Tilburg,
02
oktober
2019
|
14:34
Europe/Amsterdam

Docent Bas Jongenelen promoveert op humor uit 1561

Lessen trekken uit poep- en snotgrappen

Voor zijn promotie bestudeerde docent Nederlands Bas Jongenelen zes jaar lang literaire humor uit het jaar 1561. “Er was een grote voorkeur voor viezigheid. En ook toen moesten devolgevreten varkenskoppen’ in Brussel het ontgelden.”

“Ik koos voor 1561 omdat juist in dat jaar een overvloed aan bruikbare teksten verscheen. Dat was onder meer een gevolg van het Antwerpse Landjuweel, een grootschalig poëziefestival dat plaatshad in augustus van dat jaar”, vertelt de docent van de Fontys Lerarenopleiding Tilburg, die op 12 november promoveert aan Radboud Universiteit Nijmegen.

Carnaval en viezigheid
Hij nam ruim tachtig van die teksten onder de loep. Daarbij ging het onder meer om de vraag wat het publiek überhaupt leuk vond. “Veel dingen klinken flauw, zoals de terugkerende oproep om een vrolijke tijd te beleven. In die zin doet de humor denken aan de gemiddelde carnavalshit.”

Verder is er een grote voorkeur voor viezigheid. Jongenelen: “Stommelingen die, zonder dat ze het weten, met hun handen in de poep zitten of een emmer vol snot - daarmee kreeg je de lachers op je hand.”

Varkenskoppen in Brussel
Qua thematiek zorgde het gedoe rond menselijke relaties, zoals het huwelijk, ook toen al voor hilariteit. Bovendien blijken zestiende-eeuwers dol op ‘omkering’, waarbij juist slechte gedragingen worden bewierookt.

“Die teksten vertellen je hoe wijs het is om in een dronken bui je huisraad naar de lommerd te brengen, want dan heb je meer geld om te verbrassen.” Overigens wel gevolgd door een moralistische waarschuwing om het toch maar niet te doen.

Maar er is ook plek voor serieuze maatschappijkritiek, waarbij kerkelijke en wereldlijke machthebbers het moeten ontgelden. “Een lied gaat over een drinkwedstrijd met als beloning een gebraden varkenskop”, vertelt Jongenelen.“Die boodschap: Als je veel drinkt dan krijg je een varkenskop, is een sneer naar de bestuurders en prelaten in Brussel, destijds de regeringszetel in de Nederlanden.”

Wegkijken en censuur
Hoewel het geen onderdeel was van zijn studie, ziet Jongenelen zeker parallellen met onze tijd, waarin humor ook niet altijd goed valt. “In veel teksten is er sprake van wegkijken: laten we vooral ook sommige grappen niet maken.”

Hij noemt het voorbeeld van een vertaler die van rokkenjagende ‘monniken’ bewust rokkenjagende ‘mannen’ maakt om geen last te krijgen met religieuze scherpslijpers.

Groot verschil tussen toen en nu is dat auteurs niet de toorn van de (internet)gemeenschap over zich heen kregen. “Censuur ging met name uit van de Kerk, die religieus-getinte grappen vlak vóór 1561 expliciet had verboden.” Maar ook burgerlijke autoriteiten, zoals burgemeesters, bleken gevoelig voor die druk. "Zij wilden niet dat hun marktplein het toneel werd van een aanval op de kerk of een grote volksoploop."

"Ook dat is een parallel met nu. Regelmatig worden demonstraties en debatten bij voorbaat verboden onder het mom dat de veiligheid niet kan worden gegarandeerd.”

Youp van het Hek en René van der Gijp
Herkende hij ook een zestiende-eeuwse Youp van het Hek of René van der Gijp in de teksten? “Niet echt”, zegt Jongenelen. “Dat komt óók omdat je maar een klein deel van het humoristische materiaal kunt bestuderen, namelijk teksten die later in druk verschenen.”

“Op het podium werden deze bijdragen aan elkaar gepraat door spreekstalmeesters, die zich zeker niet onthouden hebben van ad rem commentaar. Daar zat vast een Youp-achtige figuur tussen.”

Balladen en Refereynen
Jongenelen kijkt met tevredenheid terug op de zes jaar dat zijn promotieonderzoek duurde. Wel geeft hij toe dat hij die zestiende-eeuwse balladen en refereynen niet altijd voor zijn plezier las. "Het blijft werk. Die teksten zijn ook niet allemaal even begrijpelijk. Het heeft soms iets weg van een code die je moet ontcijferen. Ik was weleens jaloers als mijn vrouw op het strand de laatste Grunberg las.”

Toch is promoveren een traject dat Jongenelen al zijn Fontys-collega’s kan aanraden. “Ik had een lerarenbeurs en was twee dagen per week uitgeroosterd. Weliswaar kostte het onderzoek me meer tijd, maar dat ik had er graag voor over. Echt, zo’n promotie is één groot avontuur, waarbij ik steeds iets nieuws ontdekte.”

Jongenelen verheugt zich op de dag dat hij zijn bul in ontvangst mag nemen. “Als toetje mag ik straks ook nog meedoen aan een absurdistisch toneelstukje, want daaraan doet een promotie toch denken. Samengevat: Veel ongemakkelijke stiltes tussen mensen in rare pakken. Heerlijk.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]

Reacties 1 - 4 (4)
Bedankt voor uw bericht.
Raymond Uppelschoten
01
May
2022
Via je Twitter account ontdekte ik zomaar je dissertatie. Grappig om dit van jou na zoveel jaar terug te zien.
Huug van Gompel
24
November
2019
Gefeliciteerd met dit opmerkelijke onderwerp, waarover we nu dank zij uw proefschrift zo veel meer weten.
Bas Jongenelen
07
October
2019
Mijn proefschrift is verkrijgbaar bij de boekwinkels. Bijv. bij Bol: https://www.bol.com/nl/p/humor-in-1561/9200000121749456/
Kennedy Tielman
04
October
2019
Van harte gefeliciteerd Bas!