Eindhoven,
18
mei
2018
|
11:27
Europe/Amsterdam

Deeltijd niet langer aftreksel van voltijd opleiding

Na een jarenlange daling lijkt er een kentering op komst in het aantal deeltijdstudenten dat zich aanmeldt bij Fontys. Hans Dekker, sinds enkele maanden aan het roer van een flink vernieuwingsexperiment in het deeltijdonderwijs, Fontys Pro Flexibel, is daar blij mee. “Het is een eerste teken dat ons streven om dit type onderwijs geheel op maat van de student te maken, aanslaat.’’

door Debbie Langelaan
Dit studiejaar is Pro Flexibel binnen vier domeinen van start gegaan met het experiment, dat tot 2020 duurt: Economie, Mens & Gezondheid, Techniek en Innovatie, en Educatie. Dit betekent dat rond de duizend studenten ermee te maken hebben. Komend studiejaar doen bijna veertig opleidingen mee. Er zijn al ruim 400 aanmeldingen, terwijl in dezelfde week in de laatste studiejaren dit aantal steeds onder de 400 bleef. Vooral de deeltijd-Pabo springt eruit met ruim een verdubbeling.

Omslag
Fontys Pro Flexibel moet model staan voor de meest vooruitstrevende vormen van deeltijdonderwijs. “De grote omslag is dat het helemaal wordtHans Dekker afgestemd op wat het werkveld wil, en daarbinnen de individuele professional/student”, zegt Dekker. Flexibiliteit is het sleutelwoord: de student heeft de regie en bepaalt zelf waar en wanneer, wat, en hoe hij wil studeren.

Dat klinkt mooi en nastrevenswaardig, maar het betekent in de praktijk nogal wat. Zo wordt bijvoorbeeld het begrip leerdoelen, een min of meer in beton gegoten term in het onderwijs, losgelaten. De opleidingen leggen niet meer precies vast van welke onderwerpen de student kennis moet hebben. “Wij hebben het over leeruitkomsten, die bepalen we samen met het werkveld en in de taal van het werkveld. Daardoor gaan docenten veel meer vanuit het beroep denken.”

Handreikingen
Ook voor de afsluitende toets is er geen verplicht voorgeschreven leerstof. “Stel: een student moet als eindopdracht een veranderplan voor een organisatie maken. Binnen dit experiment kan hij een echt veranderplan, dat hij voor zijn eigen bedrijf of andere organisatie heeft gemaakt, inleveren. Hij moet zijn aanpak onderbouwen vanuit de actuele en gangbare literatuur. De student krijgt handreikingen om passende theorie te vinden maar krijgt ze niet verplicht voorgeschreven.”

Welke route de student volgt op weg naar die toets, mag hij ook in grote mate zelf bepalen. Helemaal aan het begin wordt een onderwijsovereenkomst gesloten op weg naar het Associate degree-, bachelor- of masterdiploma. Daarin staat precies welke onderdelen de student, op grond van eerdere opleidingen of werkervaring, mag overslaan. “Vervolgens hebben studenten aanzienlijke vrijheid in de modulen die ze willen volgen. En daarbinnen is er sprake van blended leren: e-learning, contact met de docent en onderwijs op de werkplek lopen door elkaar, de student bepaalt wat hij nodig heeft”, zegt Dekker.

Tijd om te wennen
Hebben studenten wel behoefte aan zoveel zelfstandigheid? Veel deeltijders willen in korte tijd een diploma kunnen halen, zonder al te veel gedoe. “We zien dat veel studenten én docenten zich in het begin aan de standaard manieren vasthouden: vaste bijeenkomsten, als groep in steeds dezelfde samenstelling en in eenzelfde volgorde. Maar langzamerhand nemen ze steeds meer vrijheid.”

Zo zijn er ook docenten die misschien liever vasthouden aan de vertrouwde structuur. “Dit is een experiment, vanzelf trek je dan de docenten die zich aangetrokken voelen tot deze vernieuwing. Naarmate studenten zelfstandiger worden in hun leerproces, wordt de docentrol breder; naast expert wordt deze ook steeds meer begeleider. Dat vraagt gewenning. Maar de vernieuwing in het totale deeltijdonderwijs duurt nog wel even, dus die tijd om te wennen is er.”

Leven lang leren
Wanneer is het flexibele deeltijd onderwijs een succes? “Wanneer de studenten tevreden zijn en de daling van het aantal aanmeldingen is gestopt, als we merken dat er een keerpunt is bereikt. En het deeltijdonderwijs niet langer een aftreksel is van de voltijd opleidingen, wat het lang in heel Nederland geweest is. Alleen op die manier kan ‘een leven lang leren’ gestalte krijgen, zoals het ministerie en ook het onderwijs zelf het graag ziet. En de eerste kentering is te zien, dus dat is veel belovend.” 

Volgens Dekker is het enthousiasme zo groot, dat op sommige plekken ook de voltijd vanzelf meegaat. “Het College van Bestuur heeft al geroepen: hoho! De focus ligt nu op de veertig opleidingen.”