragen die in dat verband vaak gesteld worden zijn:
- welke competenties zullen in de (nabije) toekomst nodig zijn?
- hoe leiden we jongeren op voor een snel veranderende maatschappij?
- hoe snel veroudert kennis, welke kennis is nog relevant?

Leren = zelfvertrouwen opbouwen
Het is een feit dat kennis snel veroudert, met name in technologie gedreven sectoren zoals ICT. En aangezien ICT in steeds meer branches een rol van betekenis speelt vinden snel opeenvolgende veranderingen in vrijwel alle bedrijven en beroepen plaats. Wij dienen dus mensen op te leiden die met een open mind toekomstige ontwikkelingen tegemoet kunnen treden, deze niet als bedreigingen maar als uitdagingen zien, een onderzoekende houding hebben en niet vies zijn van veranderingen.

Onze kerntaak is derhalve dat wij onze studenten helpen zelfvertrouwen op te bouwen. Dit is van alle tijden, maar wordt in discussies vaak buiten beschouwing gelaten.De manier waarop mensen leren is in feite al eeuwen lang hetzelfde. Je leert door ergens tegenaan te lopen, iets wat je aanvankelijk niet snapt. Je gaat je er op focussen, hebt het er eens over met anderen, leest erover en bestudeert stof, oefent en repeteert, slaapt er een nachtje over, vergelijkt het met problemen die je eerder aan de hand hebt gehad, kijkt de kunst af bij anderen die vaker met dat bijltje hebben gehakt, en soms biedt een experiment uitzicht op de oplossing.

Helaas lukt dit allemaal niet altijd binnen de gestelde tijd, bij complexe vraagstukken valt het kwartje niet bij iedereen. Soms kom je er ondanks alle moeite en tijd zelf niet uit, je kunt per slot van rekening niet overal verstand van hebben. Maar dan is er gelukkig altijd nog die vakdocent die je een zetje kan geven om het wel te begrijpen. Dat moet dan wel een vakspecialist zijn die goed kan uitleggen.

Als je er dan uiteindelijk achter bent gekomen hoe het zit geeft dat een kick, het sterkt je gevoel van eigenwaarde en je zelfvertrouwen; je hebt weer een stap vooruit gemaakt en kunt nieuwe probleemsituaties tegemoet treden in het vertrouwen dat je ook die het hoofd zult kunnen bieden. Het is dus zaak studenten frequent te confronteren met complexe vraagstukken en hen die te laten oplossen. Zo bouwen zij het nodige zelfvertrouwen op.

Onderwijsmodel
Bij Fontys hebben we de mogelijkheden hiertoe allemaal in huis: we organiseren het onderwijs door middel van relevante projecten, waarin studenten complexe vraagstukken krijgen voorgeschoteld waar ze hun tanden in kunnen zetten. In een projectgroep kan er over de problemen met elkaar worden gediscussieerd. We beschikken over internet en schrijven boeken waarop de studenten voor de kennisbasis kunnen terugvallen. Uitgevers stellen bij hun boeken informatieve websites met voorbeelden, oefenmateriaal en zelftoetsen ter beschikking, uitstekend geschikt voor zelfstudie.

We trainen studenten in onderzoekvaardigheden om hen een kritische houding bij te brengen en hen op zoek te laten gaan naar relevant datamateriaal om dat vervolgens, uiteraard gewapend met kennis, te analyseren. Zij maken kennis met de beroepspraktijk door middel van stages en het afstudeeronderzoek. En, niet onbelangrijk, we hebben een docentencorps dat over de nodige vakkennis zou moeten beschikken. Er wordt studenten dus heel wat geboden.

Waar wringt dan de schoen? We zouden onszelf de volgende vragen kunnen stellen:
- zijn onze projecten uitdagend en relevant voor de beroepspraktijk?
- zijn de docenten competent (vakkennis, didactische vaardigheden, voeling met de praktijk)?
- zijn de stages/afstudeeronderzoeken nuttig en worden studenten daarbij goed begeleid?
- voldoen onze overige faciliteiten (ICT etc.)?
Zo niet, dan moet daar actie op worden ondernomen.

Inschakeling bedrijfsleven
Nus Waleson wil het aanbrengen van actuele kennis meer bij de bedrijven neerleggen. Daar ben ik het hardgrondig mee oneens, wij zijn immers een kennisinstituut. Het bedrijfsleven zou dan trouwens ongetwijfeld een groter beroep gaan doen op onderwijsgeld. Bovendien: als kennis kennelijk geen speerpunt zou zijn voor het hbo, dan kan de toepassing daarvan in de praktijk tijdens de opleiding ook geen speerpunt meer zijn. Dat lijkt me ondenkbaar voor een hbo-instelling, hoe bereid je studenten dan nog voor op de beroepspraktijk?

