Dit is niet terug naar normaal
Alles is alweer een tijdje ‘normaal’. We mogen weer naar school, naar ons werk, genieten van theater en terrasjes en niet te vergeten de festivals. Alles lijkt dus weer terug te zijn bij het oude. Aan de oppervlakte dan. Want misschien ligt het aan mij, maar ik heb een onbehaaglijk gevoel wat ik nog niet helemaal kan plaatsen.
Ik hoor en lees dat minder studenten in de collegebanken terugkomen. Iets wat misschien heel logisch is na de pandemie; hoorcolleges kun je immers best goed online, dus vanuit huis volgen. Datzelfde geldt voor bepaalde vergaderingen of meetings. Toch was ik blij om weer naar school te mogen en uit die laptopbubbel te komen.
En nu dat eenmaal weer kan en mag, merk ik dat we verre van terug naar normaal zijn. Er zijn dagen dat ik naar school ga en dat de aanwezige collega’s op één hand te tellen zijn. Waar is iedereen gebleven? Thuis! Want wat blijkt? We zijn tijdens de coronapandemie in zo’n efficiëntieslag terechtgekomen dat we gewend zijn geraakt van de ene meeting naar de andere te ‘hollen’.
En we hebben gemerkt dat je veel sneller kan werken wanneer niemand aan je bureau vragen komt stellen. Dus we blijven vaker thuis, want anders krijgen we minder voor elkaar. En de collega’s die wél naar het werk komen, geven aan op tijd naar huis te willen, omdat ze vanavond toch wel graag aan hun werk willen beginnen. Wat deden ze overdag dan? Wat zien we inmiddels als werk en wat niet meer?
Alles wat hierboven staat heb ik zelf ook gezegd en gedacht. Hopelijk laten we onszelf toe minder efficiënt te willen zijn en weer de vreugde uit verbondenheid met collega’s te halen. We hadden gisteren een BBQ met ons hele team: mijn motivatie begint weer terug te komen!
Evelyne Meens neemt keuzes van zichzelf en anderen onder de loep en zet daarbij mensen graag aan het denken. Ze werkt bij Fontys als onderzoeker en expert Studie(keuze)succes en is auteur van het boek Een leven lang kiezen. Haar Bron-columns vind je hier.
Verder geldt dat er genoeg sectoren zijn waar dit helemaal geen optie is/is geweest: thuiswerken/thuis blijven in het verlengde van Corona. Daar zijn ze tijdens de Coronacrisis gewoon doorgegaan, en doen dat nu nog steeds. En het is ook maar goed ook, dat die sectoren gewoon en voluit door zijn gegaan, want anders had het er voor de thuiswerkers ook veel minder prettig uit gezien. Want die kregen zonder meer hun natje en droogje, omdat anderen wel gewoon op het land gingen werken; naar de fabriek gingen of voor anderen gingen zorgen; huizen gingen bouwen, branden gingen blussen; in magazijnen orders gingen sorteren/verwerken; bij de mensen thuis spullen gingen afleveren etc. etc.
Wat helemaal prima was, omdat de meeste mensen tegelijkertijd ook sociale dieren zijn, bijgevolg niet/niet goed zonder menselijk contact of fysiek samenwerken/samenkomen met andere mensen kunnen. Het is ook die kwaliteit geweest, die er mede voor heeft gezorgd dat we als mensen nog steeds rondlopen hier op aarde. We kunnen niet echt zonder elkaar. We hebben elkaar nodig, ook in de fysieke ontmoeting. Anders verliezen velen van ons hun enthousiasme, levenslust, motivatie, energie etc. Laten we er dus inderdaad voor zorgen weer vreugde uit verbondenheid met collega's en studenten - ook/juist op de fysieke werkplek - te halen. Efficient werken is mooi, maar direct samen werken nog mooier. Want we zijn geen machines: we zijn mensen.