Digitaal waanbeeld
Zag drie posters toen ik de trap opliep in gebouw R3 aan de Rachelsmolen in Eindhoven. ‘Studeer wanneer je wil’, ‘studeer overal’ en ‘studeer slimmer’ stond erop. ‘Digital first’ het gedeelde motto. Ze stonden niet geheel toevallig naast de binnenkort te sluiten mediatheek. Zo denkt ons bestuur dus dat ondanks grote weerstand genomen besluit te verkopen aan studenten en medewerkers. Een nogal doorzichtige poging en totale flauwekul bovendien.
Ook ik kon al studeren waar en wanneer ik maar wilde. De klassieker The General Theory of Employment, Interest and Money nam ik werkelijk overal mee naartoe. Studeren is niet gebonden aan – en wordt niet beperkt door de locatie of openingstijden van een fysieke mediatheek. Sluiting daarvan draagt op geen enkele manier bij aan meer flexibiliteit om je studietijd in te delen.
Wellicht dat het bestuur het onderscheid tussen twee dingen niet begrijpt: studeren en toegang tot informatie en bronnen. Dat laatste was vroeger wel beperkt tot de openingstijden van de (universiteits)bibliotheek. Voor het schrijven van mijn afstudeerscriptie zat ik dagenlang in de archieven van de bieb de dagkoersen van een aantal bedrijven en marktindices uit eerdere jaargangen van het Financieele Dagblad over te nemen. Data die ik nodig had voor mijn analyses en die ik nu met een paar muisclicks zou kunnen downloaden. De toegankelijkheid tot - en hoeveelheid aan altijd en overal beschikbare data en informatie zijn door de digitalisering duizelingwekkend toegenomen. Uiteraard is het goed dat Fontys de ontsluiting van al die digitale bronnen waar nodig faciliteert.
Maar het opzoeken van facts en figures of het downloaden van een rapport is iets geheel anders dan studeren. Bij studeren gaat het om het opdoen van kennis en inzicht in complexe materie en concepten. Om de statistische modellen te begrijpen die ik nodig had om mijn data zinvol te verwerken was intensieve en gerichte studie vereist. Uiteraard haalde ik die kennis uit een boek.
Maar ook vandaag zouden studenten dat zo moeten doen. Digitaal lezen heeft zeker voordelen maar keer op keer blijkt uit onderzoek dat echt iets leren, begrijpen en doorgronden beter gaat wanneer je de kennis en inzichten via papieren bronnen tot je neemt. Fysieke boeken en journals dus. En door die grotendeels uit onze werk - en studieomgeving te verbannen geeft het bestuur een volkomen verkeerd signaal af.
Het studeren uit papieren boeken zou moeten worden gestimuleerd en gefaciliteerd in plaats van actief worden ontmoedigd. Dat studeer slimmer argument is uitermate dom. En geheel in lijn met eerdere aanpalende besluiten.
Ewoud Jansen is docent Finance & Economics bij de opleiding International Business en auteur van diverse boeken en opiniestukken. Lees hier zijn eerdere columns voor Bron.
- informatiespecialisten die actuele kennis hebben van beschikbare bronnen en zoeksystemen, en die kunnen helpen bij het *sneller* vinden van bronnen, en het vinden van *relevantere* bronnen (efficiency, anyone?)
- toegang tot gedrukte boeken en tijdschriften waaruit je, inmiddels uitputtend aangetoond, beter leert en onthoudt
- toegang tot digitale bronnen (tekst, audiovisueel etc.) waar Fontys geen licentie voor heeft kúnnen afsluiten (want te duur)
- toegang tot fysieke bronnen die niet zijn/niet mogen worden/nooit zullen worden gedigitaliseerd (groot deel van de twintigste eeuw, omdat er nog auteursrecht op rust en/of omdat er geen businesscase is voor uitgeverijen om het wel digitaal te vermarkten)
- toegang tot in de loop der tijd door medewerkers gecureerde fysieke collecties van voor de lokaal aangeboden studies waardevolle bronnen
- een plek binnen de gebouwen waar men zich in tussenuren kan terugtrekken om te studeren en waar een ongeschreven code heerst dat het er rustig is en je elkaar niet stoort
- een plek waar je met een groep kunt afspreken om er te gaan blokken voor tentamens en op gezette tijden samen pauze neemt (zelfopgelegde sociale druk afgewisseld met [Brabantse] gezelligheid)
Natuurlijk gaat er in de wetenschappelijke communicatie veel digitaal. En natuurlijk kun je deze functies ook op een andere manier vormgeven. Maar het zou toch te denken moeten geven dat er internationaal maar héél weinig hogescholen en universiteiten te vinden zijn die hun fysieke biblio- of mediatheken hebben gesloten. Sterker: bij het idee alleen al kijkt men je niet-begrijpend aan. Juist vanwege de *combinatie* van functies op één fysieke plek. De toekomst van het onderwijs is digitaal én fysiek, hybride zo je wilt, maar zeker niet alleen digitaal.
Sterkte.
Frank Huysmans, bijzonder hoogleraar Informatiesamenleving (m.n. bibliotheken), Universiteit van Amsterdam
Ik zal de bibliotheek met fysieke boeken ook zeker missen en ben helaas te laat geweest met boeken op te halen die weg werden gedaan.
Mijn kinderen van 11 en 13 (beide dus echt van de 'beeldschermgeneratie') lezen heel graag en dat doen zij meestal uit echte boeken, van papier. Niet omdat ze niet digitaal kunnen lezen, maar omdat ze dat prettig vinden. Mijn zoon, die graag naar De Nieuwste School wilde gaan, heeft daar toch vanaf gezien. Reden: Er wordt alleen gewerkt met digitale leermiddelen. Dat leek hem toch wat too much.
Het zijn maar kleine voorbeeldjes, maar toch....
Salmerón, L., Delgado, P., Vargas, C., & Gil, L. (2021). Tablets for all? Testing the screen inferiority effect with upper primary school students. Learning and Individual Differences, 86, 101975.
Hoe was het ongeveer met de PIRLS-resultaten?