Het leren doorgronden van complexe vraagstukken en het verwerven van kennis en vaardigheden tijdens de opleiding is essentieel voor de opbouw en versterking van het zelfvertrouwen van studenten. Zelfs al zou de kennis die op het hbo wordt aangebracht niet de meest actuele zijn, dan nog is het belangrijk die te verwerven. Zo kun je de werking van een automatische versnellingsbak beter begrijpen als je eerst weet hoe een handgeschakelde bak werkt. Nieuwe kennis bouwt meestal voort op reeds aanwezige kennis.

Het bedrijfsleven schreeuwt om kennis, maar binnen het onderwijs is het nut daarvan de afgelopen jaren sterk veronachtzaamd, volkomen ten onrechte. Jarenlang is docenten door ingehuurde ‘onderwijsdeskundologen’ voorgehouden dat ze voornamelijk nog coach zouden zijn. Deze misvatting heeft ertoe geleid dat bij sommige opleidingen personeel is ingestroomd dat over onvoldoende vakkennis beschikt.Ik zou er dan ook sterk voor willen pleiten dat Fontys de banden met Brainport structureel aanhaalt en docenten regelmatig stage laat lopen bij relevante bedrijven in de regio. Dit zou kunnen helpen zowel hun vakkennis als de projecten te actualiseren. Het kost de nodige tijd om een dergelijk netwerk op te bouwen en, vooral, te onderhouden. Lectoren zouden hierin een rol kunnen spelen.

Goede colleges/lessen blijven belangrijk, en natuurlijk zijn docenten geen ‘lesboeren’, zij dienen hun lessen aantrekkelijk vorm te geven en gebruik te maken van de moderne hulpmiddelen die het onderwijs ten dienste staan. Maar bovenal moeten zij vakspecialisten zijn.

Match
Een zeer belangrijk aspect van goed onderwijs is een kloppende match tussen vragers naar en aanbieders van onderwijs. Fontys is een serviceorganisatie en voor een goed eindresultaat is niet alleen de school maar ook de student zelf verantwoordelijk. Van de student mag derhalve ook een en ander worden verwacht. Studeren is lang niet altijd alleen maar leuk en om hoger onderwijs te kunnen volgen is focus en doorzettingsvermogen nodig, wat helaas lang niet door elke student in voldoende mate kan worden opgebracht.

Hier wringt de schoen doordat hogescholen de afgelopen decennia hebben ingezet op kwantiteit. Onze focus zou moeten liggen op minder studenten, maar wel op de goede doelgroep met voldoende motivatie, inzet en doorzettingsvermogen, waar we dan intensief onderwijs op hoog niveau aan zouden kunnen geven.

Geen paniek
Laten we echter, bij alle onzekerheid ten aanzien van de toekomst, vooral nuchter blijven. Kennis veroudert snel, maar lang niet altijd, en sommige kennis is zelfs van alle tijden. Omzet min kosten is winst, dat was in de tijd van de Romeinen al zo en het ligt niet in de lijn der verwachting dat daar snel verandering in gaat komen. Het is dan ook niet nodig om in paniek te raken.

En vergeet niet: ook mijn generatie heeft gigantische ontwikkelingen meegemaakt die de wereld voor altijd hebben veranderd. In mijn jeugd was de stoomlocomotief nog in bedrijf, nu verplaatsen we ons per hoge snelheidstrein, auto of vliegtuig. We hebben mensen op de maan gezet, televisie en computers ontwikkeld, satellieten in een baan om de aarde gebracht, internet mogelijk gemaakt, beschikken over meer informatie dan ooit tevoren en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dit heeft de wereld totaal op zijn kop gezet en er is helemaal geen reden om aan te nemen dat nieuwe generaties niet mee zouden kunnen gaan in dit soort veranderingen.

Het sleutelwoord daarbij is zelfvertrouwen, het mooiste en beste wat wij onze studenten kunnen bieden. En dan wel terecht verkregen zelfvertrouwen, gebaseerd op zelf geleverde prestaties. Naast uiteraard vaardigheden en attitude, speelt kennis daarbij in mijn ogen een uiterst belangrijke rol.

Bij de verwerving daarvan is voor het hbo een schone taak weggelegd.

Frans van de Camp is docent Financiën Marketing bij Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek en Fontys Centrum voor Ondernemerschap.

 

 

Fotografie: tweede Marco Magielse, derde en vierde foto: Bart van Overbeeke.