Docenten die geen les geven
Een aantal jaren geleden stond ik bij het koffieapparaat met een collega te praten. Bij onze cappuccino’s vertelde ze dat ze had besloten dat ze geen les meer wilde geven, maar alleen leuke andere dingen wilde doen als docent. Lesgeven bezorgde haar teveel stress. Ik moest wel even slikken. Een docent die geen lesgeeft is als een timmerman die niet meer timmert, een bakker die geen brood meer bakt. Enzovoort.
Nu denk je dat dit een uitzondering is, maar collega-docenten die geen les geven (of onderwijstaken doen) zijn niet meer op één hand te tellen. Ze zitten in SICs, lectoraten, allerlei projecten, society’s en in hubs. Weet iemand wat die hubs zijn trouwens? Ik stel me er een soort paarse knuffelruimtes bij voor met comfortabele stoelen. Anyway, er zijn dus vele collega’s die geen enkele onderwijstaak meer hebben. Docenten die alleen in aanraking komen met studenten als ze in een restaurant door hen bediend worden.
In een van de vele memorabele speeches van mijn vorige directeur prees hij de vele docenten van de zakelijke dienstverlening van de Hubs en de SICs. De docenten die elke dag lesgaven, die met beide benen in het primaire proces staan, werden niet genoemd. Een directeur kan bij het bestuur de blits maken met deze extra-curriculaire activiteiten. Er is een gek beloningsysteem binnen Fontys dat het niet loont voor een docent om onderwijstaken te doen. Niet in uren en niet in andere vormen van beloning.
De collega’s die geen les meer geven verdwijnen steeds meer naar de achtergrond. Op kerstborrels of eindejaarsfeesten zie je ze nog wel eens. Ze parkeren hun Tesla voor de deur en vertellen vol trots dat ze naast hun fulltime baan als docent een consultancybureautje zijn begonnen. De collega’s die nog wel onderwijstaken doen krabben zichzelf achter hun oren en gaan als de sodemieter een leuk project zoeken.
Nu niet boos worden. Ik ben zelf niet heiliger dan de paus. En ik zie heus wel dat het werken in lectoraten, SICs, enzovoort veel kan toevoegen, en dat je dan heus ook wel met studenten werkt. Maar de balans is doorgeslagen. Er moet nog eens goed nagedacht worden wat de core business van een docent is. En qua beloningen zou met name het primaire proces aantrekkelijk moeten zijn. Dus schoenmaker blijf bij je leest, of docenten blijf bij je les. En je mag heus nog wel af en toe hubben in je paarse knuffelruimte. Komt goed!
Tina ten Bruggencate is docent aan Fontys Hogeschool Toegepaste Psychologie en onderzoeker bij het lectoraat Mens en Technologie.
je verhaal nodigt uit tot een lange beschouwing. Maar ik kan ook proberen het samen te vatten: laten we de studenten eerst met lesgeven een goede basis geven. Dan pas kunnen de studenten hun verantwoordelijkheid nemen en aan de slag met interessante opdrachten uit en met het werkveld.
Wat een waarheid als een koe! Ik ben al tig jaareen docent die als schoenmaker bij haar leest blijft, uitstapjes doet echter beseft dat mijn grootste talent het onderwijzen van eigenwijzen in hun zoektocht naar hun eigen betekenisvolle wijsheid is, onze core-business toch, en op wie de criteria van het beloningssyteem in totaal; erkenning, waardering, niet is ingericht. Nogmaals, een waarheid als een koe!
Wel zouden we ons inderdaad vaker de morele vraag kunnen stellen wat uiteindelijk studenten beter worden van onze activiteiten. Als naar dat antwoord te vaak gezocht moet worden, kan je je inderdaad afvragen of de verhouding juist is.
Probleem op de universiteiten is/was dat daar onderzoek altijd hoger aangeschreven stond dan lesgeven, met gevolgen die zich niet moeilijk laten raden. Toen ik op het HBO ging werken dacht ik dat het daar anders zou zijn. Helaas niet altijd zoals Tina terecht concludeert. Haar artikel is een hoognodige oproep ons primaire proces weer eens wat meer de waardering te geven die het verdient.